Posts

Posts uit januari 15, 2012 tonen

11-10-73 geweld

De regens waren voorbij en de grote keien glinsterden in de ochtendzon. Er stond water in de droge rivierbeddingen en in de omtrek was alles vol vreugde; de aarde was roder en elke struik en elk grassprietje was groener en de diep gewortelde bomen brachten nieuwe bladeren voort. Het vee werd vetter en de dorpelingen minder mager. Deze heuvels zijn net zo oud als de aarde en de grote keien lijken zorgvuldig te zijn opgestapeld. Er is een heuvel in het oosten die de vorm heeft van een groot platform waarop een vierkante tempel is gebouwd. De dorpskinderen moesten verschillende kilometers lopen om lezen en schrijven te leren; er was een klein kind, helemaal alleen, met een opgewekt gezicht op weg naar een school in het dichtsbijzijnde dorp met in haar ene hand een boek en in de andere wat eten. Ze stopte toen we haar passeerden, verlegen en onderzoekend. De rijstvelden waren verbazingwekkend groen. Het was een lange,vredige ochtend. In de lucht waren twee kraaien aan het krakelen, ze k

de onpersoonlijke Ziel

Afbeelding
De natuurgeboren mens is veel te persoonlijk om volstrekt onpersoonlijk te kunnen zijn. Klinkt wel heel koud he, het ideaal van onpersoonlijk worden. En toch is dit verre van koud. Want het ware onpersoonlijke heeft verbinding met de Liefde met ware wijsheid, de verbinding met het Goddelijke. Juist dan kun je waarlijk liefhebben omdat er geen egobelangen of verlangen meer is, geen angst. Je hoeft niemand meer te zijn, je Bent. In dat Zijn is het dan vervuld. En juist daardoor kun je onwankelbaar worden, kan niemand je daar meer uit halen. Je hebt het ware midden gevonden. Je bent dan gegrond in de Liefde. Een Liefde die alleen maar Liefde is, dus hoe kun je dan anders dan liefhebben? Je hebt de ware Liefde gevonden en die geeft vervulling aan het totale leven. In die Liefde ben je met alles en iedereen verbonden, zonder gebonden te zijn, zonder gehecht te zijn. Uiteindelijk is het vrij logisch dat je zo harmonie om je heen creeert. Het is zo binnen zo buiten, alles energie. El

7-10-73 de top

Het was een van die bergregens die drie of vier dagen duren en koeler weer met zich meebrengen. De aarde was zwaar en doorweekt en de bergpaden waren glibberig: kleine beekjes stroomden langs de steile hellingen naar beneden en op de terrasvormige velden lag het werk stil. De bomen en de theeplantages waren loom van de damp; de zon had al een week niet geschenen en het begon behoorlijk kil te worden. In het noorden lagen de bergen met hun gigantische besneeuwde toppen. De vlaggen op de tempels waren zwaar van de regen; ze hadden hun glans verloren, hun vrolijke kleuren die wapperden in de wind. Het bliksemde en het geluid van de donder plantte zich voort van vallei tot vallei; een dikke mist maakte de scherpe lichtflitsen onzichtbaar. De volgende morgen was de hemel helder blauw, zacht en de hoge toppen, stil en tijdloos, werden door de vroege ochtendzon verlicht. Tussen het dorp en de hoge bergen lag een diepe vallei; zij was met blauwe mist gevuld. Recht voor je, verhief de op twe

6-10-73 heel

Er staat een enkele boom in het groene veld die ruim veertig are in beslag neemt; hij is oud en wordt door de andere bomen op de heuvel zeer gerespecteerd. In zijn eenzaamheid domineert hij het luidruchtige riviertje, de heuvels en het huisje aan de overzijde van de houten brug. Als je er langs loopt bewonder je hem, maar als je terugkomt bekijk je hem wat meer op je gemak: zijn stam is erg omvangrijk, diep in de aarde geworteld, massief en onverwoestbaar; zijn takken zijn lang, donker en gebogen; hij geeft veel schaduw. 's Avonds is hij in zichzelf gekeerd, ongenaakbaar, maar overdag is hij open en ontvankelijk. Hij is heel, door geen enkele zaag of bijl aangetast. Op een zonnige dag zat je onder hem, je voelde zijn eerbiedwaardige ouderdom en omdat je alleen met hem was werd je je bewust van de diepte en schoonheid van het leven. De oude dorpeling liep moeizaam voorbij, terwijl je op een brug zat en naar de zonsondergang keek; hij was bijna blind, kreupel, droeg een buidel in

het Andere

Afbeelding
Het gaat erom dat er iets in ons is wat eigenlijk niet van deze wereld is, niet van de dualiteit is, dat dit wakker wordt gemaakt. Pas dan kun je op weg. Voordat dit gebeurd zit je verstrikt in het aardse spel, heb je niet echt een toetssteen, een richtingwijzer, een richtsnoer, om hier uit te komen. Meestal is daar dan ook geen verlangen naar. Je vecht om te overleven of zoekt naar allerlei mogelijkheden, met het ikje, om hier uit te komen, of het allemaal wat te verzachten. Dat Andere kan pas opgeroepen worden door n intens, intens verlangen. Dat blijft de kern, het heilbegeren. Als dit verlangen er nog niet is, zul je ook nooit de ultieme Bevrijding, verlossing verkrijgen. Dan blijf je de vruchten van deze aarde plukken. Soms vruchten die tijdelijk best goed smaken, maar uiteindelijk toch door de tijd achterhaald worden, en heel wrange vruchten kunnen worden. Je kunt al met dit verlangen geboren worden. Dan zit het in je aura, ben je al in een ander leven op dit punt gekom

6-10-73 aangeraakt

Hij keek uit het raam over de groene, golvende heuvels en donkere bossen in de ochtendzon. Het was een aangename, mooie ochtend, er waren schitterende wolken achter de bossen, wit met golvende vormen. Geen wonder dat de ouden beweerden dat de goden hun verblijfplaats tussen de wolken en de bergen hadden. Overal om hem (Krishnamurti) waren deze enorme wolken tegen een verblindend blauwe hemel. Hij had geen enkele gedachte en keek alleen maar naar de schoonheid van de wereld. Hij moest een tijdje voor het raam hebben gestaan en er gebeurde iets, onverwacht, onuitgenodigd. Je kunt zulke dingen niet bewust of onbewust uitnodigen. Alles leek te verdwijnen en plaats te maken voor alleen dit, het onnoembare. Je zult het in geen enkele tempel, moskee, kerk, op een gedrukte bladzijde aantreffen. Je zult het nergens vinden en alles wat je vindt, is niet dat. Als je ooit alleen wandelt, hoog in de bergen tussen de dennen en de rotsen, alles in de vallei ver beneden je achterlatend, als er geen z

4-10-73 ruimte

Als kind zat hij vaak onder een grote boom bij een vijver waarin lotusbloemen groeiden; ze waren paars en geurden sterk. Vanuit de schaduw van die omvangrijke boom keek hij gewoonlijk naar die kleine dunne slangetjes en de kameleons, de kikkers en de waterslangen. Het was een aangename plek onder de boom, bij de rivier en de vijver. Alles leek zo ruimtelijk en de boom schiep hierin zijn eigen ruimte. Alles heeft ruimte nodig. Al die vogels op telegraafpalen, die op een stille avond zo keurig op een rij zitten, geven de ruimte van de hemel vorm. De ruimte die het denken schept, is meetbaar en daardoor begrensd; culturen en religies zijn haar scheppingen. De geest is boordevol gedachten en wordt door het denken gevormd; haar bewustzijn is de structuur van denken en hierin bestaat weinig ruimte. Deze ruimte is de beweging van de tijd, van hier naar daar, van het centrum naar de periferie van bewustzijn, bekrompen of ruim. De ruimte die het centrum zelf schept, is haar eigen gevangenis.

4-10-73 ruimte

Als kind zat hij vaak onder een grote boom bij een vijver waarin lotusbloemen groeiden; ze waren paars en geurden sterk. Vanuit de schaduw van die omvangrijke boom keek hij gewoonlijk naar die kleine dunne slangetjes en de kameleons, de kikkers en de waterslangen. Het was een aangename plek onder de boom, bij de rivier en de vijver. Alles leek zo ruimtelijk en de boom schiep hierin zijn eigen ruimte. Alles heeft ruimte nodig. Al die vogels op telegraafpalen, die op een stille avond zo keurig op een rij zitten, geven de ruimte van de hemel vorm. De ruimte die het denken schept, is meetbaar en daardoor begrensd; culturen en religies zijn haar scheppingen. De geest is boordevol gedachten en wordt door het denken gevormd; haar bewustzijn is de structuur van denken en hierin bestaat weinig ruimte. Deze ruimte is de beweging van de tijd, van hier naar daar, van het centrum naar de periferie van bewustzijn, bekrompen of ruim. De ruimte die het centrum zelf schept, is haar eigen gevangenis.