Posts

Posts uit februari 26, 2012 tonen

14-11-61 sensatie en sensitiviteit

Sensitiviteit en sensatie zijn twee verschillende dingen. Sensaties, emoties en gevoelens laten altijd een residu achter, de accumulatie hiervan stompt af en vervormt. Sensaties zijn altijd tegenstrijdig en betekenen dus conflict; conflicten stompen de geest altijd af en misleiden de waarneming. Schoonheid waarderen in termen van sensatie, van voorkeur en van afkeer, betekent blind zijn voor schoonheid; sensatie leidt alleen tot scheiding van mooi en lelijk, en verdeeldheid is geen schoonheid. Omdat sensatie en emoties conflicten voortbrengen, worden - om die conflicten te vermijden - discipline, beheersing en onderdrukking bepleit, maar deze bouwen slechts weerstand op en vergroten zo de conflicten, ze brengen meer afstomping en ongevoeligheid teweeg. Alle vormen van sensatie, hoe verfijnd of grof ook, kweken verzet en verval. Sensitiviteit betekent ontsterven aan elk residu van sensatie; totaal en intens gevoelig zijn voor een bloem, een persoon of een glimlach, is zonder een lit

de kracht vd liefde

Afbeelding
Zonder liefde zal er nooit wezenlijke verandering komen. Zonder die liefde geen heilbegeren. Zonder die liefde geen ommekeer. Zonder die liefde geen overgave. Vanuit die liefde, aangeraakt door de Liefde wordt het iets heel natuurlijks dat je alles overgeeft. Dat je tot het niet mijn wil geschiede maar Uw Wil komt. Je ervaart dat dit de Oplossing is waarin alle vragen, alle verwarring, alle pijn en duisternis mag oplossen. Je staat nog aan t begin maar je voelt het je Weet het en je geeft je over. Dan is er een Verbinding gemaakt met Tao met het Licht met de Liefde. Een Verbinding die je niet meer kunt ontkennen. Een Kracht die in je werkt, op je inwerkt, tot je spreekt elk moment van de dag. Het Geweten dat tijdloos is. In deze Kracht, in deze Verbinding kun je dan meer en meer vrij worden van alles wat je aan deze aarde bindt, gevangen houdt. Het wordt doorzien, het krijgt geen kracht meer en verdwijnt. Naarmate dit proces vordert wordt het steeds eenvoudiger deze Verbindin

13-11-61 de kei

Uit de zuidelijke heuvels springt een kolossale kei naar voren; van uur tot uur verandert hij van kleur; hij is rood - gladgepolijst dieproze marmer - mat steenrood - door de regen schoongespoeld en door de zon verbrand terracotta - mosgroen grijs - een bloem met vele kleurschakeringen - en soms is hij alleen maar een rotsblok zonder enig leven. Hij is dat allemaal en net toen vanmorgen de dageraad de wolken grijs kleurde, was die rots een vuur, een vlam tussen de groene struiken; zo grillig als een verwend wezen, maar haar stemmingen zijn nooit donker of dreigend; ze heeft altijd kleur, vlammend of rustig, schreeuwend of glimlachend, verwelkomend of teruggetrokken. Ze zou een van de aanbeden goden kunnen zijn, maar toch is ze een rots met kleur en waardigheid. Al de heuvels lijken stuk voor stuk iets eigens te hebben geen ervan is erg hoog, ze zijn hard in een hard klimaat, ze lijken gebeeldhouwd, explosief. Het lijkt of ze bij het dal passen, dat niet te groot is, ver van steden e

11-11-61 feiten en geloof

Een kraai kraste zo hard hij kon; hij zat op een tak met dicht gebladerte. Hij was niet te zien; er kwamen en gingen andere kraaien, maar hij ging bijna onophoudelijk door met zijn scherpe, doordringende gekras; hij was ergens boos over of beklaagde zich over iets. De bladeren schudden om hem heen en zelfs de paar druppels regen deden hem niet ophouden. Hij was zo volkomen in beslag genomen door wat hem stoorde, wat dat dan ook mocht zijn. Hij kwam tevoorschijn, schudde zich en vloog weg, alleen om zijn bijtende aanklacht weer te hervatten; kort daarop raakt hij vermoeid en rustte uit. En dezelfde kraai, op dezelfde plaats, liet toen een ander gekras horen, gedwee, een beetje vriendelijk en uitnodigend. Er zaten andere vogels in de boom, de Indiase koekoek, een heldergele vogel met zwarte vleugels, een zilvergrijze dikke vogel, een van de vele die ook aan de wortels van de boom zaten te krabbelen. Er kwam zo'n kleine gestreepte eekhoorn aan, die de boom in klom. Ze zaten daar a

9-11-61 het Andere

Bij de bocht in de weg loopt de weg zachtglooiend af over een paar bruggen over droge, rode rivierbeddingen naar de andere kant van het dal. De ossenkar was die weg afgegaan, een paar dorpelingen kwamen hem stil en verlegen oplopen; er speelden kinderen in de rivierbedding en een vogel riep aanhoudend. Net toen de weg een bocht naar het oosten maakte, kwam het Andere. Het stortte neer in grote golven van zegening, groots en immens. Het leek alsof de hemel openging en vanuit die immensiteit kwam het onbenoembare; het was er de hele dag geweest, besefte je plotseling, en pas nu, terwijl je op korte afstand van de anderen alleen liep, besefte je dat feit en wat het zo bijzonder maakte was dat wat gebeurde; het was het hoogtepunt van wat zich voorgedaan had en geen op zichzelf staande gebeurtenis. Er was licht, niet van de ondergaande zon, noch krachtig kunstlicht; die werpen schaduwen, maar er was licht zonder schaduw en het was licht. Krishnamurti

de wereld en jij

Afbeelding
Juist als een stuk weten, wijsheid vrijkomt willen we dit zo graag delen in eerste instantie. Dit wordt wel eens overstralen genoemd. Maar daarmee creeër je meer verwarring, veroorzaak je meer pijn, dan dat je iemand er wezenlijk mee kan helpen. Het gaat om Zijn wat je zegt, dat het een is. Dan hoef je slechts te zijn die je bent. Overal ben je dan een Licht, in alles wat je doet. Je straalt iets uit, wat je in jezelf verwezenlijkt hebt. Alle dwangmatigheid alle eigenwilligheid om iets te zeggen of te doen moet verdwijnen. Pas dan kan het Leven kan het Licht zich door jou heen kenbaar maken. Dan Weet je wat je moet doen, hoef je niet na te denken over wat je moet zeggen. De woorden zullen zo naar buiten stromen, worden opgeroepen door de situatie. Dan zal het in harmonie zijn met dat moment, wat dat moment vraagt. Het allerbelangrijkste wat je voor ogen moet houden is dat alles wat in de wereld gebeurd betekenis heeft, een spiegel is van de binnenwereld van mensen. Dat we uitei

9-11-61 stilte

Er was geen wolkje aan de hemel toen de zon achter de heuvels onderging; de lucht was roerloos en er bewoog geen blad. Alles leek strak gevat in het licht van een wolkeloze hemel. De spiegeling van het avondlicht in een kleine strook water langs de kant van de weg was vol extatische energie en de kleine wilde bloem aan de rand van de weg was vol leven. Er is een heuvel die er uitziet als een van die oeroude, leeftijdloze tempels; hij was purper, donkerder dan violet, intens en grenzeloos onbewogen; hij gloeide van innerlijk licht zonder schaduw en alle rotsen en struiken juichten van vreugde. Een kar met twee ossen kwam de weg af met een lading hooi; er zat een jongen op het hooi en de kar, die veel lawaai maakte, werd door een man bestuurd. Ze staken duidelijk af tegen de hemel, vooral het silhouet van het gezicht van de jongen; zijn neus en voorhoofd waren scherp omlijnd en vriendelijk; het was het soort gezicht van iemand die niet geschoold was en dat waarschijnlijk nooit zou wor