Posts

Posts uit september 11, 2016 tonen

denk-kennis en Weten

Afbeelding
Er is denk-kennis, en er is waarlijk Weten. Denk-kennis, de mind, intellectualiteit, daar voelt het ego zich sterk in. Achter die kennis kun je je verschuilen, ermee pochen, jezelf beter voelen. Je denkt het te weten, en je weet niet dat er meer is dan dat weten. Op dit weten zijn veruit de meeste mensen gegrondvest, daar leven ze uit. Dat is het ego. Maar het ware Weten, dat is iets levends. Dat is je ademen. Ok laat ik t persoonlijk maken, dat is mijn ademen. Ik weet echt niet wat ik vantevoren zeg of hier bv intik. Dat roept het moment op, wat in de lucht hangt, de resonantie. Dat bepaal ik niet. Ik adem als het ware mijn Bewustzijn uit. Zichtbaar wordt wat mijn Bewustzijn is. En dat is niet mijn Bewustzijn, dat is Het Bewustzijn. Alleen gaat het door mijn persoonlijkheid heen waardoor het een bepaalde uitdrukking krijgt. Het is een bepaalde afstemming met Leven, bepaalde resonantie van beleven. Het omvat heel veel, wat maar opgeroepen kan worden. Dat omvatten kan

de woestijn

Afbeelding
Alleen in de woestijn. Een eindeloze leegte om me heen. Een man komt op me toelopen. Met een brede lach, overhandigt hij mij een zak met geld. Als ik de zak in mijn hand heb, sta ik plotseling in een drukke stad. Velerlei verlokkingen staren me aan. Ze grijpen me vast, proberen me te binden. Maar met rustige bewegingen, maak ik me hiervan los. Ik zeg: "Jullie zijn een illusie". Het volgende moment sta ik weer in de woestijn. Ik loop verder. Er komt weer een man op me af. Hij heeft een kroon in zijn hand. Als ik deze opzet, sta ik midden in een mensenmassa, die voor me in het stof ligt. Verbijsterd kijk ik om me heen. Ik zeg: "Alstjeblieft sta op"! Iedereen staat zo snel mogelijk op. Ik zeg: "Ga jullie eigen weg". Vol ongeloof, verwondering, kijken ze me met grote ogen aan. Ik ruk de kroon van mijn hoofd. Er verandert iets in de mensenmassa. Het is alsof ze wakker worden. Dat ze ontwaken uit een diepe slaap. Ze kijken elkaar aan

losgeraakt

Afbeelding
Lief briesje, wat fluister je in mijn oor? Ik loop wel een eindje met je mee. heerlijk om door jouw tedere stroom gedragen te worden. Wat ben je vrolijk zon. Vogeltjes, bedankt voor jullie wonderschone lied. Ohh heerlijk, leven. Ik heb toch helemaal niemand nodig. Jullie zijn toch alles wat ik nodig heb. Wat zeg je lief briesje, er zijn nog andere mensen. Ja, laat zij hun leven leiden, dan leef ik het mijne. Ho windje, blijf wel een beetje rustig. Zo is het niet leuk meer. He zon, waar ga je naar toe? Waarom verberg je jezelf nu achter de wolken? Heb ik iets verkeerd gezegd? Nou wolken, waarom laten jullie je kostbare vocht vallen? Ik ga maar snel naar huis, een boek lezen. Zo zijn jullie echt niet meer mijn vrienden hoor. Ja heerlijk, lekker een boek lezen. Nou boek, waarom spoor je me nu ineens aan om me te bekommeren om mijn medemens? Span je ook al samen met hen daarbuiten? Laat ik dan maar een stukje viool gaan spelen. Ahh heerlijk, die lieflijke tonen. Jij bent tenminste

opvoeding

Afbeelding
Ja, dat is altijd als ik naar kinderen kijk en dan naar de volwassene, die grote mens die denkt dat hij/zij volwassen is geworden. Zoveel potentie aan leven, beleven, puurheid, verloren. Onbevangenheid, echt zien wat is. Ja, die speelsheid, alles als een wonder, we verliezen het allemaal. Omdat we op moeten groeien. Maar waar groeien we dan naar toe? Moeten we dan allemaal hetzelfde worden? Wat werkelijk op zou kunnen bloeien van binnenuit blijft onaangesproken. Het wordt niet aangeboord want het wordt zinloos gezien binnen alle culturen en geloven. Ja, hoe kan er iets anders in je opstaan als je vanaf de geboorte gebombardeerd wordt met zo is het zo moet dit, dit moet je leren, dat is goed en dat is slecht. Alle waarden en normen. En dit is niet alleen van dit leven het is van vele levens. Want door alle tijden heen zijn er steeds alleen maar enkeltjes geweest waar de ware opbloei was van binnenuit. Door alle tijden heen zijn deze enkeltjes vermorzeld, ontkent, belachelijk gemaa

natuur(lijk)

Afbeelding
Soms zijn de buiten en binnenwereld samengesmolten.   Mijn sombere gemoed, verduistert voor een moment, het eeuwige Licht dat in me leeft. Er schuift een wolk voor de zon.   Gevangen in deze duisternis, word ik overvallen door een intens verdriet. Steeds meer wolken pakken zich samen tot een grijze grauwe hemeldeken, waar de zon vergeefs tracht doorheen te dringen.   Tranen stromen over mijn wangen. De hemel huilt mee, alles en iedereen doordrenkend met een vloed van regendruppels.   Dan begint er heel ver weg een vogeltje te fluiten. Het is alsof een zware last van me af valt.   Ik droog mijn tranen af. De laatste regendruppel raakt de grond.   Vertedert verschijnt er een lichte glimlach op mijn gezicht. Een kleine zonnestraal heeft zich een weg gebaand door de grauwe wolkenmassa.   Kagib