18-4-75 ruimte en orde
Ruimte is orde. Ruimte is tijd, lengte, breedte en inhoud. Vanmorgen zijn de zee en de hemel immens; de horizon waar die met gele bloemen bezaaide heuvels zich met de verre zee verenigen, is de orde van hemel en aarde; het is kosmisch. Er is een ruimte van volslagen leegte, waarvan het volume niet aan tijd, de maatstaf van denken, gebonden is. Deze ruimte kan de geest niet betreden; ze kan alleen observeren. In deze observatie is er niemand die ervaart. De waarnemer heeft geen geschiedenis, geen associaties, geen mythe en daarom is de waarnemer datgene wat is. Kennis omvat veel maar bezit geen ruimte, want door haar gewicht en volume raakt die ruimte bedorven en verstikt. Er is geen kennis van het zelf, hoger of lager; er is alleen een verbale structuur van het zelf, een skelet, door gedachten aangekleed. Het denken kan niet in zijn eigen structuur doordringen. Als de tijd van het zelf er niet is, is er de ruimte die geen maat heeft. Deze maat is de beweging van straf en beloning,...