Zien
Als alle beelden verdwenen zijn, alle invullingen, en jij vervuld bent geraakt door dat Andere, door de Liefde, door de Essentie, dan heb je de ander lief, mag de ander totaal zijn die hij/zij is. In die Zijnsstaat kan de ander je dan ook niet kwetsen, want je hebt alles. Je hebt geen beeld van jezelf, hoeft niks te verdedigen, je Weet. Dit Weten is dus niet van het verstand, het is geen beeld, je Weet het, het is je bewustzijn. In die Zijnsstaat heb je in alle eenvoud lief. En dan nog, zonder weerstand geef je soms grenzen aan, beter gezegd de Essentie in jou geeft grenzen aan, is helder in wat nodig is. Het stroomt heel natuurlijk naar buiten als het moment dit vraagt. In dit alles is eigenlijk het denken de grote stoorzender. Daardoor ontstaan de beelden, de verwijdering tussen elkaar, de beladenheid, de verlangens, de angst, de onzekerheid. In het ont-moeten van de wereld, van de ander is geen enkel denken nodig, geen enkele gedachte. Alleen heel praktisch om naar de winkel ...