het meisje en de vlam van Liefde
De zon scheen fel op de witte muur tegenover ons en tegen die schittering van licht leken de gezichten donker. Een klein meisje kwam, zonder dat de moeder haar daartoe had aangemoedigd, op ons af en ging dicht bij ons zitten, met wijdopen ogen, nieuwsgierig wat er allemaal gebeurde. Ze was pas gewassen en in schone kleren gestoken en ze droeg een paar bloemen in het haar. Ze zat alles nauwlettend te bekijken, zoals kinderen dat kunnen doen, zonder al te veel in zich op te nemen. Haar ogen glinsterden en ze wist niet goed wat ze zou doen: huilen, lachen, of opspringen; in plaats daarvan pakte ze mijn hand en bekeek die met onverdeelde aandacht. Na een tijdje vergat ze al die mensen in de kamer, werd ontspannen en viel in slaap, met haar hoofd in mijn schoot. Haar hoofd was mooi en harmonisch gevormd; ze was onberispelijk schoon. Ze had een even verwarrende en armzalige toekomst voor zich als de anderen in de kamer. Conflicten en leed zou ze evenmin kunnen vermijden als dat zonlich...