29-10-61 wolkespel
Het was werkelijk een bijzonder mooie avond. Het had al een paar uur niet meer geregend en het was heerlijk om buiten te komen. In het westen waren de wolken donker, bijna zwart van regen en onweer; ze hingen boven de heuvels, kleurden die diep purper en maakten ze ongewoon geladen en dreigend. De zon ging onder in een woeste furie van wolken. Wolken vol avondlicht schoten in het oosten omhoog, ze hadden elk een eigen vorm en licht, ze torenden boven de heuvels uit, immens, onthutsend levendig, hoog opstijgend tegen de hemel. Er waren plekjes blauwe lucht, van heel intens soort blauw en groen van zo diepe tederheid dat ze oplosten in het witte licht van openbrekende wolken. In de heuvels was de waardigheid van tijd zonder einde gegrift; er was er één die van binnenuit lichtte, doorschijnend, wonderlijk teer en zo volslagen onnatuurlijk; een andere stond uit graniet gebeiteld, donker en alleen, met de vorm van alle tempels ter wereld. Alle heuvels waren levend en vol b...