over eenzaamheid
Van zee woei een koel, fris windje aan en onder de boom heerste rust. De bergen vertoonden levendige kleuren en de blauwe Vlaamse gaaien kwetterden druk. Een koe kwam voorbij, gevolgd door haar kalfje, en een eekhoorn raasde wild ratelend de boom in. Hij ging op een tak zitten schelden; ja hij bleef een tijd achtereen schelden en zijn staart wipte daarbij op en neer. Hij had opvallend fonkelende oogjes en scherpe klauwtjes. Een hagedis kwam zich in de zon warmen en ving een vlieg. Zacht wiegden de toppen van de bomen, terwijl één dode boom zich kaarsrecht, vorstelijk en stijf aftekende tegen de hemel. Hij was gebleekt door de zon. Een andere dode boom ernaast was zwart en krom en eerst onlangs weggekwijnd. Tegen de verre bergen hingen een paar wolken. Wat is eenzaamheid toch een vreemd en angstwekkend verschijnsel! We geven onszelf nooit de kans er echt mee in aanraking te komen; als we het toevallig al eens even doen, rennen we er vlug vandaan. We zijn tot alles bereid om eenza...