Posts

Posts uit februari 28, 2010 tonen

gewoon Zijn

Afbeelding
Waarom komen we niet graag thuis, bij onszelf, in onszelf? Gewoon Zijn, zonder iets. Zonder iets te doen, zonder iets te hoeven, zonder iets te hoeven zijn. Gewoon Zijn? Waarom zoeken we het steeds weer buiten ons zelf, bij anderen, in wat we doen? Het zou zo eenvoudig kunnen zijn. Maar we maken het zo moeilijk. Op alle mogelijke manieren die vervulling, de bevestiging, de bekrachtiging buiten onszelf vinden. Van ik mag er zijn? En het daar nooit kunnen vinden. De bekrachtiging, de Kracht ligt binnenin. Het is er altijd, het draagt ons. Dat Zijn we werkelijk. Elk moment kunnen we er naar terug keren. We hoeven er niets voor te doen, we hoeven het alleen maar te doen. Elk moment weer een kans het te doen. Voelen, ten diepste voelen wat nu is. Door je heen laten gaan wat nu is, het mag er allemaal zijn. Wat vertellen die gedachten allemaal over jou? Wat je zou moeten zijn, wat je zou moeten doen, wie je wel niet bent? Allemaal gedachtespelletjes. Ze spelen een spel met je. Maar de Waarhe

sterven en Opstanding

Twee zullen rusten op een bed: de een zal sterven, de ander zal leven. Het is een merkwaardige tekst die we ook in Lukas aantreffen en aanleiding is tot vele theologische speculaties. Zij doet denken aan de uitverkorenheid waardoor de ene wel en de andere niet aangenomen wordt. Maar het gaat immers helemaal niet om aangenomen te worden. Iemand die zijn leven wil verliezen kijkt niet uit naar het leven dat hij zal vinden en het zal hem dan ook geheel onverschillig zijn of hij wel of niet aangenomen wordt. Maar tenslotte staat er dit ook niet. We kunnen ons eigenlijk alleen maar vragen: wie zijn die twee? Als de mens twee is en nog niet één, wordt het duidelijker. Want er is geen twijfel aan: hij bestaat uit een sterfelijk en onsterfelijk deel. Het animaal aardse leven dat zo gehecht is aan het lichaam en zich voor dat lichaam zelve houdt, zal sterven. De schone organische orde van het lichaam zal zich in de dood ontbinden. Er is, hoe dan ook, geen tegenhouden aan. Maar het onsterfelijk

van waarheid tot waarheid

Afbeelding
Hoeveel waarheden verkondigen we met elkaar die helemaal niet onze levende waarheid zijn? Maar een waarheid opgepikt, opgelegd door zoveel dat op ons pad gekomen is. Opvoeding, maatschappij, cultuur. Zoveel jasjes aangetrokken. En vanuit deze waarheden bevechten we elkaar. Met deze waarheden houden we onszelf overeind. We zoeken lotgenoten die dezelfde waarheid verkondigen en zo voelen we ons sterk. Sterk tov van andere met andere waarheden. Zovele geloven die we verkondigen als de Waarheid, en waar zelfs oorlogen om gevoerd worden in t groot en in het klein. Maar het onder ogen durven zien dat dit alles schijn is? Dat dit alles slechts een aangetrokken jasje is? Dat is heel confronterend. Maar als je de durf hebt om het vuur brandende te houden. Om niks vast te zetten, alles open te houden, stromend. Elk nieuw moment weer werkelijk als nieuw proeven. Dan kan alles wegbranden, wegvallen wat jij niet werkelijk Bent. Jasje na jasje dat uitgetrokken kan worden. Totdat er geen jasjes meer

rust vinden afsluiting

Waarom moet alles zo wreed en niets ontziend geschieden. Ge verteert, nu ja, de dood verteert. Het dode schaap wordt opgegeten. De dood in ons verteert. Omzetten, stofwisseling in de letterlijke zin. Lichtsubstantie voor donkere doodssubstantie. Tijdelijkheid verwisselen met eeuwigheid, aldoor, zonder op te houden, in voortdurende opbouw en afbraak, sterven worden, nederlagen lijden en opstaan, altijd weer opstaan, ook dodelijk gewond weer opstaan. Want niet het licht in ons, niet de levende god slaat de wonden en veroorzaakt de weeën. Nee onze behoudzucht, onze engheid, onzer hardheid, onze angst en het liefdeloze wantrouwen jegens ons zelf ende naaste, die hebben de verscheurdheid en de gebarstenheid veroorzaakt door hun tegengestelde, dodelijke en verhardende functies. Welk een zegen en ongelooflijk voorrecht dat een ieder mens ieder ogenblik beginnen kan en hij zich op de weg van het innerlijk inzicht en het innerlijk leven kan begeven waarvan hij nooit en nooit meer terug zal will

rust vinden 5

Het is immers helemaal niet te geloven dat het werkelijk zo zou zijn, als de kreten van onmacht en verschrikking ons altijd weer verkondigen. Dit moge een aanzicht van het duistere leven zijn, het knarsetanden in de buitenste duisternis, maar het is toch misleidend evenals één wanhoopskreet niet voor eeuwig geldt. Dat is de kreet slechts van het ogenblik. Alle ellende is tijdelijk en de dood overwint niet werkelijk. Want de dood zelve is sterfelijk en dat bemerkt ieder mensenkind dat van binnen door liefde, door verlangen naar licht, door dat aldoordringende snel wentelende vuur wordt verteerd. Want verteerd worden door dat vuur, waartegen Paulus zo protesteerde, is onze enige redding. Indien wij doorlicht willen worden, moet alle schaduw en alle duisternis steeds weer en altijd weer opnieuw doorwerkt en doorstroomd, doorwenteld en doorwield worden. Een voortdurende innerlijke stofwisseling waaraan het dode ten prooi valt, een voortdurende omwenteling in de letterlijke zin van het woor