6-10-73 heel
Er staat een enkele boom in het groene veld die ruim veertig are in beslag neemt; hij is oud en wordt door de andere bomen op de heuvel zeer gerespecteerd. In zijn eenzaamheid domineert hij het luidruchtige riviertje, de heuvels en het huisje aan de overzijde van de houten brug. Als je er langs loopt bewonder je hem, maar als je terugkomt bekijk je hem wat meer op je gemak: zijn stam is erg omvangrijk, diep in de aarde geworteld, massief en onverwoestbaar; zijn takken zijn lang, donker en gebogen; hij geeft veel schaduw. 's Avonds is hij in zichzelf gekeerd, ongenaakbaar, maar overdag is hij open en ontvankelijk. Hij is heel, door geen enkele zaag of bijl aangetast. Op een zonnige dag zat je onder hem, je voelde zijn eerbiedwaardige ouderdom en omdat je alleen met hem was werd je je bewust van de diepte en schoonheid van het leven. De oude dorpeling liep moeizaam voorbij, terwijl je op een brug zat en naar de zonsondergang keek; hij was bijna blind, kreupel, droeg een buidel...