JASJES UIT

De splinter en de balk. Verblind door het leven door alles wat we denken te zien, denken te weten. Alle problemen liggen buiten, nog nooit naar binnen gekeken. Daar zijn de ogen nog gesloten. Het ware Zien nog niet begonnen. Zo blijft het gevecht, de strijd, met elkaar. Omdat we niet willen Zien. Omdat we verblind zijn door onszelf. Deze waarheid deze naakte waarheid hebben we bekleed met eindeloze beelden. Daardoor denken we dat we gekleed zijn. Ieder een eigen jasje of heel veel jasjes. En niemand mag dat jasje afnemen. In dat jasje voelen we onszelf veilig. In dat jasje kunnen we blijven ontkennen dat we uiteindelijk naakt voor onze innerlijke waarheid zullen staan. We vechten, bevechten, de wereld om dat jasje aan te houden. Alles en iedereen. Het paradijs is nog ver weg. De naakte onschuld. En als dan de dood hier komt. Dan ligt er een kans. Dan ligt er een mogelijkheid. Dat de ogen open gaan. Binnenin. Dat je ziet dat je altijd al naakt was. Dat zonder problemen je jasje wordt ui...