de mind



Rusteloos en wreed lag daar de zee, ver voorbij de palmen; nooit was ze kalm, altijd omstuimig door golven en sterke stromingen. In de stilte van de nacht hoorde je haar gebulder ver het land in, als een diep stemgeluid dat waarschuwing en dreiging inhield. Maar hier onder de palmen waren de schaduwen diep, hier heerste stilte.
Het was volle maan en het leek bijna daglicht, maar dan zonder de hitte en het verblindende daarvan en het licht op de wuivende palmen was mild en liefelijk. De schoonheid bestond niet alleen uit het maanlicht op de palmen, maar ook uit de schaduwen, uit de ronde stammen, de glinsterende stroming van het water, de vruchtbare aarde. De aarde, de hemel, de voorbijganger, de kwakende kikkers en het verre fluiten van een trein - het was alles een enkel levend en door de geest niet te meten geheel.

De geest is een verbazingwekkend instrument; geen enkele door de mens gemaakte machine is zo complex en zo vernuftig, of met zo oneindig veel mogelijkheden uitgerust. We hebben alleen besef van de oppervlakkige lagen van de geest, als we dan al enig besef hebben, en we stellen er ons tevreden mee aan de buitenste grens ervan te leven en te bestaan. We aanvaarden het denken als dat wat de geest geacht wordt te doen: het denken van de generaal die collectieve moord voorbereidt, van de sluwe politicus, van de geleerde professor, van de timmerman.
Maar bestaat er zoiets als diepgaand denken? Is alle denkwerk niet een bedrijvigheid aan de oppervlakte van de geest? Kent de geest bij het denken diepte? Kan de geest, die een samenraapsel is, die een product is van de tijd, van herinnering, van ervaring, besef hebben van iets wat hij zelf niet is? De geest is altijd op de tast, altijd aan het streven naar iets buiten zijn horizonbeperkende bedrijvigheid, maar het centrum van waaruit hij streeft blijft zichzelf steeds gelijk.


Krishnamurti 

Reacties

Populaire posts van deze blog

de golf en de oceaan

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS