Posts

Posts uit februari 5, 2012 tonen

18-4-75 ruimte en orde

Ruimte is orde. Ruimte is tijd, lengte, breedte en inhoud. Vanmorgen zijn de zee en de hemel immens; de horizon waar die met gele bloemen bezaaide heuvels zich met de verre zee verenigen, is de orde van hemel en aarde; het is kosmisch. Er is een ruimte van volslagen leegte, waarvan het volume niet aan tijd, de maatstaf van denken, gebonden is. Deze ruimte kan de geest niet betreden; ze kan alleen observeren. In deze observatie is er niemand die ervaart. De waarnemer heeft geen geschiedenis, geen associaties, geen mythe en daarom is de waarnemer datgene wat is. Kennis omvat veel maar bezit geen ruimte, want door haar gewicht en volume raakt die ruimte bedorven en verstikt. Er is geen kennis van het zelf, hoger of lager; er is alleen een verbale structuur van het zelf, een skelet, door gedachten aangekleed. Het denken kan niet in zijn eigen structuur doordringen. Als de tijd van het zelf er niet is, is er de ruimte die geen maat heeft. Deze maat is de beweging van straf en beloning,

strooien honden

Afbeelding
De alopenbaring is niet menslievend en alle dingen zijn voor haar als strooien honden. De wijze is niet menslievend en beschouwt het volk als strooien honden. Lao Tse Het staat er hier wel keihard he Je zou het een soort van shocktherapie kunnen noemen. Als je de durf hebt om waarlijk dit alles tot je te laten spreken, echt toe te laten, als een brand door je heen te laten gaan. Wat wij liefde noemen is geen liefde omdat deze liefde aangetast kan worden, in iets anders veranderd kan worden. Ineens kan omslaan in haat of allerlei tussenstadia. Dat is de keiharde waarheid. Soms lijken we korte of langere tijd heel liefdevol te zijn. Maar uiteindelijk heeft dit niets met Liefde te maken, is het allemaal schijn. Er hoeft maar iets te gebeuren en de haat of een andere emotie vlamt op en de liefde is verdwenen. Juist in moeilijke omstandigheden, of plotselinge veranderingen, zal dit zichtbaar worden. Als je aan iets of iemand gehecht bent bijvoorbeeld. Zo blijf je verstrikt in h

14-4-75 het alleen Goede

Een bijzonder grote slang stak vlak voor je het brede bospad over, dik, zwaar, langzaam bewegend; hij kwam uit een tamelijk grote vijver een stukje verder. Hij was bijna zwart en het avondlicht dat op hem viel gaf zijn huid een sterke glans. Hij bewoog zich op zijn gemak voort met vorstelijke waardigheid en macht. Terwijl je stond te kijken, was hij zich niet van je aanwezigheid bewust; je stond vlakbij; hij moet meer dan anderhalve meter lang geweest zijn en was opgezwollen van het genuttigde voedsel. Hij ging een heuveltje over en je liep ernaar toe, op enkele centimeters afstand op hem neerkijkend, terwijl zijn gevorkte zwarte tong van binnen naar buiten schoot en hij zich in de richting van een groot gat bewoog. Je zou hem hebben kunnen aanraken, want hij had een vreemde, aantrekkelijke schoonheid. Verderop aan dezelfde weg stond een struik, hoog en bijna zonder bladeren, die doornen had van bijna vijf centimeter lang, scherp, grijsachtig, en geen enkel dier waagde het zijn sappig

10-4-75 het mysterie

In de stilte van de diepe nacht en die van een vredige, stille ochtend als de zon de heuvels beroert, schuilt een groot mysterie. Het is in alle levende wezens aanwezig. Als je stil onder een boom zit, kan je de oude aarde met haar ondoorgrondelijke geheimen voelen. Tijdens een stille nacht, toen de sterren helder waren en dichtbij, werd je je bewust van de uitdijende ruimte en de mysterieuze orde die overal aan ten grondslag ligt, van het onmetelijke en het niets, van de beweging van de donkere heuvels en van het gekras van een uil. In die volslagen stilte van de geest breidt dit mysterie zich uit zonder ruimte en tijd. De mythe die in de diepere lagen van de geest verborgen ligt is niet mysterieus, zij is romantisch, traditioneel en geconditioneerd. In de geheime uithoeken van de geest is waarheid verdrongen door symbolen, woorden, voorstellingen; daarin schuilt geen mysterie, zij zijn de produkten van het denken. In kennis en haar handelingen leeft verwondering, begrip en verrukki

het Weten

Afbeelding
Het draait niet om verstandelijke kennis. Met verstandelijke kennis blijf je altijd buiten in het kader van esoterie en Spirituele ont-wikkeling. Het verstand bouwt beelden. Daarmee trek je jasjes aan van verbeelding waarachter de Waarheid verdwijnt. Het werkelijke Weten is van een totaal andere orde, heeft verbinding met Bewustzijn. Wat je werkelijk Weet dat Ben je, dat is een. Weten is het Licht en waar Licht is, is geen duisternis. Juist de mens die zijn/haar leven gebouwd heeft op verstandelijke kennis, van daaruit zijn/haar wereld opgebouwd heeft, daar zijn/haar waarde aan ontleent, is het allermoeilijkste bereikbaar voor het ware Leven. Voor de levende Stroom, voor Tao, voor de Liefde. Dat zal eerst afgebroken moeten worden, doorzien moeten zijn, eer dat werkelijk de Weg opgegaan kan worden. Maar juist dit bolwerk is het allermoeilijkste af te breken omdat t schijnbaar veel stevigheid geeft, en algemeen door de maatschappij er ook veel waarde aan toegekend wordt. Het geeft

8-4-75 vreugde schoonheid

Het regent niet veel in dit land van de wereld, ongeveer vierhonderd tot vijfhonderd milimeter per jaar. Deze regen is uiterst welkom want de rest van het jaar regent het helemaal niet. Er ligt dan sneeuw op de bergen en in de zomer en de herfst zijn ze kaal, door de zon verbrand, rotsachtig en afschrikwekkend; alleen in de lente zijn ze zacht getint en uitnodigend. Het had een tijdje geregend en de vallei was groen, de sinaasappelbomen droegen fruit en bloeiden. Het is een prachtige vallei, een heel eind van het dorp, en je hoorde de tortelduif. De lucht raakte langzaam vervuld van de geur van sinaasappelbloesem en over een paar dagen zou het overweldigend zijn, met de warme zon en windstille dagen. De vallei werd geheel omringd door heuvels en bergen; achter de heuvels lag de zee en achter de bergen woestijn. 's Nachts was het er buitengewoon stil, machtig en doordringend. Gecultiveerde meditatie is heiligschennis van schoonheid, en van elk blad en twijgje straalde de vreugde v

3-4-75 het denken

Hoe buitengewoon mooi is de wijde bocht van een grote rivier. Je moet haar, zoals ze traag door de groene velden kronkelt, vanaf een bepaalde hoogte gadeslaan, niet te hoog of te dichtbij. De rivier was breed, boordevol water, blauw en helder. We vlogen niet zo hoog en we konden de sterke stroming in het midden van de rivier zien met haar kleine golven; we volgden haar, over steden en dorpen naar de zee. Elke bocht had haar eigen schoonheid, haar eigen kracht, haar eigen beweging. En ver weg waren de hoge besneeuwde bergtoppen, paars in het vroege ochtendlicht; ze bedekten de oostelijke horizon. De brede rivier en die hoge bergen leken, op dat uur, de eeuwigheid te bevatten - dat overweldigende gevoel van tijdloze ruimte. Hoewel het vliegtuig snel in zuidoostelijke richting vloog, was er in die ruimte geen richting, geen beweging, alleen dat wat is. Een uur lang was er niets anders, zelfs niet het geluid van het straalvliegtuig. Alleen toen de gezagvoerder aankondigde dat we gingen la