29-10-73 het zelf
In de vallei met de sinaasappelboomgaarden was dit er een die erg goed werd onderhouden - rij na rij stonden de jonge bomen, sterk en schitterend in de zon. Het was een prachtige ochend met een heldere blauwe hemel, warm en de wind was zacht en aangenaam. Een sperwer zweefde in de lucht, onbewegelijk, en kwam naar beneden om op een tak van de volgende sinaasappelboom neer te strijken en te gaan slapen. Hij was zo dichtbij dat de scherpe klauwen, de prachtige gespikkelde vleugels en de scherpe snavel zichtbaar waren; hij bevond zich op een armlengte afstand. Onder de struiken kronkelden twee boa constrictors om elkaar heen; ze hadden donkerbruine ringen over de hele lengte van hun lichaam, en toen ze vlak langs voorbijgingen waren zij zich totaal niet bewust van de aanwezigheid van een mens. Ze hadden op een plank in de schuur gelegen, uitgestrekt, hun donkere glinsterende ogen spiedend en wachtend op muizen. Ze moesten daar de hele nacht hebben gelegen en nu lagen ze onder de strui...