21-2-62 spiegelgevecht
Het was laat in de middag en de zon scheen nog heet en verblindend. Twee mussen, een mannetje en een vrouwtje, vlogen de kamer in en begonnen te kwetteren. Ze kwamen binnen wanneer ze maar konden, luid kwetterend en heel nieuwsgierig. Als je ze tegen ze praatte, praatten zij terug, ze waren heel vriendschappelijk geworden. Er staat een lange spiegel tegen de muur en het mannetje had de gewoonte een gevecht aan te gaan met zichzelf in de spiegel. Het was een eindeloos en zinloos gevecht. Het vrouwtje zat hem dan vanaf het tafeltje aan te moedigen met kleine tjilpende geluidjes. Je moest ze letterlijk naar buiten duwen, maar ze kwamen telkens weer terug. Het vrouwtje ging als eerste op de spiegel af, dan volgde het mannetje en het gevecht begon. Krishnamurti