15-9-61 aandacht
Het was een heerlijke avond, de hemel was helder en ondanks het licht van de stad waren de sterren stralend. Hoewel de toren van alle kanten door schijnwerpers werd belicht, kon je de verre horizon zien en in de diepte waren er plekjes licht op de rivier; al klonk er het eeuwigdurende geraas van het verkeer, toch was het een vredige avond. Meditatie kwam over je als een golf die over het zand spoelt. Naarmate ze in beweging kwam werd alles erin opgenomen, de sterren, het lawaai, de rust en de watervlakte. Maar er was geen mediterende; de mediterende, de waarnemer, moet verdwijnen wil meditatie zich kunnen voordoen. Het was heel vroeg in de morgen. Het geraas van de stad was gekalmeerd en op dat uur waren er in geen enkel raam lichten; er stond een aangename, koele bries. In totale aandacht vindt geen ervaren plaats. Bij gebrek aan aandacht wel; het is deze onoplettendheid die ervaringen verzamelt, herinneringen vermenigvuldigt en muren van verzet optrekt; het is dit gebrek aa...