geloof
Op een groot omheind stuk land stond tussen dicht geboomte een kerk. Er gingen mensen binnen, blank en bruin. Vanbinnen was het er lichter dan in de kerken van Europa, maar de indeling was dezelfde. De plechtigheid was aan de gang en er hing een sfeer van schoonheid. Na afloop was er maar heel weinig onderling contact tussen de gekleurde mensen en de blanken; ieder ging zijn eigen weg. Op een ander continent stond een tempel, waar een gezang in het Sanskriet gezongen werd. De puja, een hindoeceremonie, werd er uitgevoerd. De bijeenkomst volgde een ander cultureel patroon. De toonaard van Sanskriet woorden is doordringend en krachtig, met een eigenaardige nadruk en diepte. Je kunt bekeerd worden van het ene geloof tot het andere, van het ene dogma tot het andere, maar je kunt niet bekeerd worden tot inzicht in de werkelijkheid. Geloof is geen werkelijkheid. Je kunt van mening of van opinie veranderen, maar Waarheid, of God, is geen overtuiging: het is een ervaring die ...