all-een
Eenzaamheid, met de daaraan verbonden angst en pijn, betekent zich afzonderen, wat het 'zelf' onvermijdelijk doet. Dit proces van afzondering, of het nu veelomvattend of begrensd is, veroorzaakt verwarring, conflict en leed. Alleen-zijn kan nooit uit afzondering geboren worden; het een moet ophouden te bestaan wil het andere zich kunnen manifesteren. Alleen-zijn is ondeelbaar en eenzaamheid betekent gescheidenheid. Wat alleen is, is flexibel en daardoor duurzaam. Pas wie alleen is, kan een zijn met wat zonder oorzaak is, met het onmetelijke. Voor wie alleen is, is het leven eeuwig is. Voor wie alleen is, bestaat geen dood. Wie alleen is kan nooit ophouden te zijn. De maan kwam juist boven de toppen van de bomen uit en de schaduwen waren zwaar en donker. Er begon een hond te blaffen toen we het dorpje passeerden en langs de rivier terug wandelden. De rivier was zo bewegingloos dat ze de sterren en de lichten van de lange brug in het spiegelende watervlak ving. ...