lied van Vreugde uit roman Walpurgisnacht
Mijn lied is een eeuwige melodie van vreugde. Wie de vreugde niet kent, de zuivere, grondeloze, blije zekerheid, het oorzaakloze: ik ben die ik ben, die ik was en altijd zijn zal, die is een zondaar tegen de Heilige Geest. Voor de glans der vreugde, die in de borst straalt als een zon aan de innerlijke hemel, wijken de spoken der duisternis die de mensen begeleiden als de schimmen van vergeten misdrijven, begaan in een vorig bestaan, en die de draden van zijn noodlot weven. Wie dit lied der vreugde hoort en zingt, die vernietigt de gevolgen van elke schuld en laadt nooit meer schuld op zich. Wie zich niet meer verheugen kan, in hem is de zon gestorven. Hoe zou zo iemand licht kunnen uitstralen? Je vraagt wie ik ben? De vreugde en het 'Ik' zijn hetzelfde. Wie de vreugde niet kent, die kent ook zijn 'Ik' niet. Het innerlijkste 'Ik' is de oerbron van de vreugde. Gustav Meyrink