de leeuw 1
Jezus zeide: Zalig is de leeuw dien de mens zal eten en de leeuw zal mens worden; en vervloekt is de mens, dien de leeuw zal eten en de leeuw zal mens worden. Indien een mens zich door de leeuw laat verslinden is hij een buit geworden van het kwaad en zelf de incarnatie van de boze geworden. In dat geval is hij vervloekt. Er rust geen zegen op zijn daden en overal brengt hij ellende en vernietiging en is er voortdurend op uit zijn medemensen tot prooi te maken. Maar indien de mens de leeuw verslindt, dan zal het omgekeerde het geval zijn. Het wil eigenlijk zeggen dat de leeuw als gestalte van het boze een buit wordt van de mens. De leeuweneter is iemand die de leeuw niet vreest. Die hem ook niet tracht te ontlopen en ook niet doet alsof hij er niet is. Die hem zelfs zal oproepen om hem te bezweren en te onderwerpen. Want hoe kan men een leeuw temmen als men voor hem vlucht of hem niet in zijn hol opzoekt. Altijd is de mens geneigd geweest het kwaad of de duivel of de weerstrever in een...