Posts

Posts uit 2011 tonen

afscheid en begroeting 30-12-2011

Afbeelding
Afscheid nemen. Afscheid nemen vinden we vaak heel moeilijk. Afscheid nemen van iemand die ons dierbaar is, van iets wat ons zo vertrouwd is. Eigenlijk worden we dan terug geworpen op onszelf. Op wat werkelijk is, in ons is, onze naakte waarheid, wat in ons leeft. Van waaruit we leven. Onzekerheid of er wel iets voor in de plaats komt van waar we afscheid van genomen hebben. Schrijnen van een leegte in onszelf die vaak dan pas voelbaar wordt. Dat we uiteindelijk heel eenzaam zijn? Omdat we moeite hebben met afscheid nemen houden we t meeste van routine. Dat alles dag in dag uit hetzelfde blijft. Een vaste structuur, een baan, vaste gewoonten, alles vol gepland van opstaan tot naar bed gaan. Zekerheid vinden in wat buiten jou is waar je op kunt bouwen waar je op mag vertrouwen. Dat het altijd zo door zal blijven gaan, zoals t was. Zekerheid zoeken bij elkaar, in wat je doet, in wat je bent, elkaar daarin ondersteunen dat je zo goed bent. Ja zo mag je er zijn, je past,

22-9-61 zandberg

Er ligt over de rivier een smalle brug, die alleen voor voetgangers bestemd is; het is daar tamelijk rustig. De rivier was vol licht; er voer een grote schuit stroomopwaarts, vol met zand dat van de kust werd aangebracht; het was mooi, schoon zand. Er lag een berg van dat zand in het park, die daar speciaal was neergelegd voor kinderen om in te spelen. Er waren verscheidene kinderen en ze maakten diepe tunnels en een groot kasteel met een gracht er omheen.; ze hadden veel plezier. Het was een aangename dag, vrij koel, het zonlicht was niet te sterk en de lucht was vochtig; steeds meer bomen werden bruin en geel en er hing een geur van herfst. De bomen maakten zich klaar voor de winter; veel takken waren al kaal en staken zwart af tegen de bleke hemel; elke boom had zijn eigen kleurenpatroon in wisselende sterkte, van roodbruin tot bleekgeel. Zelfs in hun sterven waren ze mooi. Het was een aangename avond, vol licht en vrede, ondanks het geraas van het verkeer. Krishnamurti

15-9-61 aandacht

Het was een heerlijke avond, de hemel was helder en ondanks het licht van de stad waren de sterren stralend. Hoewel de toren van alle kanten door schijnwerpers werd belicht, kon je de verre horizon zien en in de diepte waren er plekjes licht op de rivier; al klonk er het eeuwigdurende geraas van het verkeer, toch was het een vredige avond. Meditatie kwam over je als een golf die over het zand spoelt. Naarmate ze in beweging kwam werd alles erin opgenomen, de sterren, het lawaai, de rust en de watervlakte. Maar er was geen mediterende; de mediterende, de waarnemer, moet verdwijnen wil meditatie zich kunnen voordoen. Het was heel vroeg in de morgen. Het geraas van de stad was gekalmeerd en op dat uur waren er in geen enkel raam lichten; er stond een aangename, koele bries. In totale aandacht vindt geen ervaren plaats. Bij gebrek aan aandacht wel; het is deze onoplettendheid die ervaringen verzamelt, herinneringen vermenigvuldigt en muren van verzet optrekt; het is dit gebrek aan aa

feest van het Licht

Afbeelding
Deze tijd van het jaar, tegen het einde van het jaar is het een waar feest van licht. Juist omdat er zoveel duisternis is, de dagen zo kort geworden zijn is er overal licht, feestverlichting. Fleurig, kleurig, sprookjesachtig. Zoveel lichtjes, kaarsen die branden. Lampjes overal, die in de donkerte oplichten. Mensen worden er een beetje blij van, iets warms wordt aangeraakt van binnen. Maar er zijn zoveel lichten in deze wereld. Allerlei lichten waardoor we ons laten verblinden. Zoveel mooie kleuren die voor onze ogen oplichten, die voeding geven aan onze verlangens waardoor we dit licht willen volgen, een willen worden met dit licht, hier vol van willen worden, vol van deze kleur, dit verlangen. En steeds weer licht er een nieuw licht op, gaat er een nieuw licht op, waar weer vol verlangen achteraan gegaan wordt, naar geleefd wordt, en het licht verlangt steeds meer, is nooit tevreden. Het is een spel van licht, maar we raken gevangen door dit spel. bevangen door al di

een laatste kans

Afbeelding
lieve jij, ik beleef dat we in een heel spannende tijd leven.Dat we naar n soortement van finale gaan. Dit thema is al vele jaren met mijn leven verweven, begon al bijna 25 jaar geleden. Thema van eindtijd, scheiding, een hele grote verandering die gaat komen. Dat kwam toen tot uitdrukking in de tekst Afscheid en Begroeting. Nu is r een andere inspiratie ontstaan die ik graag met je wil delen. 2012 komt eraan, en nee die gaat niet zomaar voorbij zoals andere jaren. Het verbindt zich tuurlijk met de maya's hun voorspellingen maar t is veel meer, heel veel spirituele stromingen komen hierin samen. Maar op zich maakt dat alles niet uit, als mijn Hart niet gereageerd had, had ik niet deze tekst tot uitdrukking gebracht en nu al op vele plekken verspreid. En ja de kerst, misschien dus de laatste kerst zoals die was. Dus misschien nog wel extra mogelijkheid om diep te voelen de betekenis van dit feest, dat het het feest van het Licht is, de geboorte van het Licht dat niet van deze we

5-9-61 meditatie

Twee duiven hebben onder het leien dak aan de andere kant van de binnenplaats hun nest gebouwd. Het wijfje gaat eerst naar binnen en dan volgt, langzaam, met grote waardigheid, het mannetje; ze brengen er de nacht door. Vanmorgen vroeg kwamen ze naar buiten, eerst het mannetje en toen de andere. Ze strekten hun vleugels, streken hun veren glad en gingen plat op het koude dak liggen. De hemel was bedekt, er waren zware wolken vol licht en een lange streep blauwe lucht aan de horizon. Mediteren heeft geen begin en geen einde; het kent geen succes en geen mislukking, geen vergaren en geen afstand doen; het is een beweging zonder doelgerichtheid en daarmee buiten en boven tijd en ruimte. De grondslag voor zuiver mediteren is het passieve gewaar-zijn, dat volkomen vrij zijn van gezag en eerzucht, van afgunst en angst inhoudt. Zonder deze vrijheid, zonder zelfkennis, heeft mediteren geen zin, geen enkele betekenis zolang er keuze is, is er geen zelfkennis. Keuze impliceert conflict en dat

5-9-61 Liefde

Uitkijkend vanuit een van de bovenste ramen op de achtste verdieping zag je dat de bomen langs de avenue geel, roodbruin en rood werden tussen een lange rij van groen. Vanaf die hoogte gezien waren de boomtoppen schitterend van kleur; het geraas van het verkeer drong daar doorheen naar boven, wat het lawaai enigszins dempte. Er is alleen maar kleur, er zijn geen verschillende kleuren. Er is alleen Liefde en er zijn geen verschillende uitdrukkingswijzen van liefde; de verschillende categorieën van liefde zijn geen liefde. Wanneer liefde wordt opgedeeld in fragmenten als goddelijke en zinnelijke liefde, is ze niet langer Liefde. Jaloezie is de rook die het vuur verstikt en hartstocht wordt onzinnig als er geen soberheid is, maar er is geen soberheid zonder zelfovergave, die nederigheid in uiterste eenvoud. Neerkijkend op die massa van kleur met zijn verschillende tinten, is er alleen maar zuiverheid, hoe verbrokkeld doe zuiverheid ook mag zijn. Onzuiverheid echter - hoe sterk ook ver

verdriet

Afbeelding
Slechts dat kan ons raken, pijn doen, wat verbinding met ons heeft, wat nog gezien wil worden, zichtbaar wil worden, opgelost wil worden. Verdriet kan heel louterend zijn, als je het toelaat, al zijn er natuurlijk ook vele vormen van verdriet. Het kan ook wakker worden als het ego niet krijgt wat ie wil, teleurgesteld is, verwachtingen had etc. Maar hoe dan ook, verdriet onderdrukken heeft geen zin. Het gaat om bewust hierin te zijn. Het toelaten, tot je laten spreken, in het uiten, wat de grond, wat de wortel is van dit verdriet. Van waaruit is dit verdriet ontstaan, van waaruit wordt t wakker? Uiteindelijk kan t ongelooflijk bevrijdend worden, als er een intens verdriet komt om deze wereld. Dat je in niets meer kunt vluchten, alle vluchtwegen afgesloten zijn. Dan kun je eigenlijk in dit verdriet de uitkomst, de uitweg aanroepen, oproepen. Van daaruit tot overgave komen, in een het echt niet meer weten. Totaal machteloos en wanhopig in de situatie staan. Een oproepen van

1-9-61 fragment en geheel

Het leven in de totaliteit heeft aandacht voor het fragment, maar het fragment kan nooit de totaliteit begrijpen. Toch is dat wat we steeds proberen te doen, vast te houden aan een klein stukje en toch proberen het geheel te grijpen. Het bekende is altijd het kleine, het fragment, en met het kleine zoeken we het onbekende. We laten het kleine nooit gaan; van het kleine zijn we zeker, het geeft ons geborgenheid, dat denken we tenminste. Maar in feite kunnen we nooit van wat dan ook zeker zijn, behalve waarschijnlijk van oppervlakkige mechanische dingen en zelfs die laten ons in de steek. Hoe we er ook naar mogen hunkeren, psychologisch en innerlijk bestaat er geen zekerheid, geen bestendigheid, noch in onze onderlinge betrekkingen, noch in ons geloof of in de goden van ons brein. Het intense verlangen naar zekerheid, naar een soort bestendigheid en het feit dat er geen enkele bestendigheid bestaat, vormen de diepste kern van de botsing tussen illusie en werkelijkheid. Het is van one

1-9-61 meditatie

De sneeuw op de bergen smolt snel, want er waren veel warme, onbewolkte dagen geweest; het water van de rivier was gestegen en modderig geworden. Als je het houten bruggetje overstak en stroomopwaarts over de rivier keek, was daar de berg, verrassend teer van lijn, afstandelijk, met uitnodigende kracht; de sneeuw glinsterde in de avondzon. Hij was mooi, gevat tussen de bomen aan weerszijden van de rivier en het snelstromende water. Hij was overrompelend en immens, hoog oprijzend tegen de hemel, als hing hij in de lucht. Niet alleen de berg was mooi, maar ook het avondlicht, de heuvels, de weiden, de bomen en de rivier. Plotseling kreeg heel het landschap, met zijn schaduwen en zijn vrede, een intensiteit aan leven die alles absorbeerde. Ze doordrong het brein, als een vlam die de ongevoeligheid van het denken verteerde. De hemel, het land en de waarnemer, alles werd opgenomen in die intensiteit en er was niets anders dan die vlam. Het zette door, ook al werd er soms gepraat. Niets k

31-8-61 Liefde en dood

Je moet de dood liefhebben, de vreemdeling, de onbekende. Je houdt alleen maar van die dingen waar je zeker van bent, die je troost en geborgenheid geven. Je houdt niet van het onzekere, het onbekende; misschien houd je van gevaar, geef je je leven voor een ander, of beneem je een ander het leven terwille van je vaderland, maar dat is geen Liefde; deze dingen brengen hun eigen beloning en voordeel met zich mee; je houdt van gewin en succes, ook al doen ze pijn. Er ligt geen winst in het kennen van de dood, maar vreemd genoeg gaan dood en Liefde altijd samen; ze gaan nooit uit elkaar. Je kunt niet liefhebben zonder de dood; je kunt niemand omhelzen zonder dat de dood aanwezig is. Maar weten we wat Liefde is? We kennen sensatie, emotie, verlangen, gevoel en het mechanisme van het denken, maar geen van deze dingen is Liefde. Je houdt van je man, van je kinderen. Je liefde omvat haat, afgunst, eerzucht, angst; de rook van deze dingen is niet Liefde. We houden van macht, prestige, maar

het Al-bewustzijn

Afbeelding
Het Al ligt in ons besloten. Alles ligt in ons besloten. Hoe ruim willen we worden, wat willen we omvatten. Uiteindelijk zouden we het Al kunnen omvatten. Als we ruimte bieden, ruimte scheppen voor/aan dat Al. In eindeloze stadia kan dit proces plaatsvinden. Maar dan zullen wij moeten verdwijnen, dat is en blijft het kernpunt. Willen we dat mensje blijven dat het denkt te weten, zich daaraan vasthoudt, hiervoor vecht, voor zijn/haar kleine stukje, of willen we waarlijk Mens worden die alles omvat met het Weten met de Liefde? Er wil een Goddelijke Kracht in ons neerdalen, ons transformeren, ons omzetten, ons tot een ander mens maken, ons tot uitdrukking van de Eeuwige Liefde maken. Willen we dat? Of willen we toch iets anders, willen we liever blijven? We kunnen uiteindelijk weer waarlijk in harmonie komen met het Plan met het eeuwige Plan van ontvouwing. Dan zullen we een vrij instrument zijn, een vrije uitdrukking van dit Plan, onze bijdrage hierin kunnen leveren. Will

31-8-61 de dood

Op dat pad in het bos viel een geel blad; voor sommige bomen was de herfst gekomen. Het was één enkel blad, zonder een smet, vlekkeloos, gaaf. Het had het geel van de herfst, het was ook in de dood nog mooi; geen ziekte had het aangetast. Er heerste nog de volheid van lente en zomer; alle bladeren van die boom waren nog groen. Het was de dood in volle glorie. De dood was aanwezig, niet in dat gele blad, maar werkelijk aanwezig, niet een onvermijdelijke, tot traditie verklaarde dood, maar de dood die er altijd is. Het was geen verbeelding, maar een realiteit die niet te verbergen was. Hij is altijd aanwezig, om iedere hoek van de straat, in ieder huis, met elke god. Hij was er in al zijn kracht en schoonheid. Je kunt de dood niet ontlopen; je kunt hem vergeten, je kunt hem verstandelijk verklaren of geloven dat je opnieuw geboren zult worden of dat je op zult staan. Wat je ook doet, of je in een tempel of in een boek je toevlucht zoekt, hij is er altijd, op elk feest, bij alle gezond

31-8-61 ochtendlicht

De sterren, zo vroeg in de morgen, waren heel helder, stralend. De dageraad was ver; het was verrassend rustig, zelfs de luidruchtige rivier was rustig en de heuvels zwegen. Er ging een heel uur voorbij in die gesteldheid waarin het brein niet sliep, maar waakte, gevoelig en louter toekijkend; in die gesteldheid kan de geest zichzelf te boven gaan zonder aanwijzingen, want er is niemand die aanwijzingen geeft. Meditatie is een storm die vernietigt en reinigt. Toen naderde - ver weg - de ochtendschemering. In het oosten verspreidde zich licht, heel jong en bleek, heel stil en schuchter; het kwam van voorbij de verre heuvels en raakte de torenende bergen en toppen aan. In groepen en afzonderlijk stonden de bomen stil, de espen begonnen te ontwaken en de rivier juichte van vreugde. De witte muur van een boerderij op het westen werd heel wit. Langzaam, vredig, bijna smekend, kwam het licht en het land werd ervan vervuld. Toen begonnen de sneeuwtoppen helder roze te gloeien en de geluide

de Ziel

Afbeelding
Hoe meer dat de Ziel in jou ruimte krijgt, je het spel doorzien hebt, kan het je niet meer gevangen nemen, kun je er niet meer bevangen door raken.. Het doet je allemaal niet zoveel meer, het gevecht is voorbij. Je hebt gevonden wat alles omvat. Alles omvat met begrip met Liefde en niemand kan je daar dan meer uithalen. Dan ben je niet geïsoleerd van die wereld, juist niet. Je bent verbonden met alles en iedereen in die Liefde. Het komt eropneer, alles is dan recht gemaakt en daardoor is er ware recht-vaardigheid. Je Liefde is voor iedereen, als een vanzelfsprekendheid. Overal waar ontvankelijkheid is stroom je uit, en waar geen ontvankelijkheid is. Ook hen omvat je met Liefde met begrip. Er is geen oordeel meer, geen vijand, geen voor of afkeur. Je hebt in alle eenvoud lief. Dit kan nog confronteren, in wie je bent. En alles wat nog niet recht in jouzelf gemaakt is zal intens oplichten, zichtbaar worden totdat het gezien is en oplost in het Licht. Je Ziet wat is, doorziet wat

30-8-61 Zien/nederigheid afsluiting

Er zijn twee soorten aandacht, de ene is actief en de andere is zonder beweging. Wat gebeurde was wezenlijk nieuw, iets dat nooit eerder gebeurd was. Het te 'zien' gebeuren was het wonder van de nederigheid; het brein was volkomen stil, zonder enige reactie, al was het helemaal wakker. Die bergtop 'zien', zo prachtig in de avondzon, met ogen die geen kennis droegen (al had je hem duizendmaal eerder gezien), was getuige zijn van de geboorte van het nieuwe. Dit is geen dwaze romantiek of sentimentaliteit met de onafscheidelijke wreedheid en stemmingen, ook geen emotie met golven van geestdrift en neerslachtigheid. Het is iets, zo volkomen nieuw, dat in die totale aandacht stilte ligt. Uit die leegte komt het nieuwe voort. Nederigheid is geen deugd, je kunt haar niet aankweken, ze past niet in de moraal van de achtenswaardigen. Het verzamelen, of het nu bezittingen, ervaringen of vermogens geldt, sluit nederigheid uit. Leren is geen proces van vermeerdering, kennis verg

Gnostieke bewustwording

Afbeelding
Het gaat heel ver de Gnostieke bewustwording. Zelfs het neutraliseren, reinigen van de zintuigen. Dus dat wat we zien, horen, proeven, tasten. Dat we hier niet meer vol mee zijn, ons niet meer gevangen kan nemen, dat we er niet meer bevangen door raken. Want er is zoveel waar we in de ban van kunnen raken, en zo vrijblijvend lijkt. En toch kunnen we daardoor t omzettingsproces tegenhouden. Eigenlijk betekent dit het onthecht worden van alles. Dan kun je er nog vrijblijvend van genieten, van dat wat je ziet, hoort, proeft maar je Weet/ervaart dat t allemaal heel vluchtig is. Je speelt het spel nog zo goed mogelijk mee maar je zit er niet meer aan vast, je hoeft er niks meer mee. Radicaal gezien als een zintuig uitvalt, je ziet niet meer, je hoort niks meer, je proeft niks meer, zelfs dan kan er niks van je afgenomen worden, je blijft die je Bent. Dat is dan onaantastbaar. Het frappante is dat de energie wegvalt om je zintuigen te laden, de behoefte valt weg. In wat je hoort, in w

30-8-61 Zien/nederigheid

Het was een rustige, heldere avond en de bergen waren dichterbij dan ooit. De rivier was kalm, er waren niet zoveel rotsen en het water stroomde snel. Je zou moeten rennen om het bij te houden. In de lucht hing de geur van pasgemaaid gras, in een land dat welvarend en tevreden was. Wat zijn er weinig mensen die de bergen of een wolk echt zien. Ze kijken, ze maken een paar opmerkingen en ze lopen door. Woorden, gebaren, emoties staan werkelijk zien in de weg. Aan bomen of bloemen wordt een naam gegeven, ze worden ergens bij ingedeeld en daarmee uit. Om werkelijk te zien moet er nederigheid zijn, waarvan de essentie onschuld is. Er is daar die berg, met die avondzon erop; om die voor de eerste keer te zien, te zien alsof hij nooit eerder was gezien, te zien met argeloosheid, met ogen die gewassen zijn in de leegte, die niet gewond zijn door kennis - dat zien is een zeldzame ervaring. Een nederigheid die nooit door trots of ijdelheid is aangetast. Bij die bepaalde gebeurtenissen o

29-8-61 de lichtplek

Het was een heerlijke avond; er was de hele dag geen wolkje aan de lucht geweest en nu was de zuiverheid van de hemel en van de schaduwen overrompelend, het avondlicht een verrukking. De zon ging onder achter de heuvels, die hun lange schaduwen over andere heuvels en over de velden wierpen. Het pad dat een volgend grasveld doorkruiste ging nogal steil omlaag en kwam uit op een groter, breder pad, dat door het bos liep. Er was niemand op dat pad, het was verlaten en het was in het bos heel stil, behalve een beekje dat meer lawaai leek te maken voordat het tot rust kwam voor de nacht. Er waren hoge sparren daar en de lucht was geurig. Plotseling, toen het pad een bocht maakte, zag je door een lange tunnel van bomen een stukje groen en een pas gekapt stuk dennenbos, waar de avondzon op scheen. Het was overrompelend van intensiteit en verrukking. Je zag het en alle ruimte en tijd losten op; er was alleen dat plekje licht en anders niet. Niet dat je dat licht werd of dat je je met dat li

het Niets

Afbeelding
De kern van het Niets zijn is, dit waarlijk beleven in jezelf, dat er dan ook geen verwarring meer is mbt tot het spel om je heen. Dat voegt zich daarnaar. Juist als je tot dit Niets gekomen bent zal die verwarring er niet meer zijn mbt de maatschappij. Je doet wat binnen je mogelijkheden ligt, en als t niet werkt laat je weer los. Ik pas ook niet meer overal, maar kan me wel in heeeel veel voegen. Juist als je in het Niets bent, jezelf als Niets ervaart is er een grote innerlijke Kracht waar je vanuit leeft. Je doet gewoon wat t moment vraagt. Als je tot Niets geworden bent is de afhankelijkheid verdwenen. Je kunt niet meer klein gemaakt worden, maar ook niet meer groot. Je bent gewoon die je Bent. Je kunt ontvangen zonder je verheven te voelen als mensen blij zijn in wat je doet of bent. Daar zit dan geen dualiteit meer in. Want als je tot Niets geworden bent kan de ander je geen pijn meer doen. Als je tot Niets geworden bent, wat betekent dat t ego verdwenen is dan doe je in

28-8-61 behoefte

Daarboven in de schaduw was het koel en fris en mooi, de bergen en de heuvels, de dalen en de schaduwen. Het land was hier en daar moerassig en er groeide riet, kort en goudkleurig, en tussen het goud stonden witte bloemen. Maar dat was niet alles. Tijdens de klim naar boven en bij de afdaling was er de kracht die een zegening is. Ze heeft de hoedanigheid van enorme en ondoordringbare vastheid; geen enkele materie zou zo vast kunnen zijn. Geen brein zou zo'n kracht, met haar vreemde intensiteit en vastheid kunnen verwoorden. Ze was er en geen denken zou haar kunnen oproepen of laten verdwijnen. Er kan een staat van intensiteit bereikt worden, waarin aan niets behoefte bestaat. Behoeften zijn de verborgen hunkeringen die tot gehechtheid leiden. De behoefte aan seks, aan drank, aan roem, aan verering, de behoefte aan vervulling van onszelf met de bijkomende eerzucht en teleurstellingen. Al die verschillende behoefte brengen onvermijdelijk die gehechtheid voort die verdriet en ang

27-8-61 sfeertekening

Samengevloeid met andere kleine beken slingerde de rivier zich luidruchtig door het dal en het gebabbel was nooit eender. Ze had haar eigen stemmingen, maar was nooit onaangenaam, had nooit een boze bui. De kleintjes hadden een scherpere klank, er waren meer keien en rotsen; ze hadden stille gedeelten in de schaduw, ondiep, met dansende schaduwen en 's nachts klonken ze heel anders, zacht, teder en aarzelend. Ze stroomden omlaag door verschillende dalen, uit verschillende bronnen, de een veel verder weg dan de ander; de een van een gletscher en van een bochtige waterval en de ander moest van een bron komen die te ver weg was om naar toe te lopen. Ze voegden zich allebei bij de grotere rivier, die een diepe, rustige toon had en waardiger, breder en sneller was. Alledrie waren ze met bomen omzoomd en de lange, golvende lijn bomen liet zien waar deze rivieren vandaan kwamen en waarheen ze gingen; zij waren de bewoners van de dalen en ieder ander was een vreemdeling, met inbegrip van

het gemoed het Woord

Afbeelding
Wel een heel belangrijk thema waar we misschien vaker aan voorbij gaan. De uitwerking van onze gedachten, van de woorden die we uitspreken. Het kan goed zijn om jezelf hierover te bezinnen, hier bij stil te staan. Stil staan bij wat je uitspreekt, van waaruit je spreekt, waarom je spreekt? Wat wil je ermee? Ook je gedachten, wat je denkt, hier bij stilstaan. Wat de gevolgen zijn, vooral als je lang achter elkaar hetzelfde blijft denken, in een patroon. Dan zet t zich vast, wordt t een levend wezen waar jij door geleefd wordt. Dan ben je niet meer vrij. Dan raak je hierin gevangen, door bevangen. Onderdrukken werkt natuurlijk niet, in wat je denkt, of wat je zegt. Maar t draait uiteindelijk om bewustzijn, om hierin bewust aanwezig te zijn. Stil te staan bij je gedachten, de betekenis daarvan, wat ze je willen zeggen, wat ze zeggen. Stil te staan bij wat jij zegt, al die woorden die je uitspreekt. Van waaruit? Alles is energie, alles heeft gevolg. Is er een grote behoefte tot pra

26-8-61 sfeerbeschrijving

Het was een mooie morgen geweest, vol zonneschijn en schaduwen; de tuin van het vlakbij gelegen hotel was vol kleuren, had alle kleuren; ze waren zo helder en het gras was zo groen, dat ze de ogen en het hart pijn deden. De verre bergen glinsterden fris en tintelend, gewassen door de morgendauw. Het was een betoverende morgen en overal was schoonheid; op de smalle brug, op de rivier, op een pad in het bos, waar het zonlicht met de bladeren speelde; ze trilden en hun schaduwen bewogen; het waren gewone planten, maar bij hun frisse groen verbleekten alle bomen die naar de blauwe hemel oprezen. Je kon niet anders doen dan je verwonderen over al die pracht, over de overdaad, over die beweeglijkheid; je kon alleen maar verbaasd zijn over de kalme waardigheid van elke boom en plant en over de eindeloze vreugde van die zwarte eekhoorns, met hun lange pluimstaarten. Het water van de rivier was helder en fonkelde in de zon die door de bladeren scheen. Het was vochtig en plezierig in het bos.

23-8-61 dageraad

Er waren een paar zwervende wolken aan de vroege ochtendhemel die heel bleek, kalm en tijdloos was. De zon wachtte tot die ochtendlijke pracht voorbij zou zijn. De dauw lag op de velden en er waren geen schaduwen; de bomen stonden eenzaam op hun schaduwen te wachten. Het was heel vroeg en zelfs de rivier aarzelde om haar omstuimige loop te nemen. Het was rustig; de wind was nog niet wakker en de bladeren bewogen niet. Van geen van de boerderijen steeg nog rook op, maar de daken begonnen te glanzen in het naderende licht. De sterren weken schoorvoetend voor de dageraad en er heerste die vreemde, stille verwachting die er is als de zon op het punt staat op te komen; de heuvels wachtten, net als de bomen en de velden, die vol vreugde open lag. Toen raakte de zon met een zachte, vriendelijke aanraking de bergtoppen en de sneeuw begon te schitteren in het vroege morgenlicht. Na de lange nacht begonnen de bladeren te bewegen en vanuit een van de huisjes steeg rook recht omhoog; de rivier r

het Geweten

Afbeelding
Mbt het Geweten. Aan het begin van mijn bewustzijnsweg was het een zeer intense tijd, waarin het Geweten elk moment sprak, in alles wat ik deed. Me terugriep, me confronteerde met mezelf. Slechts klaarhelder het Licht over dat wat was. Het viel niet te ontkennen, te verloochenen. In korte tijd ben ik toen door heel veel heen gegaan. Ik moest er wel doorheen want anders kon ik niet verder, dan stopte alles. Naarmate het proces vorderde sprak het Geweten minder en minder want het hoefde niet meer te spreken, het was in harmonie gebracht, in het Licht gebracht. Uiteindelijk breekt een ander Krachtveld je leven in en haalt daarin alles overhoop. Als je daartegen gaat vechten ja dan wordt t nog erger, wat dan natuurlijk vroeg of laat niet meer lukt, je wel tot overgave moet komen. Als die Kracht nog niet in je kan werken, kun je een relatief rustig leventje leiden, tuurlijk met zijn ups en downs. Die ups en downs hebben dan te maken met dat er iets tegen zit, dat je teleurgesteld b

21-8-61 Het is

Het is opnieuw een heldere, zonnige dag geweest, met lange schaduwen en glinsterende bladeren; de bergen waren sereen, massief en dichtbij; de hemel was ongewoon blauw, vlekkeloos en zacht. De aarde was vol schaduwen; het was een morgen voor schaduwen, voor kleine en grote, voor lange schrale en dikke verzadigde, voor plompe huiselijke en voor blije beweeglijke schaduwen. De nokken van de daken van boerderijen en chalets, de nieuwe zowel als de oude, glansden als gepolijst marmer. Er leek een grote juichende vreugde te heersen onder de bomen en de weiden; ze bestonden voor elkaar en boven hen was de hemel, niet de door de mens bedachte hemel met zijn kwellingen en hoop. Er was leven, eindeloos, groots, pulserend, dat zich uitstrekte in alle richtingen. Het was leven dat altijd jong en altijd gevaarlijk is; leven dat nooit op één plaats bleef, dat over de aarde rondzwierf, ongebonden, zonder ooit een spoor achter te laten, zonder ergens aan te kloppen of om iets te vragen. Het was er i

20-8-61 sfeerbeschrijving

Het was een dag als geen andere: de hemel was intens blauw en alles fonkelde in de ochtendzon. Een paar wolkjes die nergens heen moesten dreven op hun gemak rond. De zon op de trillende espenbladeren schiep schitterende juwelen, afstekend tegen de groene, langzaam oplopende heuvels. De weiden waren in een nacht veranderd, intenser, zachter, van een volslagen onvoorstelbaar groen. Er stonden drie koeien lui te grazen, hoog tegen de heuvel op; hun bellen waren hoorbaar in de vroege klare morgenlucht; ze bewogen zich in één lijn, gestadig hun weg kauwend van de ene kant van de wei naar de andere. En de skilift ging over hen heen zonder dat ze zelfs de moeite namen om op te kijken of zich te laten storen. Het was een mooie morgen en de besneeuwde bergen stonden scherp afgetekend tegen de hemel, zo duidelijk dat je de vele kleine watervallen kon zien. Het was een morgen van lange schaduwen en oneindige schoonheid. Vreemd, hoe liefde in die schoonhid leeft; er was een zo grote tederheid da

18-8-61 kennis

Het had het grootste deel van de nacht geregend en het was behoorlijk koud geworden; er lag flink wat verse sneeuw op de hogere heuvels en bergen. Ook stond er een straffe wind. De groene weiden waren buitengewoon levendig en het groen was adembenemend. Het had ook het grootste deel van de dag geregend. We volgden een pad dat van het ene dorp naar het andere liep, een pad dat zich om boerderijen heen wond en door malse groene weiden slingerde. De hoogspanningsmasten, die zware elektriciteitskabels droegen, staken overrompelend af tegen de avondhemel; als je omhoog keek naar die torenende stalen bouwsels tegen de voortjagende wolken, dan waren daar schoonheid en kracht. Buiten dit alles was er op die schoongeregende, modderige weg een anderszijn, een wereld die nooit door het menselijke denken met zijn activiteiten en zijn eindeloze lijden kon worden aangeraakt. Deze wereld was niet voortgekomen uit hoop of uit geloof. je was je er op dat moment niet volledig bewust van, er waren te

voorleven

Afbeelding
Het gaat erom dat uiteindelijk waarlijk dat heilbegeren in jezelf vrijkomt. Dat is het enig waarlijk bevrijdende begeren waardoor de Ommekeer kan komen, de Verbinding gemaakt kan worden. Dan begint een totaal nieuw leven, breekt er een aspect in je Wezen in wat er eerst niet was. Je roept het op, als het enige verlangen is om te begrijpen. De reactie zal komen. De Geest zal je aan de hand nemen, en alles maar dan ook alles zal anders zijn. De Geest strijdt natuurlijk niet, de Geest is Licht en schijnt gewoon. Wij strijden in het blootgesteld worden aan dit Licht. Dat kan heel erg pijn doen, confronteren. Maar het is een louteringsbrand en je zult een Vrij mens worden, een waarlijk Liefdevol mens, vol Liefde, vervuld door de Liefde. Het is een loskomen van de dualiteit en ingaan in de Eeuwigheid. Het kan al heel vroeg beginnen. Wat geef je als ouder je kind mee? Wat leef je voor, wat laat je zien? Geef je ruimte in dit kind aan zijn ware ont-wikkeling, het vrijmaken en houde

17-8-61 verstilling

Je voelde, meer dan je zag, de schoonheid van het land en de vermoeide mensen, het snelstromende riviertje en de stille weilanden. Op de terugweg, dicht bij het chalet, was de lucht volledig bedekt door zware wolken en plotseling scheen de ondergaande zon op een paar rotsen, hoog op de bergen. Dat plekje zonlicht op die wand van rotsen openbaarde een diepte aan schoonheid en gevoel zoals een gesneden beeld die nooit bevatten kan. Het leek of ze van binnen verlicht werden door een eigen licht, sereen en nooit verflauwend. Het was het eind van de dag. Pas toen je de volgende morgen vroeg wakker werd, besefte je de pracht van de vorige avond en de liefde die voorbij gekomen was. Het bewustzijn kan de grootsheid van ongereptheid niet bevatten; het kan die wel ontvangen, maar niet nastreven, noch ontwikkelen. Het bewustzijn in zijn totaliteit moet vrij zijn van beweging, zonder te willen, te zoeken of ooit iets na te streven. Het bewustzijn als geheel moet verstild zijn en alleen dan k

16-8-61 opgewekt

Er was een stukje blauwe hemel tussen twee uitgestrekte, eindeloze wolken, het was van een helder, overrompelend blauw, heel zacht en doordringend. Binnen een paar minuten zou het worden opgeslokt en voor altijd verdwijnen. Er zou nooit meer een hemel van dat blauw te zien zijn. Het had het grootste deel van de nacht en de morgen geregend en er lag verse sneeuw op de bergen en op de hogere heuvels. De weiden waren groener en malser dan ooit, maar dat kleine stukje doorschijnend-blauwe hemel zou nooit meer te zien zijn. In dat kleine plekje lag het licht van alle hemelen en het blauw van alle luchten. Terwijl je ernaar keek begon het van vorm te veranderen en de wolken repten zich om het te bedekken, opdat er niet teveel van zichtbaar zou zijn. Het was verdwenen om nooit meer te verschijnen. Maar het was gezien en het wonder ervan blijft. Op dat ogenblik, tijdens het rusten op de bank, terwijl de wolken het blauw veroverden, kwam volkomen onverwacht de zegening, met haar puurheid en o

occulte gaven

Afbeelding
Het ontwikkelen van gaven via technieken methoden etc. is gewoon te vroeg. Te vroeg om de heel eenvoudige reden dat jij er dan nog bent, jouw ego. De ware gaven zullen geheel natuurlijk tot ontplooiing komen als jij verdwenen bent. Daar hoef je niets voor te doen, alleen de voorwaarden scheppen dat dit proces plaats mag vinden. Het omzettingsproces, het transformatieproces, het totaal leeg worden van alles wat je dacht te zijn. Alles laten verstillen, tot stilte laten worden, alle fixatie, vaak frustratie, de bezetenheid door zoveel. Pas als dit proces plaatsgevonden heeft in alle dimensies van zijn. Als alle emoties verstild zijn, alle denken doorzien is, jezelf doorzien bent, jezelf ontmaskert hebt. Pas als je eigenlijk heel onpersoonlijk geworden bent, niet meer om t minste of geringste in opwinding geraakt, er een gelijkmoedigheid ontstaan is. Pas als je helemaal je hart gereinigd hebt van zoveel wat het 'vervuild' had. Pas dan kunnen nieuwe deuren opengaan, nieuwe vo

15-8-61 schepping

Op de wandeling langs de rivier, terwijl de bergen in de wolken zaten, waren er momenten van een intense stilte, zoals er stralende plekken blauwe lucht tussen de brekende bewolking waren. Het was een vinnig koude avond met een bries die uit het noorden kwam. Schepping is de mensen met talent, de begaafden, niet gegeven; zij kennen alleen creativiteit, maar nooit schepping. Schepping gaat gedachte en beeltenis, woord en uitdrukking te boven. Ze kan niet worden overgedragen, omdat ze niet in woorden gevat kan worden. Tijdens totaal gewaar-zijn kan ze ervaren worden. Ze kan niet gebruikt, niet op de markt gebracht worden om versjacherd en verkocht te worden. Ze kan niet worden begrepen door het brein met zijn ingewikkelde verscheidenheid aan reacties. Het brein beschikt niet over de middelen om ermee in contact te komen; het is daartoe volledig incapabel. Kennis is een belemmering en zonder zelfkennis kan er geen schepping zijn. Het intellect, het scherp geslepen instrument van het br

12-8-61 ongereptheid

De bergen waren met wolken bedekt en de rivier leek luidruchtiger dan ooit, toen we gisteren het dal in wandelden en een gevoel van verbazingwekkende schoonheid optrad, zonder dat de weiden, de heuvels en de donkere dennen erdoor veranderd waren. Alleen het licht was anders, zachter, met een helderheid die alles leek te doordringen en nergens schaduw achterliet. Toen de weg opliep konden we neerkijken op een boerderij met een groen weiland er omheen. Het was een groene weide, van een diepgroen dat je nergens ziet; die kleine boerderij en die groene weide omvatten de hele aarde en de hele mensheid. Er lag een absolute voleinding in; de voleinding van schoonheid, zonder de kwellingen van denken en voelen. De schoonheid van een schilderij, een lied, een bouwwerk is opgebouwd door de mens, om dan vergeleken, beoordeeld, aangevuld te worden, maar deze schoonheid was geen mensenwerk. Alles wat mensen maken moet volkomen worden afgewezen voordat deze schoonheid kan optreden. Want zij vraagt

7-8-61 sfeerbeschrijving

Na een schitterende dag pakten wolken zich samen; in de nacht zou het regenen. Van alle kanten naderden wolken de bergen en de bergstroom was erg luidruchtig. De weg was stoffig door de auto's en er lag een smalle houten brug over de stroom. We staken hem over en sloegen een met gras begroeid pad in; de groene helling was vol bloemen van alle denkbare kleuren. Het pad ging geleidelijk omhoog langs een koestal, maar die was leeg; het vee was naar veel hoger gelegen weiden gebracht. Het was rustig daarboven, zonder mensen, maar met het geluid van de vliedende stroom. Heel kalmpjes kwam het, zo zachtjes dat je het niet merkte, heel dicht bij de aarde, tussen de bloemen. Het verspreidde zich, bedekte de aarde en je werd erin opgenomen, niet als waarnemer, maar als een deel ervan. Er was geen denken en voelen, het brein was volkomen rustig. Plotseling was er ongereptheid, heel simpel, heel helder en teder. Het was een weide vol ongereptheid die alle genot en pijn en alle kwellingen

het hogere zelf

Afbeelding
Het kan zo'n mooie gedaanten en uitdrukkingen krijgen, het aurische zelf, het hogere zelf, alles wat hierin opgeslagen ligt. Maar uiteindelijk is de kern bijna altijd dat het ik onaangetast blijft, in allerlei vermommingen toch aanwezig blijft, het ego. Dat zich van daaruit vaak opblaast door eventuele gaven die openbaar worden door oefening, technieken. Het is juist de bedoeling dat wij verdwijnen, tot niets worden, waardoor Alles mag/kan Zijn. Dat de Liefde vrijkomt. Dat is en blijft de kern waar je de ware Kracht in/aan kan her-kennen de Liefde. De Liefde die gewoon is, die gewoon liefheeft, onafhankelijk van wat de buitenwereld hiervan vindt hierover zegt. De Liefde die niet zozeer de wereld hoeft te redden, maar overal waar ontvankelijkheid is zal uitstromen. Het staat ook zo mooi in de bijbel, al sprak ik met de tongen der engelen enz. maar ik had de Liefde niet, ik was niets. Dat is en blijft de kern. Iedereen krijgt de verzoeking in de woestijn, ik heb m ook geha

17-7-61 Essentie

We volgden het pad omhoog langs een steile beboste bergwand en gingen na een poosje op een bank zitten. Plotseling, volkomen onverwachts, kwam die heilige zegening over ons. Zoals ze verschillende malen eerder een kamer vervulde, leek ze deze keer de bergwand te omvatten, over het wijde, uitgestrekte dal heen en voorbij de bergen. Ze was overal. Alle ruimte leek te verdwijnen; dat wat veraf lag, de wijde kloof, de verre met sneeuw bedekte toppen en degene die op de bank zat vervaagden langzaam. Er waren niet langer één, twee of velen aanwezig, maar alleen deze immensiteit. Het brein had al zijn antwoorden verloren.; het was niet meer dan een instrument tot waarneming; het zag, niet als het brein van een bepaalde persoon, maar als een brein dat niet geconditioneerd is door tijd-ruimte, als de essentie van alle verstand. Bij het ontwaken vanmorgen was er een beleving die misschien een minuut duurde, of een uur, of tijdloos was. Een beleving waarin de tijd een rol gaat spelen houdt op

laatste woorden Etty

Afbeelding
Maar ja, dit kan ik toch zomaar niet zeggen tegen die jonge vrouwtjes met hun zuigelingen, die in een kale goederentrein waarschijnlijk regelrecht de hel in zullen gaan rijden. En men zou weer aankomen met het: 'Jij hebt makkelijk praten, jij hebt geen kinderen', maar dat heeft er waarachtig niets mee te maken. Er staat een woord geschreven waaruit ik steeds weer nieuwe krachten put. Is het niet ongeveer zo: 'Wanneer ge Mij liefhebt, moet ge Uw ouders verlaten'? Gisterenavond, toen ik er weer zwaar mee te kampen had om niet onder te gaan in een medelijden met m'n ouders, dat me volkomen lam zou leggen als ik eraan toegaf, zag ik ook dit in deze woorden: men mag niet zozeer opgaan in verdriet en zorg voor de eigen familie dat men daarom voor de naaste geen aandacht en liefde meer over heeft. Ik groei steeds meer naar het besef toe dat de liefde tot iedere toevallige naaste, tot ieder evenbeeld Gods uit zou moeten stijgen boven de liefde tot de bloedverwanten. Be

Zelf-autoriteit

Afbeelding
Eigenlijk gaat het er om, dat we steeds meer aspecten van God in ons wezen integreren, hiervoor ruimte maken, door zelf te verdwijnen. Dit is het innerlijke pad gaan. Het pad van zelfautoriteit. Niet het volgen van enige autoriteit buiten jezelf, maar slechts je eigen autoriteit volgen, wat voor jou goed is goed voelt. Dan kan er een instroming komen vanuit de Gnosis als t hart hiervoor ontvankelijk is. Dat is geen verstandskennis, dat is levend Weten, en jij zult het Weten als je t tot je laat spreken. Het kan een brandend verterend vuur zijn, een warme deken, een bron van Kracht, wat maar nodig is. In ontvankelijkheid in een open zijn wordt je zo van binnenuit geleid. Zo kan alles opgeruimd worden wat tussen het Eeuwige Licht in is komen te staan, aan denkbeelden, ideeën over het leven, verwrongen emoties. Alles kan hier in een proces opgelost worden in de Liefde zolang de ontvankelijkheid blijft. Zo zal meer en meer waarlijk de Pymander het alleen-goede zich door jou heen ku

18-8-43 samenspraak

Je hebt me zo rijk gemaakt, mijn God, laat me ook met volle handen uit mogen delen. Mijn leven is geworden tot een ononderbroken samenspraak met jou, mijn God, een grote samenspraak. Wanneer ik sta, in een hoekje van het kamp, mijn voeten geplant op jouw aarde, het gezicht verheven naar jouw hemel, dan lopen me soms de tranen over mijn gezicht, geboren uit een innerlijke bewogenheid en dankbaarheid die zich een uitweg zoekt. Ook 's avonds, wanneer ik in m'n bed lig en rust in jou, mijn God, lopen me soms de dankbaarheidstranen over het gezicht en dat is dan mijn gebed. Ik ben heel erg moe, al enige dagen, maar dat zal ook wel weer voorbijgaan, alles gaat volgens een eigen dieperliggend ritme en men moest mensen leren dit ritme te beluisteren, het is het gewichtigste, wat een mens te leren heeft in dit leven. Ik vecht niet met jou, mijn God, mijn leven is een grote samenspraak met jou. Misschien zal ik nooit een groot kunsternaresse worden, wat ik toch eigenlijk wil, maar ik

11-8-43 brief

Ach weet je, wanneer je hier van binnen niet iets heel sterks hebt dat al het uiterlijke maar als schilderachtige bijkomstigheden beschouwt, niet opwegende tegen die grote heerlijkheid (ik weet op dit moment geen ander woord), die ons onvervreemdbaar innerlijk deel kan zijn - dan is het hier eigenlijk wanhopig. Zo in, in, zielig, al die hulpeloze mensen, die hun laatste handdoek verliezen, die worstelen met doosjes, etensbakjes, bekers, beschimmeld brood, vuil wasgoed op, onder en naast hun brits, die ongelukkig zijn omdat andere mensen tegen hen schreeuwen of onvriendelijk zijn, maar die zelf weer tegen anderen schreeuwen en dat niet eens merken, kleine verlaten kinderen, wier ouders op transport zijn en de moeders van andere kinderen kijken niet naar hen om: ze hebben verdriet om hun eigen gebroed, dat buikloop heeft en allerlei ziektes en ziektetjes, terwijl het vroeger toch nooit iets mankeerde. Je moet die moederdieren zien zitten, in een wezenloze en redeloze wanhoop, bij de krib

10-7-43 brieffragment

Tienduizenden zijn er van deze plek weggegaan, gekleden en ongekleden, ouden en jongen, zieken en gezonden - en ik kan verder leven en werken en blijmoedig zijn. Nu zullen m'n ouders ook van deze plek moeten vertrekken, als het door een wonder niet deze week is, dan toch zeker volgende. Dit willen mensen niet erkennen: dat men op een gegeven ogenblik niet meer kan doen, alleen nog maar zijn en aanvaarden. En met dat aanvaarden ben ik al heel lang geleden begonnen, maar men mag dat alleen voor zichzelf en niet voor anderen. En daarom is het zo wanhopig moeilijk op het ogenblik voor me hier. Moeder en Mischa willen nog steeds wat doen, de hele wereld op zijn kop zetten en ik sta daar volkomen machteloos tegenover. Ik kan niets doen, ik heb nooit iets kunnen doen, ik kan alleen maar de dingen op me nemen en lijden. Daarin ligt m'n kracht en het is een grote kracht. Maar voor mezelf, niet voor anderen. Dit is de laatste brief die ik voorlopig schrijven mag. Vanmiddag worden dus o

het Pad en het offer

Afbeelding
Het Pad gaan heeft grote gevolgen. Ja je leven verliezen, alles wat je denkt te zijn, denkt wat is, denkt wat je moet doen. Alles waar je vol van bent in emoties en gedachten. Het moet allemaal verdwijnen. En de Kracht zal er alles aan doen dat het verdwijnt. Er gaat meestal heel veel vooraf voordat je werkelijk je over geeft aan dat Andere. Zonder voorbehoud, zonder terughouding. Je bent daarin dan al tot een beleven gekomen hoe onvoorstelbaar wijs het Plan is, hoe alles in elkaar past, hoeveel Liefde in dit Plan is. In dit beleven van die Liefde kom je dan tot de overgave en je wil niets liever dan alles overgeven aan deze Liefde. Dat alles op mag lossen in deze Liefde. Je wil dan niets liever dan je leven geven zodat het Leven in je op mag staan. Maar je kunt dit niet doen, niet met je ikje. Je kunt wel het toelaten dat het gebeurd, open zijn, in die overgave. Jezelf durven laten raken, durven laten veranderen, durven inzicht toe te laten hoe t spreekt. Durven kwetsbaar zijn.

afsluiting brief Westerbork

Jij spreekt over zelfmoord en over moeders en kinderen. Jazeker, ik kan me alles voorstellen, maar ik vind dit een ongezond thema. Er is een grens aan alle lijden, misschien krijgt een mens toch niet meer te dragen dan hij dragen kan - en als er een grens bereikt is, sterft hij vanzelf wel. Er sterven hier af en toe mensen aan een gebroken geest, omdat ze de zin niet meer vatten kunnen, jonge mensen. De heel oude wortelen nog in een sterkere bodem en aanvaarden hun lot waardig en gelaten. Ach, men ziet hier zoveel soorten mensen en men slaat ze gade in hun houding tegenover de moeilijkste en laatste vragen... Ik zal eens proberen jullie te beschrijven hoe ik me voel. Wanneer een spin haar web weeft, werpt ze dan al niet de hoofddraden vooruit en klimt ze er dan niet zelf achteraan? De hoofdweg van m'n leven strekt zich al een heel eind voor me uit en reikt al in een andere wereld. Het is net of alles wat er hier gebeurt en wat er nog gebeuren zal al ergens in me verdisconteerd is

3-7-43 Westerbork 2

We ontmoeten vele familieleden die we in jaren niet gezien hebben, juristen, een bibliothecaris enz. achter kruiwagens vol zand, in slordige en onhandig zittende overalls en we kijken elkaar eens een beetje aan en zeggen niet veel. Een jonge, treurige marechaussee zei op een transportnacht tegen me: ik val hier op zo'n nacht vijf pond af en je moet hier alleen maar horen, zien en zwijgen. De ellende is werkelijk groot en toch loop ik dikwijls, later op de avond, als de dag achter je in een diepte weggezonken is, met een veerkrachtige pas langs het prikkeldraad en dan stijgt er altijd weer uit m'n hart naar boven - ik kan er niets aan doen, het is nu eenmaal zo, het is van een elementaire kracht -: dit leven is iets prachtigs en iets groots, we moeten nog een hele nieuwe wereld opbouwen later - en tegen iedere wandaad te meer en gruwelijkheid te meer hebben wij een stukje liefde en goedheid te meer tegenover te stellen, dat we in onszelf veroveren moeten. Etty Hillesum

onaantastbaar Plan

Afbeelding
Geloof je, beleef je, met je hele wezen, dat er een onaantastbaar Goddelijk Plan is? Dat het uiteindelijk mogelijk is om daarin mee te resoneren? Steeds in jezelf toetsen, voelen, vibreer ik nu echt mee, ben ik nu echt afgestemd op dat wat mij omvat of zet ik mezelf vast in mijn ikje, in wat ik wil, wat ik denk dat er is en moet gebeuren? Uiteindelijk draait het in het leven om, om tot meebewegen te komen. Vele levens zitten we op wat voor manier dan ook in het tegen-bewegen, eigenwilligheid, het zelf willen bepalen, het zelf willen doen, vol blijven van jezelf, je talenten je emoties wat dan ook, helemaal vol. Dan kan er geen afstemming zijn met het mee-bewegen, het meeresoneren. Maar het Plan voorziet daarin, wacht rustig af, blijft rustig stralen, Weet dat eens t moment komt....... Eens het moment komt dat er geluisterd gaat worden, vrijwillig, zonder voorbehoud naar dat wat is was en altijd zal Zijn. Hier gaat meestal heeeeeeeeeel veel aan vooraf. Bv al het centrale thema van

3-7-43 brief uit Westerbork 1

3 juli '43 Westerbork lieve vrienden, Ik ga hier op m'n derde bovenbed in de gauwigheid nog een waar schrijfbacchanaal ontketenen, over een paar dagen valt de barrière voor onze ongelimiteerde schrijverij, dan word ik 'kampinsassin' en mag nog maar één keer in de 14 dagen een brief schrijven, die ik geopend in moet leveren. De ellende die hier heerst, is werkelijk onbeschrijfelijk. In de grote barakken leeft men als ratten in een riool. Men ziet veel wegstervende kinderen. Maar men ziet ook veel gezonde kinderen. Vorige week kregen we op een nacht een gevangenentransport door. Wasbleke en doorzichtige gezichten. Ik heb nog nooit zoveel uitgeputheid en vermoeidheid op mensengezichten gezien als die nacht. Die nacht werden ze bij ons 'doorgesluisd': registratie, nog eens registratie, fouillering door opgeschoten NSB'ers, quarantaine, een kleine lijdensweg op zichzelf van uren en uren. Vroeg in de ochtend werden deze mensen in lege goederenwagens geperst. De