Posts

Posts uit februari 12, 2012 tonen

25-10-61 gevoeligheid en verfijning

Gevoeligheid is iets heel anders dan verfijning; gevoeligheid is volledig, verfijning altijd partieel. Er bestaat geen gedeeltelijke gevoeligheid, ze is de gesteldheid van je hele wezen, van het totale bewustzijn, of ze is er helemaal niet. Ze kan niet beetje bij beetje vergaard worden; ze valt niet te cultiveren; ze is niet het gevolg van ervaring en denken, ze is geen emotionele gesteldheid. Ze heeft de kwaliteit van nauwkeurigheid, zonder de bijbetekenis van romantiek en fantasie. Alleen de sensitieve kan het feitelijke onder ogen zien zonder te vluchten in allerlei conclusies, meningen en waardebepalingen. Deze gevoeligheid is ontdaan van alle genot en kent dus de soberheid, niet die van het verlangen en de wil, maar van zien en begrijpen. In verfijning steekt genot; ze hangt samen met opvoeding, cultuur en milieu. De weg van de verfijning is zonder einde; ze is het product van keuze, conflicten en pijn en er is altijd iemand die kiest en die verfijnt, de keurmeester. En dus zij

aspecten van Tao

Afbeelding
Tao is uiteindelijk alles en nog meer, dus je kunt het nooit bevatten met het denken. Het verstand is juist de grootste blokkade al kunnen gedachten je brengen tot de sprong naar Tao. Dat in een flits alles anders is. Als daarbij ook het hart open is. Maar alleen het verstand is machteloos, zal altijd buiten blijven en totaal niet kunnen begrijpen wat Tao is, wat de betekenis hiervan is. Hoe mensen leven die daardoor belevendigd zijn. De wil is ook een grote blokkade om Tao te ervaren. Tao komt juist als je alles over gegeven hebt, met lege handen staat, tot totale overgave gekomen bent. Als je tot niet mijn wil maar Uw wil gekomen bent. In deze overgave zal Tao je kunnen raken, een aspect van Tao en je van binnenuit kunnen gaan leiden. Dan is het begin gemaakt. Dan kan in je levend worden wat ook wel het niet-doen genoemd wordt. Het niet-doen betekent niet dat je daardoor niets meer doet, zeker niet. Het niet-doen betekent dat je het ankerpunt in Tao gelegd hebt, en de rest

25-10-61 gouden golf

Er bestaat een langstelig onkruid, een soort gras, dat in het wild groeit in de tuin en dat een vederachtige bloeiwijze heeft, donker goudkleurig, opvlammend in de wind, wuivend tot het bijna knakt, maar zonder ooit te breken, tenzij de wind sterk is. Er staat een bosje van dat goudbeige onkruid en als de wind blaast doet hij het dansen; elke stengel heeft zijn eigen ritme, zijn eigen pracht; ze zijn als een golf wanneer ze allemaal tegelijk bewegen; de kleur in het avondlicht is dan niet te beschrijven; het is de kleur van de zonsondergang, van de aarde en van de gouden heuvels en wolken. Het had een vreemde verfijning, had een zwakke geur van tarwe en van oude tijden; het was stoer en zuiver, vol overvloedig leven. Een avondlijke wolk vol licht trok langs, terwijl de zon achter de donkere heuvel onderging. De regen had de aarde sterk doen geuren en de lucht was heerlijk koel. De regens waren in aantocht en het land was van hoop vervuld. Krishnamurti

7-10-61 Kracht

Het was begonnen te regenen en de hemel was zwaar van wolken; voordat de lucht helemaal dicht trok pakten zich immense wolken samen aan de horizon en het was geweldig om te zien. Ze waren zo immens en vredig; het was de vrede die eigen is aan enorme macht en kracht. En de Toscaanse heuvels waren dicht bij die wolken en wachtten hun geweld af. Dat kwam in de nacht en verspreidde donder en bliksem die ieder blad zichtbaar maakte zoals het in de wind sidderde van leven. Het was een prachtige nacht vol van storm, leven en immensiteit. Lichaam en brein waren heel alert; ze luisterden naar het geritsel van de bladeren en zagen door de donkere takken van een hoge, rechte pijnboom de dageraad komen. Het had grote tederheid en schoonheid die ieder denken en elke emotie ver voorbij en te buiten ging. Het was er en ging met zegening gepaard. Sterkte is niet het tegendeel van zwakte; alle tegenstellingen leiden tot nieuwe tegenstellingen. Kracht is niet een wilsgebeuren, de wil impliceert weer

24-4-75 tijd

Elke vorm van leven heeft zijn eigen gevoeligheid, zijn eigen gedrag, zijn eigen bewustzijn, maar de mens gaat er van uit dat het zijne het meest superieur is en verliest daardoor zijn liefde, zijn gevoeligheid en wordt ongevoelig, gevoelloos en destructief. In de vallei met sinaasappelbomen met hun vruchten en voorjaarsbloesem, was het een mooie heldere ochtend. De bergen in het noorden waren licht besneeuwd, ze waren kaal, hard en onbereikbaar, maar tegen dat zachte ochtendblauw waren ze heel dichtbij, je kon ze bijna aanraken. Ze ademden die immense sfeer uit van ouderdom, onverwoestbare majesteit en schoonheid die het product is van tijdloze grootheid. Het was een stille ochtend en de geur van de sinaasappelbloesem vervulde de lucht, het wonder en de schoonheid van licht. Het licht heeft in dit deel van de wereld een speciale kwaliteit, is doordringend, levendig en neemt de ogen helemaal in beslag; het leek je hele bewustzijn in bezit te nemen, elke duistere uithoek wegvagend. H

Tao is ledig

Afbeelding
Tao is ledig. Voor ieder gewoon begrip, voor ieder gewoon zintuiglijk vermogen, voor het gevoel, de reuk, de smaak en het gehoor, is Tao ledig en niet waarneembaar. Jeetje is dit voor te stellen, wat hierboven staat? Nee, alleen te ervaren te verwerkelijken. Dan zul je het Weten. En daarvoor, voor het zover is, wat prikkelt dit, prikkelt het iets, raakt het iets in je? Tao is niks, Tao is alles. Dit betekent niet, in het ervaren hiervan, dat je dan van niks meer kunt genieten. Dan kun je er juist van genieten, al is er wel minder en minder dat trilt. Dan kun je er volledig van genieten. Uiteindelijk kun je dan van alles genieten, valt het stuk van dualiteit weg, het ene is mooi, het andere is lelijk. Alles is beweging en verandering. Tuurlijk de ziel kan een bepaalde voorkeur hebben. De trilling van schoonheid kan hoger en hoger worden en hiermee kunnen dan resonanties zijn met de buitenwereld, in dit her-kennen, meevibreren. Maar uiteindelijk is dit niet Tao. Het wordt

stabiliteit en het denken

De brede rivier was zo stil als een molenvijver. Ze was rimpelloos en de ochtendwind was nog niet ontwaakt, want het was vroeg. De sterren werden door het water weerspiegeld, helder en twinkelend en de ochtendster was het meest helder. De bomen aan de overzijde van de rivier waren donker en het dorp ertussen was nog in slaap. Geen blad bewoog en de kleine kerkuiltjes in de oude tamarinde schudden zich uit; het was hun huis en als de zon op de takken scheen, zouden ze zich warmen. De luidruchtige groene papegaaien hielden zich ook in. Alles, zelfs de insecten en cicaden, wachtten ademloos op de zon, vol verering. De rivier bewoog niet en kleine boten met hun donkere lampen waren afwezig. Heel langzaam begon boven de duistere, mysterieuze bomen het ochtendlicht te dagen. Alle schepselen waren nog verzonken in het mysterie van dat moment van meditatie. Er was geen duimstok om te meten hoe lang dat ogenblik duurde. Er was alleen geritsel en ontwaken, de papegaaien en de uilen, de kraaien,