de zaaier 1
Jezus zeide: Ziet, de zaaier. Ziet, de zaaier ging uit, hij vulde zijn hand, hij wierp. Sommige zaden vielen op de weg; de vogelen kwamen, zij verzamelden hen. Andere vielen op de rots en schoten niet wortel in de aarde en brachten geen aren voort. En andere vielen op de doornen; zij verstikten het zaad en de worm at hen op. De gelijkenis van de zaaier is zo allerbekendst dat we er niet lang bij zullen stil staan. En toch is er iets mee, waar mij dunkt dikwijls aan voorbij gegaan wordt. Het eigenaardige is dat de zaaier helemaal niet oplet, waar hij zaait. Het is als stuifmeel van de bloemen. Miljoenenmiljard stuifmeelkorreltjes worden door de bloembodems uitgeschud en meegenomen door de wind. Daarbij is geen keuze. Geen organisatie, ofschoon er mensen zullen zijn die zeggen: wat een zonde van al dat stuifmeel. Maar het heeft niets te betekenen. De spijziging der vissen is oneindigvoudig en onuitputtelijk. Dat is de spijziging. Waarom maken we ons dan zo druk om het organiseren van de ...