niet liegen 1
Zijn discipelen vroegen hem, zij zeiden tot hem: Wilt gij dat we vasten en hoe zullen wij bidden en zullen wij aalmoezen geven en welke voorschriften over het eten zullen wij naleven? Jezus zeide: Lieg niet; en wat gij haat, doe het niet, want alles is openbaar in het aangezicht des hemels. Want niets is verborgen dat niet aan het licht zal komen en niets is verdekt, dat niet ontdekt zal worden. Jezus negeert het antwoord op al die vragen. Alsof zij niet belangrijk waren. Want in de regel bidt de mens om iets, en vast hij om daardoor met goed gevolg beloond te worden, en geeft hij aalmoezen om zich zelf goede daden te kunnen toeschrijven, en volgt hij voorschriften over het eten om zich daardoor een voordeel te zien toevallen. Hij zegt niet dat deze dingen niet van belang kunnen zijn voor een mens, maar weet ook hoe voorschriften en geboden iemand tot een grote huichelaar kunnen maken waardoor hij geheel en al het doel en de zin mist. Want hoeveel eerzucht zou er heimelijk in menig geb...