het innerlijke leven afsluiting
Wat is toch een mens dat hem die innerlijke vrede, die onnoemlijke werkelijkheid, dit deel hebben aan het éne, waarin geen ander meer is, geschonken geworden kan? In dat geschenk moet hij noodwendig de schenker herkennen en in die herkenning ligt een eenwording besloten voor altijd. Dit voor altijd en eeuwig is in het ogenblik waaruit het levend nu bestaat. Alsof door het ogenblik, dat hij een fragment van de tijd noemt, het oog hem aanziet, dat een vreugde en een kracht uitstraalt, dat niet te omschrijven is, dat altijd op hem toeziet, niet als een strenge rechter, noch als een wreker van al zijn boze woorden en daden waarmee hij kwetste die hij liefhad, maar als een lachen dat zijn smarten doet verteren, een 'blijde boodschap' die hem voortdurend wordt medegedeeld waarin alle tegenstellingen vergaan en het verleden wordt opgelost, zodat er geen toekomst meer is. Een eeuwig nu dat nooit uitgewist kan worden, eenvoudig omdat er geen uitwisser meer is. Daarvoor is alles geschie...