bruidegom en bruidsvertrek 2
Wat is er nog te zoeken als men God gevonden heeft? Wat is er nog te bidden? Welke zonde is begaan en waarin is Hij overwonnen? Natuurlijk geldt dit niet voor Jezus alleen. Deze loopt toch niet zichzelf te propageren. Dat maken de mensen er maar van. Er is toch geen sprake van dat hij van zichzelf verklaart een uitverkoren vat te zijn. Hij wijst de weg toch aan ieder die hem zoekt? Waarom blijven ze daar altijd bij steken? Maar intussen gaan ze niet. Ze houden de wijsvinger voor het doel en proberen hem in hun zak te steken. Maar ze gáán niet.
Eigenlijk is bidden niet anders dan in aandacht willen. In deze aandacht ligt het vermogen tot het wekken van een hogere werking in zichzelve. Dan wordt bidden een hogere magie waardoor op directe wijze het willen als een positieve kracht vorm aanneemt in het gebed. Willen zonder verlangen is de wil in zijn oorsprong. Hij is het die de diepste krachten, ook in de aarde, gebieden kan.
Het merkwaardige is te ontdekken, dat het zuivere wensloze willen ons niet meer in staat stelt 'te doen wat wij willen'. Het wensloze willen is het godswillen, zoals het zich aan de mens kan openbaren. Daarom brengt dit een zo grote vrede met zich, als een stilte van innerlijk leven. Het geleidelijk binnengaan in die stilte brengt de bewustwording van haar volheid teweeg, die van een voortdurend toenemende rijkdom is.
Deze toename wordt men zich bewust in een samentrekkende en zich wederom uitzettende beweging als een verborgen levensadem, die aanvankelijk niet gemakkelijk te verdragen is, omdat men zich los-ademt van de greep der wereld. Daarom is het zaak met die innerlijke harmonie de wereld steeds weer binnen te gaan. Dat wekt in het lichaam een eigenaardige weerstand op, die telkens weer overwonnen en doorstaan moet worden.
Het is merkwaardig hoe gemakkelijk men het woord verlossing in de mond neemt. Het innerlijk proces verloopt zeer radicaal, en menigeen zal als hij dat bemerkt zeggen: Alsjeblieft, laat me niet van alles verlost worden, want dan raak ik alles kwijt. Wie zal dat in die konsekwentie voorstaan? En inderdaad, men raakt alles kwijt in het bevrijde bewustzijn. Er is geen besef meer van bezit, omdat er alles is. Dit zal de zin zijn van het Koninkrijk waarin ons alles toegeworpen wordt. De voorzienigheid werkt er in volle bloei.
In de regel is een mens zich helemaal niet bewust waarvan hij verlost wil wezen. Dat besef ontstaat, wanneer het unieke gevoel zijner zelfstandigheid opkomt, omdat hij dan ontdekt aan hoeveel dwang en slavernij hij in zichzelf overgeleverd is. De zin ervan is niet om verlost te zijn van ons lichaam of van de natuur. Wat zouden we hier zonder lichaam en zonder de natuur moeten doen? In ons toch speelt zich het eigenaardige proces af, dat wij niet helemaal lichaam en natuur zijn. En zo ontstaat een controverse, die zeer veel problematiek opwerpt. Indien de mens zelf geen 'natuur' is, is hij dan iets anders? En als hij iets anders is, is dat andere dan in staat heerschappij te krijgen over de natuur? Op welke wijze moet hij die heerschappij verkrijgen? Niet door de natuur te verkrachten, of het beter te willen doen dan zij.
Nee, het schijnt dat we een beginsel in ons hebben waaraan 'de natuur' gehoorzaamt, iets dat boven haar staat en haar kan leiden en beheren, zodat dit iets, dat de mens zelf is, zich niet door haar gedwongen voelt. Het is mogelijk dat we ons door natuurlijke behoeften laten obsederen en dat zij zich overmachtig aan ons opdringen. Noodzakelijk lijkt me dat echter niet, al gelooft menigeen van wel, en hierin ligt de problematiek der tegenstrijdigheden.
Toch ligt de verhoging van ons bewustzijn in de moeizame strijd tussen 'de natuur' en het Zelf, dat van geestelijke licht-kwaliteit is en waarin de bewustwording de bemiddelende rol speelt. Deze bewustwording is niet slechts intellectueel, zij strekt zich uit over het gehele gebied onzer ervaringen en belevingen.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Eigenlijk is bidden niet anders dan in aandacht willen. In deze aandacht ligt het vermogen tot het wekken van een hogere werking in zichzelve. Dan wordt bidden een hogere magie waardoor op directe wijze het willen als een positieve kracht vorm aanneemt in het gebed. Willen zonder verlangen is de wil in zijn oorsprong. Hij is het die de diepste krachten, ook in de aarde, gebieden kan.
Het merkwaardige is te ontdekken, dat het zuivere wensloze willen ons niet meer in staat stelt 'te doen wat wij willen'. Het wensloze willen is het godswillen, zoals het zich aan de mens kan openbaren. Daarom brengt dit een zo grote vrede met zich, als een stilte van innerlijk leven. Het geleidelijk binnengaan in die stilte brengt de bewustwording van haar volheid teweeg, die van een voortdurend toenemende rijkdom is.
Deze toename wordt men zich bewust in een samentrekkende en zich wederom uitzettende beweging als een verborgen levensadem, die aanvankelijk niet gemakkelijk te verdragen is, omdat men zich los-ademt van de greep der wereld. Daarom is het zaak met die innerlijke harmonie de wereld steeds weer binnen te gaan. Dat wekt in het lichaam een eigenaardige weerstand op, die telkens weer overwonnen en doorstaan moet worden.
Het is merkwaardig hoe gemakkelijk men het woord verlossing in de mond neemt. Het innerlijk proces verloopt zeer radicaal, en menigeen zal als hij dat bemerkt zeggen: Alsjeblieft, laat me niet van alles verlost worden, want dan raak ik alles kwijt. Wie zal dat in die konsekwentie voorstaan? En inderdaad, men raakt alles kwijt in het bevrijde bewustzijn. Er is geen besef meer van bezit, omdat er alles is. Dit zal de zin zijn van het Koninkrijk waarin ons alles toegeworpen wordt. De voorzienigheid werkt er in volle bloei.
In de regel is een mens zich helemaal niet bewust waarvan hij verlost wil wezen. Dat besef ontstaat, wanneer het unieke gevoel zijner zelfstandigheid opkomt, omdat hij dan ontdekt aan hoeveel dwang en slavernij hij in zichzelf overgeleverd is. De zin ervan is niet om verlost te zijn van ons lichaam of van de natuur. Wat zouden we hier zonder lichaam en zonder de natuur moeten doen? In ons toch speelt zich het eigenaardige proces af, dat wij niet helemaal lichaam en natuur zijn. En zo ontstaat een controverse, die zeer veel problematiek opwerpt. Indien de mens zelf geen 'natuur' is, is hij dan iets anders? En als hij iets anders is, is dat andere dan in staat heerschappij te krijgen over de natuur? Op welke wijze moet hij die heerschappij verkrijgen? Niet door de natuur te verkrachten, of het beter te willen doen dan zij.
Nee, het schijnt dat we een beginsel in ons hebben waaraan 'de natuur' gehoorzaamt, iets dat boven haar staat en haar kan leiden en beheren, zodat dit iets, dat de mens zelf is, zich niet door haar gedwongen voelt. Het is mogelijk dat we ons door natuurlijke behoeften laten obsederen en dat zij zich overmachtig aan ons opdringen. Noodzakelijk lijkt me dat echter niet, al gelooft menigeen van wel, en hierin ligt de problematiek der tegenstrijdigheden.
Toch ligt de verhoging van ons bewustzijn in de moeizame strijd tussen 'de natuur' en het Zelf, dat van geestelijke licht-kwaliteit is en waarin de bewustwording de bemiddelende rol speelt. Deze bewustwording is niet slechts intellectueel, zij strekt zich uit over het gehele gebied onzer ervaringen en belevingen.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Reacties