Niet het lichaam lost op, maar de voorstelling in het lichaam dat de mens enkel iets lichamelijks zou zijn, alleen uiterlijke gedaante. In het licht van het woord is er geen gehechtheid aan het lichamelijke. Als de kraan geopend is, stroomt het water door de kraan. Het water laat zich niet binden door de kraan, komt alleen maar in de speciale vorm van de leiding tevoorschijn. De uitmonding is rond, vierkant, sproeiend, fijn, vol geweld enz. Zoals het licht in een donkere kamer valt of er helemaal doorheen kan schijnen. Het woord wordt uitdrukking en gestalte van het innerlijke woord. Achter het gesproken woord woont het ongesproken woord. Achter het geopenbaarde licht, het ongeopenbaarde licht. Woord achter woord, licht achter licht, hart achter hart. Er is teveel dood in de mens dan dat hij het rechtstreekse licht uit de oer-bron zou kunnen verdragen. Daarom moet hij de dood geleidelijk leren vernietigen opdat zijn ziel, die de zin van het lichaam is, hem uit de centrale kracht verhel...
Reacties