30-5-42 beschut
De kale stammen die langs mijn venster klimmen, zitten nu onder de groene jonge blaadjes. Een krullende vacht langs hun naakte, harde ascetenlichaam. Ja, hoe was dat gisterenavond in mijn kleine slaapkamer? Ik was vroeg naar bed gegaan en vanuit m'n bed lag ik door m'n grote open venster naar buiten te kijken. En het was weer net of het leven met al z'n geheimen vlak bij me was, of ik er aan raken kon. Ik had een gevoel of ik rustte tegen de naakte borst van het leven en haar zachte en regelmatige hartenklop hoorde. Ik lag in de naakte armen van het leven en het was er zo veilig en beschut. En ik dacht: Wat is dit toch merkwaardig. Het is oorlog. Er zijn concentratiekampen. Kleine wreedheden stapelen zich op kleine wreedheden. Als ik door de straten ga, dan weet ik van vele huizen waar ik langskom: daar is een zoon in de gevangenis en daar is de vader gijzelaar en daar hebben ze een doodvonnis van een 18-jarige zoon te dragen. En deze straten en huizen liggen vlak om mijn...