Posts

Posts uit februari 27, 2011 tonen

de zaligsprekingen 4

'Zalig zijn de barmhartigen; hun zal barmhartigheid geschieden'. De barmhartigheid is een innerlijke functie van het geestelijk leven waarin de godheid zich heeft gevormd tot de gestalte van het zelf. Het is het kenmerk van het verlichte leven dat zijn oorsprong in ons heeft en die gelukzaligheid bewerkstelligt waaruit het erbarmen als een verwarmend mededogen opstijgt. In een gelukkig mens is geen plaats meer voor hardheid en wrok. Zijn openheid doet hem doorstroomd zijn van een onvermengde helderheid waarin eenvoudig geen plaats is voor hardvochtigheid. De godheid is man en vrouw in enen waarvan de vrouwelijke zijde als scheppend en werkend, de levensmoeder is. Het oer-zijn heeft in zich die tweeheid besloten als zijn en werkend zijn en dit werd en wordt nog aanbeden als de moeder Gods. De zaligsprekingen gelden niet in de eerste plaats voor onze medemensen maar vooral ook voor onszelf. Wij zijn het zelf die barmhartigheid zeer van node hebben. De wijze waarop een mensen

de zaligsprekingen 3

'Zalig zijn de zachtmoedigen, zij zullen het aardrijk beërven.' Zachtmoedigheid is het kenmerk van geduld. Er is geen agressie, geen enkele neiging tot macht, geen dringen naar vooraan te komen. Het kenmerkt zich zowel door ingekeerd te zijn als door onmiddelijke bereidheid de slagen van het lot zonder tegenstand te bieden, zonder opstandigheid, te aanvaarden. Het zachtmoedige kan dit omdat haar kracht niet te vernietigen is. Deze kracht makt zelfs de indruk van niet aanwezig te zijn, niet gezien te worden omdat zij inderdaad niet gemakkelijk te onderscheiden is. Waar zij ook is, ze is overal op haar plaats of het in de hoogte of in de laagte is. Zij is te herkennen in het zachte en stille dat van een groter vermogen is dan het sterke en luidruchtige. Zij laat zich niet huldigen met de krans der overwinning noch vereren als iets uitzonderlijks. Zij blijft onder alle omstandigheden wat het is en haar lieflijkheid blijft stralen te midden van welke stormen ook. In haar is ge

de zaligsprekingen 2

'Zalig die treuren; want zij zullen vertroost worden'. De armoede van de geest brengt treurigheid met zich mede, zolang deze armoede niet wordt opgeheven door de bevrijdende aanwezigheid der liefde Gods. Maar zelfs dan blijft er een randgebied over van de herstelde menselijke eenheid, waarin de vatbaarheid voor 'treurigheid' blijft hoewel het vernieuwde mensenkind er zich voortdurend boven vermag te verheffen. Hoewel zijn bewustzijn deel krijgt aan een onvergankelijk en onverstoorbaar, ononderbroken werkzaam geestelijk organisme, wordt steeds de tegenstelling gevoeld van zijn vergankelijk deel dat door zijn zinnelijke zintuiglijkheid voortdurend wordt gevoed en bezocht. De mens wordt door de 'achterhoede' van zijn geestelijke instelling beschermd, maar dit kan niet verhinderen dat hij voortdurend toe moet zien op het verloop der voorpostengevechten, die zich in het grensgebied van leven en sterven, van vergankelijkheid en onvergankelijkheid afspelen. Hij mo

de zaligsprekingen 1

'Zalig de armen van geest, want hunner is het koninkrijk der hemelen' Het begin van de weg naar het koninkrijk. Als er geen andere weg meer mogelijk is; gebroken en ontdaan, verbrijzeld en ontredderd. O God, er is geen God. Er is nergens een ander. Weergaloze vermoeidheid, niet verder gaan. Vertwijfeling, verlorenheid, geen hoop, geen verwachting, geen enkel uitzicht meer. Zich prijsgegeven voelen aan chaos, ontbinding en wanhoop. Niet meer zien, niet meer horen, niet eens een tasten meer, een afgrond van het niets. Is het een oud inwijdingsspel? Het rode kleed? De doornenkroon? Of is het werkelijkheid dat het liefste wat een mens ooit had met één ruk uit hem weggetrokken werd? Diep geworteld in zijn ziel, verspreid geaderd in zijn wezen. Met één ruk! Volstrekte armoede van geest. Doorbroken, van binnen overal bloedend, rode mantel. Al zijn zinnen zijn stekels en doornen geworden, alles heeft zich omgekeerd, binnenste buiten. Eén ding nog: hij staat. Hij staat en schreeuwt

zelf-observatie

Afbeelding
Het gaat niet om fixeren en er iets van maken, een invulling aan geven wat je bent, wat je doet. Het gaat om zien, gewoon zien/voelen wat is. Wat het ook is, wat er ook in je omgaat. Dan kun je dit heel zwaar maken, helemaal vol hiervan zijn, maar je kan ook het licht toelaten. Dat je dit niet helemaal bent, dat er meer is. Dat onder de duisternis en verwarring, eventueel uitzichtloosheid, toch licht is en nieuw uitzicht, begrip. Dat het kan veranderen als jij jezelf openstelt voor deze verandering. Niet, ik ben depressief, en dat is het, het daarbij laten. Maar gewoon proeven wat die wolk van depressie inhoudt, wat die angst inhoudt, wat er echt in je omgaat. Niet je vastzetten in het beeld wat je ervan maakt. Dan kan het ineens veel lichter worden, het anders ervaren worden. Als zichtbaar wordt, als zichtbaar mag worden waar die depressie, waar de pijn, waar de angst verbindingen mee heeft, waar het zijn wortels heeft. Als je het gewoon toelaat, laat zijn wat het is, als e