het vijvertje en gevoeligheid
Het vijvertje was klein, maar bekoorlijk. Zijn oevers waren met gras begroeid en een paar treden leidden erheen omlaag. Aan een zijde was het geflankeerd door een klein wit tempeltje en het geheel werd omgeven door hoge, slanke palmen. Het tempelje was fraai van verhoudingen en goed onderhouden; het zag er smetteloos uit; op dit uur, nu de zon al ver achter het palmenbosje stond, was er geen mens - ook niet de priester, die de tempel zowel als zijn inhoud met diepe eerbied beheerde. Het ranke, decoratieve tempeltje verleende de plek zijn vredige sfeer; het was er opvallend stil, zelfs de vogels hoorde je niet. Het briesje dat de palmen licht had bewogen, stierf weg; een paar stralend door de avondzon omrande wolken dreven langs de hemel. Er zwom een slang door de vijver, telkens even opduikend tussen de lotusbladeren. Het water was doorschijnend helder; er dreven roze en paarse lotussen op. Hun zachte geur hing dicht boven het water en de groene oevers. Nu bewoog er niets meer en d...