8-11-61 nederigheid deugd orde
Er was een enkele wolk achter de oostelijke heuvels, gloeiend door het licht van de ondergaande zon; geen fantasie zou zo'n wolk kunnen scheppen. Ze had de vorm van alle vormen; geen bouwmeester zou ooit een dergelijke structuur hebben kunnen ontwerpen. Ze was het gevolg van veel wind, veel zon, veel nachten, van druk en van spanningen. Andere wolken waren donker zonder licht; ze hadden geen diepte of hoogte, maar deze ene vernietigde de ruimte. De heuvel waarachter de wolk hing leek van leven en kracht ontledigd; hij had zijn gebruikelijke waardigheid en zijn zuiverheid van lijn verloren. De wolk had alle eigenschappen van heuvels, hun kracht en hun stilte opgeslokt. Onder de torenhoge wolk lag het dal groen en schoon geregend; dit oeroude dal heeft iets heel moois als het geregend heeft; het wordt opvallend helder en groen, met elke nuance van groen, en de aarde wordt roder. De lucht is helder en de grote rotsen op de heuvels worden glanzend rood, blauw, grijs ...