Posts

Posts uit januari 24, 2010 tonen

besneden worden 1

Zijn discipelen zeiden tot hem: Nut de besnijdenis of niet? Hij zeide tot hen: Als zij nutte, zou hun vader hen besneden uit hun moeder voortbrengen. Door de gehele oudheid, ja tot uit voorhistorische tijden, worden de godsdiensten der mensen van China over Voor-Indië tot Spanje en ons huidige Europa, begeleid door een paniekachtige angst voor de toornige goden die er op uit waren de mensen te straffen met de bliksems van hun woede en de pijlen hunner gramschap. En evenzeer geloofden die volkeren in een mogelijkheid ter verzoening door het aanbieden van bloed. Want in het bloed, meenden ze, functioneerde de ziel zowel van dier als mens. Zijn bloed moeten storten ter verzoening van God, want daar komt het eigenlijk op neer, is misschien een aanwijzing voor een gebeurtenis waarin de mens zich uit de greep van het sterfelijke leven wil losmaken, om het leven van de onsterfelijke God te leren kennen. Dwz het sterfelijk leven te leven met de realiteit van de onsterfelijke God in zich,

Dat

Afbeelding
Wat is Dat? Eigenlijk is het zo moeilijk uit te leggen wat Dat is. Het is. Het is geen emotie, geen gedachte, geen beeld. Het kan allerlei uitdrukkingen krijgen. Maar de basis is stilte, gewoon Zijn. Eeuwig Zijn, totaal vervuld Zijn. En hier geborgen in zijn, geliefd zijn, beschermd zijn. Een dankbaar zijn voor die Kracht die zo onvoorstelbaar wijs is, zo onuitputtelijk in Liefde, zo'n totaal overzicht heeft. Het is niet te bevatten, niet te beschrijven. Het is altijd meer dan in woorden uit te drukken is. En het zal meer en meer mogen worden zolang de Verbinding blijft. Meer en meer poorten open mogen gaan, dimensies zich kunnen openbaren. Een Weten, alles heeft betekenis. Als je verbinding hebt met het Licht, en je zit in de shit, het leven is vol pijn en verwarring. Het Licht zal je leiden, beschermen. Door de pijn en shit heen, door de verwarring heen naar bevrijding, heling, vreugde, vrede. Als je t mogelijkheid geeft, neemt Het, Dat, je aan de hand. Zonder oordeel over

zonder Liefde....

Afbeelding
Afwezigheid van Liefde is het begin van elke vorm van menselijke nood. Maar dan ook echt met een hoofdletter. Komt al ons handelen, al ons vechten, ons wedijveren, onze strijd, ons groot willen zijn, of klein voelen. De competitie wie de mooiste is, de beste, het meeste geld heeft, de mooiste spullen heeft... Komt al ons verlangen, al onze verwachtingen niet voort uit dat deze Liefde er niet is? De Liefde die alleen Liefde is? Maar ja, we weten niet beter. Het is ons met de paplepel ingegoten dat we het buiten moeten zoeken, in mensen, in dingen, en niet binnenin. En daardoor gaan we steeds weg van de Kern. Verliezen we de Verbinding en zijn we daardoor diep, diep binnenin uiteindelijk niet heel eenzaam? Maar wordt deze eenzaamheid niet altijd zichtbaar omdat we zoveel hebben om ons mee te vullen, op te vullen? Waar we mee vol zitten, wat ons bezig houdt, ook ideeën, geloven. Alles waarmee ons denken vol zit, ons hoofd, ons hart. Zoveel mogelijkheden om te vluchten voor de

de Levende afsluiting

Wat doet de mens met zijn geloof? Maakt hij er een zwaard van om een ander zijn hoofd mee af te slaan? Of gebruikt hij het om zijn zelfbehoud er mee te doorklieven, zich los te slaan van alle behoudzucht en wantrouwen, van haat en ergernissen, van ikzucht en zelfaanbidding. Natuurlijk is iedereen van ogenblik tot ogenblik vrij. Vrij in het kiezen van ellende, vrij om liefdeloos te willen zijn, vrij om zich zelf in te spinnen in de angst der aardse belangen, vrij om zich op allerlei wijzen te verdoven, de ziel te bedriegen en de Levende te willen ontkomen. De mens is vrij om al het kwaad te doen wat hij ooit zou willen doen. De mensen maken daarvan dan ook ruimschoots gebruik. Maar de Levende kunt ge geen enkel kwaad aandoen. Voor hem bestaat geen kwaad en hij ziet dit slechts als gevolg van de waan die de mensen zelf willen verdienen. Nee, ge kunt hem nooit schaden al zou u hem duizend maal willen kruisigen. Dat een ieder bij zich zelf eens onderzoekt wat het toch is dat hij zijn vri

de Levende 8

De Levende is meer dan het aardse lichaam. De levende ziel is oneindig veel meer dan de lichamelijke functies en behoeften, die men veel te hoog aanslaat en die men samengebundeld heeft tot een ongeordend driftleven dat men voor het gemak de ziel noemt. Het maakt de indruk van een verborgen boosaardigheid. Alsof ziel alleen maar een 'funktionsergebnis' van het lichaam zou zijn. Maar de eigenlijke, de zelfstandige, de onafhankelijke en autonome ziel van de mens, de levende, negeert men. Haar bloei belacht men en men verklaart die mensen die deze bloei in zich aanschouwd hebben voor stapelgek. Ook het woord geest dat niemand schijnt te willen begrijpen en dat altijd weer aangeduid wordt met verstand en de gave van het verstand. Dat geest geen denken is, geen functie van het brein, dat het een lichtsubstantie is van een stralende hoedanigheid, schijnt niemand te kunnen of te willen geloven, ofschoon er toch ogenblikken in het leven van een mens zijn dat hij het ondervonden heeft

de Levende 7

De levende is overal. Overal verschijnt hij. Op het slagveld gaat hij tot vriend en vijand, in de gevangenissen zal hij de mensen bezoeken die er van hun vrijheid beroofd zijn en hen in staat stellen een geheel nieuwe, een echte vrijheid te leren kennen die hun niet ontroofd worden kan. De Levende zal aan de tekorten der mensen voorbijgaan en het levenswater in hun harten schenken waardoor alle tranen gedroogd worden. Hij zal zich niet bekommeren om haat en nijd, om intriges terwille van het dagelijks brood of van onderdrukking. De Levende kent de onwetendheid der mensen en herinnert hen eraan dat daaruit alle duistere daden geboren worden, waardoor zij niet weten wat zij doen. Waar de Levende is is het overal en te allen tijde goed, waar dit dan ook is en onder welke omstandigheden. Men kan hem niets aandoen. Alleen wat uit de dood is kan men doden, wat uit het leven is kan men niets doen. Maar ook werkelijk niets. Men kan er geen enkel gezag over uitoefenen. Men kan het niet de w

de Levende 6

De Levende die voor u staat... De Levende kent geen angst. De aards lichamelijke mens is hiervan vervuld, maar zodra hij leert geloven aan de Levende zal alle onrust en angst van welke afkomst ze ook is, verdwijnen en vergeten worden. Natuurlijk zeggen de discipelen dat de profeten over hem - Jezus - geprofeteerd hebben. Maar hij is er niet van onder de indruk en rangschikt ze onder hen die voorbijgegaan zijn, de doden. Wat moet de Levende ook met de profeten beginnen? Wat met hun dreigingen en angstaanjagingen? Wat hebben alle oorlogen en verwoestingen van doen met de eeuwig levende? Wat kan de stamgod van Israël van enige invloed zijn op de Levende? De heimelijke ideologie van het op aarde gevestigde godsrijk heeft immers helemaal geen zin. Men moet wel ontzaglijk teleurgesteld zijn geweest als het beloofde Koninkrijk dat niet van deze aarde was - en nooit van deze aarde worden kan - het rijk van de goddelijke geest bleek te zijn. Vechten de mensen daarvoor? Hebben ze daarvoor ge

de Levende 5

Want u zult het met mij eens zijn dat we gauw om een kleinigheid in paniek geraken omdat we dit of dat niet meer zullen hebben of krijgen. Waarom zouden we de levende niet herkennen en ons met hem verenigd weten? Want levende mensen zijn, krachtens het leven waaruit zij zijn verenigd, één. Ze zijn als het ware elkander en er is een eenheid die gene afgescheidenheid kent en waarin alle besef van afgescheidenheid oplost. Wat is het een vreemde onvolgroeidheid als de Groninger een vooroordeel zou hebben tegen de Limburger. Zeker er waren tijden dat Vianen oorloogde met Ijsselstein. Maar die dagen zijn er nog. De tijden zijn er altijd. Ik bedoel geen propaganda te maken voor menseneenheid. De menseneenheid is er al lang. Een ieder zal dit ontdekken als hij een levend mens gaat worden, dwz als hij niet aan de levende voorbijgaat. Dit leven is niet te propageren. Het is alleen maar te leven en uit het leven ervan zullen de woorden van de mens voortkomen en zijn daden zullen betrekkelijk z

de Levende 4

Natuurlijk heeft men hem vervolgd en gekruisigd. Dat was te voorzien. Wie verbreekt straffeloos de wetten der traditie? Wie durft het te bestaan uit te roepen: ge weet dat door de ouden gezegd is: gij zult niet doden, maar ik zeg u: heb uw naaste lief als u zelf. Dit is alleen maar mogelijk als de mens een levende geworden is. Want de levende is de ene werkelijke, de mens van de mens, de enige en unieke. De levende is de mens voor allen, zoals de zonneschijn voor allen is en de lucht en het water. De levende mens is de universele al-ene mens, de mens voor iedereen in de meest letterlijke zin. Hij kent geen afgescheidenheid, geen exclusivisme, geen rang of stand. Hij is overal waar mensen zijn. Men komt nooit van hem af omdat hij het leven is. Men kan hem nooit negeren evenmin als men zijn eigen adem negeren kan. Men kan hem vervolgen en pijnigen en in de gevangenis werpen. Men kan hem bij de misdadigers rekenen en hem veroordelen als een verrader van het ras, als een die de heilige wet

de Levende 3

Zouden de discipelen gaan begrijpen dat het gaat om het innerlijke leven, het leven van de geest waaruit zijn ziel een stralende gestalte aanneemt en die door zijn lichamelijke ziel en zijn lichamelijkheid een weg kan vinden waardoor de goddelijke mens de tocht volbrengt van de hemel naar de aarde en vandaar weer opwaarts naar zijn afkomst? Zeker is dit nogal een beduimelde opvatting en klinkt het ethisch heel mooi. Maar wanneer het nu eens een eenvoudige waarheid is. De nederdaling in de 'stof', waardoor de ziel zich door eonen heen bekleedt met steeds dichter wordende sluiers van duisternis om eindelijk als uiterste consequentie van haar afdaling in een aards lichaam binnen te gaan en zich zal toebereiden de weg terug weer op te nemen en trapsgewijze zich het bewustzijn te verwerven van het goddelijk licht waaruit ze is voortgekomen. Dit is toch niet iets om van te schrikken. De mogelijkheid bestaat immers dat deze weg door verschillende mensen, ja door velen wordt herkend

de Levende 2

Hoe zullen de discipelen begrijpen daar zij nog vervuld zijn van en leven met de tradities van het oude Joodse volk. Voor Jezus is er geen rassenprobleem. Want de innerlijke, de uit zich geboren mens, de lichtgeborene, is de mens die aan de gehele mensheid behoort. Hij is de vertegenwoordiger van allen. Hij is volstrekt geen zinnebeeld noch een mythe. Al hebben de mensen van hem een mythe gemaakt en is veel van de gouden glans van zijn leven in mythe binnengegaan. De levende mens, de uit God geborene, de herstelde en wederopgerichte mens is voor ieder ander zodra hij hem herkent, een verlosser. Deze verlosser draagt niet meer het kenmerk der aardse persoonlijkheid. Het is de werkelijke onaantastbare goddelijke individualiteit des mensen die in een ieder geboren kan worden en een aanvang neemt. Die aanvang begint wanneer hij zich afvraagt: wie ben ik, vanwaar kom ik en waar ga ik naar toe. Dit zijn geen louter verstandelijke vragen. Zij kunnen alleen voortkomen uit de innerlijke beweg