Posts

Posts uit januari 5, 2014 tonen

7-8-61 sfeerbeschrijving

Na een schitterende dag pakten wolken zich samen; in de nacht zou het regenen. Van alle kanten naderden wolken de bergen en de bergstroom was erg luidruchtig. De weg was stoffig door de auto's en er lag een smalle houten brug over de stroom. We staken hem over en sloegen een met gras begroeid pad in; de groene helling was vol bloemen van alle denkbare kleuren. Het pad ging geleidelijk omhoog langs een koestal, maar die was leeg; het vee was naar veel hoger gelegen weiden gebracht. Het was rustig daarboven, zonder mensen, maar met het geluid van de vliedende stroom. Heel kalmpjes kwam het, zo zachtjes dat je het niet merkte, heel dicht bij de aarde, tussen de bloemen. Het verspreidde zich, bedekte de aarde en je werd erin opgenomen, niet als waarnemer, maar als een deel ervan. Er was geen denken en voelen, het brein was volkomen rustig. Plotseling was er ongereptheid, heel simpel, heel helder en teder. Het was een weide vol ongereptheid die alle genot en pijn en alle

over de Liefde

Hoemeer ik mezelf ken, hoemeer ik tot de conclusie kom dat ik niets ben. En hoemeer ik tot niets gekomen ben, tot niets kom, hoemeer ik iets ervaar dat zo leeg is en tegelijkertijd zo vol. Het is niet in woorden te beschrijven. Het is, het blijft over. Het omvat, het is een, verbonden met het Al, met Alles. Er zit geen verlangen in, geen verwachting. Het is Liefde. En alles, alles is daarin helemaal goed en vervuld. Het kan uitstromen voor wie maar wil, voor wie er zich maar voor opent, maar het hoeft niet. Het mag, het kan, er is een mogelijkheid tot. Geen afhankelijkheid van. Het stroomt over, en toch kan t ook stil binnenin blijven. Het is niet van t denken, niet van emoties. Het is vrijgekomen door inzicht en begrip voor alles dat emoties opwekte, dat beklemde, dat vast zette, dat zich hechtte, dat invulde, dat verwachtingen koesterde, dat kleurde. En zo mocht dit alles verdwijnen, en de Liefde bleef over. Ja de Essentie, de Liefde is wat overblijft, wat

het kind en de maatschappij

Elk kind wordt geboren met een innerlijk vermogen; je hoeft het kind niet te leren hoe het zich moet ontspannen. Kijk alleen maar eens naar een kind - hij is ontspannen, hij is een toestand van loslaten. Maar je wilt hem deze paradijselijke toestand niet laten genieten. Je gaat hem algauw beschaving bijbrengen. Elk kind is primitief, ongeciviliseerd. En het is de ouders en de leraren en iedereen erom te doen kinderen te civiliseren, hen deel te maken van de samenleving. Niemand maakt er zich druk om dat de samenleving volslagen onzinnig is. Het is goed als het kind blijft zoals hij is, niet langer ingewijd wordt in de samenleving en in je zogenaamde beschaving. Maar ondanks alle goede bedoelingen, kunnen ouders het kind niet met rust laten. Ze moeten hem leren werken, ze moeten hem leren productief te zijn, ze moeten hem leren wedijveren. Ze moeten hem leren, tenzij je aan de top staat, heb je ons teleurgesteld. Dus iedereen loopt het vuur uit zijn schoenen om aan de top te komen. Hoe

liefde angst dood

Liefde is een bewuste dood, niet van het lichaam maar van het ego. Het ego heeft je gedurende vele geboortes, vele levens lang overheerst. De overheersing door het ego is bijna permanent geworden. Liefde is de enige ervaring die het kan onttronen. Als je in de liefde je ego niet kwijt kunt, kun je er nooit van loskomen. En je bent niet het ego, denk daar aan. Het is een bedrieglijk idee over jezelf, dat in onwetendheid verworven en geaccepteerd is. In de liefde heb je nederigheid nodig, in de liefde komt er vanzelf vertrouwen op. Je kunt jezelf in volstrekte kwetsbaarheid laten zien aan de persoon die je bemint. Voor ieder mens die liefheeft, is het volkomen natuurlijk angstgevoelens te hebben, want hij beseft niet dat liefde niets anders is dan een begraafplaats voor het ego, en doordat je je met het ego geïdentificeerd hebt, geloof je dat het je dood zal worden. Dit heeft allemaal misschien niet op het bewuste niveau plaats; het kan ondergronds gaan, in de duisternis, in het onbewust

ego en ego-loosheid

Het is zo subtiel, wat wel of geen ego is. Het is eigenlijk jezelf in de gaten krijgen. In de gaten krijgen waar je ertussenin springt. Waar je associeert, reageert vanuit jouw bestaande denkwereld hoe mooi die denkwereld ook is. Hoe goed je t ook bedoeld, uiteindelijk is t dan jouw wereld. Dan wordt t heel moeilijk nog te proeven wat werkelijk is, en van daaruit wat werkelijk nodig is. Hoe hoogstaand je idealen ook zijn, als t een patroon is, een automatisme sla je misschien soms of vaker helemaal de plank mis. Het ego springt er zo snel tussen. Jouw achtergrond, jouw idee, dat wat je geleerd is, dat wat je goed vindt of niet goed, dat wat behoort te gebeuren, dat wat je als een ideale wereld ervaart, dat wat hoogstaand is, dat wat je denkt dat iemand nodig heeft.. Het is jouw verleden, jouw achtergrond, jouw beleven, jouw wereld. En juist daardoor kan de Essentie niet meer reageren. Jouw Kern, dat wat alles omvat. Dat wat precies Weet wat nodig is in dat moment. Dat en niets ande

het Nieuwe

Waarom is het nieuwe zo angstaanjagend? Mijn tekortkoming en behoefte aan erkenning zijn tegelijk met het 'doen' vertrokken. Het Nieuwe is altijd angstaanjagend, om de eenvoudige reden dat het nieuw is; je weet niet hoe je het tegemoet moet treden. Al je kennis wordt plotseling als absoluut zonder betekenis ondervonden, want in je ervaring en kennis zit geen antwoord dat een wezenlijke respons op het nieuwe kan zijn. Plotseling ervaar je jezelf als onwetend, hulpeloos, omdat je niet weet wat je moet doen; vandaar de schrikachtigheid. Als dit niet zo was zou je, in plaats van angstig te zijn, een totaal andere ervaring met het nieuwe hebben. Je springt dan van blijdschap alle kanten op. Als je een onderzoeker bent, een avonturier, vervult het nieuwe je met geweldige extase, en je ziet in dit nieuwe een kans om je intelligentie te laten functioneren. Bij het oude hoeft je intelligentie niet te werken. Dan functioneert je geheugen. Je kent het antwoord al, het antwoord maakt

17-7-61 Essentie

Afbeelding
We volgden het pad omhoog langs een steile beboste bergwand en gingen na een poosje op een bank zitten. Plotseling, volkomen onverwachts, kwam die heilige zegening over ons. Zoals ze verschillende malen eerder een kamer vervulde, leek ze deze keer de bergwand te omvatten, over het wijde, uitgestrekte dal heen en voorbij de bergen. Ze was overal. Alle ruimte leek te verdwijnen; dat wat veraf lag, de wijde kloof, de verre met sneeuw bedekte toppen en degene die op de bank zat vervaagden langzaam. Er waren niet langer één, twee of velen aanwezig, maar alleen deze immensiteit. Het brein had al zijn antwoorden verloren.; het was niet meer dan een instrument tot waarneming; het zag, niet als het brein van een bepaalde persoon, maar als een brein dat niet geconditioneerd is door tijd-ruimte, als de essentie van alle verstand. Bij het ontwaken vanmorgen was er een beleving die misschien een minuut duurde, of een uur, of tijdloos was. Een beleving waarin de tijd een rol gaat