Posts

Posts uit februari 19, 2012 tonen

nederigheid deugd orde

Er was een enkele wolk achter de oostelijke heuvels, gloeiend door het licht van de ondergaande zon; geen fantasie zou zo'n wolk kunnen scheppen. Ze had de vorm van alle vormen; geen bouwmeester zou ooit een dergelijke structuur hebben kunnen ontwerpen. Ze was het gevolg van veel wind, veel zon, veel nachten, van druk en van spanningen. Andere wolken waren donker zonder licht; ze hadden geen diepte of hoogte, maar deze ene vernietigde de ruimte. De heuvel waarachter de wolk hing leek van leven en kracht ontledigd; hij had zijn gebruikelijke waardigheid en zijn zuiverheid van lijn verloren. De wolk had alle eigenschappen van heuvels, hun kracht en hun stilte opgeslokt. Onder de torenhoge wolk lag het dal groen en schoon geregend; dit oeroude dal heeft iets heel moois als het geregend heeft; het wordt opvallend helder en groen, met elke nuance van groen, en de aarde wordt roder. De lucht is helder en de grote rotsen op de heuvels worden glanzend rood, blauw, grijs en bleekviolet.

overgave

Afbeelding
Dat is de kern van het Pad, overgave. Dit heeft gevolgen. Jij verdwijnt. Alles wat je dacht te zijn, dacht te moeten doen, alles waar je vol van was. In overgave aan dat Andere verdwijn je, los je op, als sneeuw voor de zon. Juist omdat jij verdwijnt, jouw ego, valt alle trilling weg van hoe geweldig je bent of aan de andere kant dat je niets voorstelt. Dat zijn twee kanten van dezelfde medaille, twee kanten van het ego. Je ervaart een proces in jezelf, bent hier dankbaar voor, maar niets komt meer op van wauw hoe geweldig dat ik wel niet ben, wat goed he dat ik dat weet dat ik dat kan, ik ben supermens. Niemand kan iets toevoegen aan dat wat in je groeit, daar komt het op neer. Daarin vindt je rust, vervulling. Je voelt je hierdoor gedragen, beschermd. Niet ik maar de Christus in mij, dat is hoe je jezelf dan ervaart. Na een periode van heus ook wel intense processen, waarin het Licht schijnt op je innerlijke duisternis, nog veel weggebrand moet worden, vindt je rust, stilte

6-11-61 schoonheid

Het was een heerlijke, heldere morgen; alle sterren gloeiden en het dal was vol stilte. De heuvels waren donker, donkerder dan de hemel, de koele lucht rook naar regen, bladeren en naar sterk geurende jasmijn. Alles sliep, geen blad bewoog en de schoonheid van de morgen was betoverend; het was de schoonheid van de aarde, de hemel en de mens, van de slapende vogels en van de frisse stroom door de droge rivierbedding. Er lag een zekere soberheid in, niet de opzettelijke soberheid die alleen op angst en afwijzing berust, maar de soberheid van dat wat volledig is, zo absoluut volledig dat het geen bederf kent. Daar op de veranda, terwijl Orion aan de westelijke hemel stond, vernietigde de passie van schoonheid de verdediging van de tijd. In die meditatie, voorbij aan grenzen van tijd, terwijl je de hemel door de gloed van sterren ziet vlammen en de aarde zwijgt, is schoonheid niet het persoonlijke streven naar genot, naar geconstrueerde dingen, naar het bekende of naar de onbekende voor

1-11-61 avond

De hemel gloeide in fantastische kleuren, met grote uitbarstingen van onvoorstelbaar vuur; de zuidelijke hemel stond in vlammen met wolken van uiteenspattende kleur en de ene wolk was nog wilder dan de andere. De zon was ondergegaan achter de sfinxvormige heuvels. In het oosten was de lucht blauw, het blauw van een blauwe winde, een bloem zo teer dat je haar niet kunt aanraken zonder de tere, doorzichtige blaadjes te breken; het was dat intense blauw met ongelooflijk licht van bleekgroen, violet en de felheid van wit; van oost naar west zond het dwars over de hemel stralen uit van dat fantastische blauw. Het zuiden was nu een haard van grote branden die nooit geblust zouden kunnen worden. Dwars door het weelderige groen van rijstvelden liep een strook van bloeiend suikerriet; het was donzig, bleekviolet en had het tere lichte beige van een tortelduif.; het strekte zich uit door en over de welig groene rijstvelden, met het avondlicht erdoor, tot aan de heuvels, die bijna dezelfde kl

29-10-61 meditatie

Het was heel vroeg in de morgen en nog donker. 's Nachts had het geonweerd en geregend; de ramen rammelden en de regen was de kamer binnengestroomd. Er was geen ster te zien, de hemel en de heuvels waren met wolken bedekt en het regende met furieus geweld. Bij het wakker worden had het regenen opgehouden; het was nog donker. Meditatie is niet de beoefening of het volgen van een systeem of methode; die leiden er alleen maar toe dat de geest vertroebeld raakt en bewegen zich altijd binnen de grenzen van het bekende; binnen het gebied van hun werkzaamheid liggen wanhoop en illusies. Het was heel rustig, zo vroeg in de morgen en geen blad of vogel roerde zich. Meditatie, die op onbekende diepten begon en met toenemende intensiteit en vaart doorzette, bracht het brein tot totale stilte, zuiverde de diepten van het denken, ontwortelde de gevoelens en ontledigde het brein van het bekende en zijn schaduw. Het was een operatie en er was niemand, geen chirurg, die haar verrichtte; het v

de wijze

Afbeelding
We krijgen vaker bepaalde spirituele kennis op ons af. Dat we het lezen in een boek, of iemand vertelt ergens over. Maar lang niet altijd kan het zijn werking tonen. Ook al was t de Waarheid, het enig juiste wat je nodig had. Maar jij was nog niet voldoende gerijpt, nog niet voldoende ontvankelijk, kon het nog niet ontvangen. Het werd nog vastgezet, ingepast, in je eigen wereldbeeld, in je eigen constructie. Geen verandering trad op, het moment ging voorbij. Maar eens zal dit moment er wel zijn, zal de aanraking kunnen plaatsvinden, en van daaruit de verandering. Daarna zal alles anders zijn. Dan kan de waarheid een vlammend vuur zijn dat alles laat verdwijnen wat illusie was. De wijze is er op zich niet mee bezig wanneer dit moment zal zijn voor iemand. Hij/zij is in de Waarheid, leeft vanuit de Waarheid, stroomt mee met de Waarheid. Daarom is zij/hij als vanzelfsprekend op t juiste moment op de juiste plek. Hij/zij zal van binnenuit daarheen geleid worden waar mogelijkheden zij

29-10-61 wolkespel

Het was werkelijk een bijzonder mooie avond. Het had al een paar uur niet meer geregend en het was heerlijk om buiten te komen. In het westen waren de wolken donker, bijna zwart van regen en onweer; ze hingen boven de heuvels, kleurden die diep purper en maakten ze ongewoon geladen en dreigend. De zon ging onder in een woeste furie van wolken. Wolken vol avondlicht schoten in het oosten omhoog, ze hadden elk een eigen vorm en licht, ze torenden boven de heuvels uit, immens, onthutsend levendig, hoog opstijgend tegen de hemel. Er waren plekjes blauwe lucht, van heel intens soort blauw en groen van zo diepe tederheid dat ze oplosten in het witte licht van openbrekende wolken. In de heuvels was de waardigheid van tijd zonder einde gegrift; er was er één die van binnenuit lichtte, doorschijnend, wonderlijk teer en zo volslagen onnatuurlijk; een andere stond uit graniet gebeiteld, donker en alleen, met de vorm van alle tempels ter wereld. Alle heuvels waren levend en vol beweging, ongen