het verloren schaap 2
Is niet ieder mens betrokken op het land van zijn afkomst? In ieder is de lichtschakel die hem met zijn oorsprong verbindt. Deze terug te vinden is het vinden van het innerlijk kleinood. Het zich losmaken van allerlei dwingende overheersingen en eigenaardigbindende tirannieën, biedt een eindeloze schakering van wederwaardigheden die in een bonte veelheid worden beleefd. Dit gaat gepaard met nu eens een verschrikkelijke strijd die tot in het merg wordt gevoeld en dan weer met een uitzicht op humoristische in- en doorzichten omdat de weg ter bevrijding tenslotte door vreugde-fanfares wordt begeleid. Natuurlijk worden deze spontane uitingen in vele gevallen tot stille ingetogenheid teruggebracht.
Er is veel overeenkomst met de tien fasen van de verloren os zoals die in de Zen-leer tot ons is gekomen. De herder gaat uit om zijn weggelopen os te zoeken. Hij is 'verdwaald op de onbegaanbare paden van de verre bergen'. Wie weet was ook hij op weg de grazige weiden te ontdekken. De herder is vele malen het spoor bijster maar eindelijk vindt hij het.
Het eerste spoor is gering en nauwelijks te herkennen. Het is moeilijk het niet over het hoofd te zien. Is het niet altijd als het zoeken naar iets kleins, een zachte klank, een stille klop? Speuren we niet altijd naar de ontmoeting als naar een kiem, een gering geworden leven, een tarwekorrel die verging in de aarde, een penningske, een muntje, waarvoor het hele huis werd ondersteboven gehaald? Iets dat pasgeboren was? Het kindje dat nog niet eens geglimlacht heeft? Het stille uitzien, het wondere sentiment, het nog onberoerde en zachte. Het zachte overwint het sterke, zegt Lao Tse. Het geringe overwint het grote. Het kleine spoor leidt tot de overwinning al is het dan na hevige strijd.
Want de herder vond de os. In het Zen-beeld was het een verschrikkelijke strijd hem te overmeesteren en te temmen. Hij was n.l helemaal verwilderd geworden. Maar het gelukte. Het is het ogenblik 'dat het lied van de nachtegaal klinkt'. Hier op deze schone plaats kan niets zich verbergen. De wind is zacht en de wilgen zijn groen langs de oever. Maar de kracht van de os is onuitputtelijk. 'Hij stormt naar het hoge plateau boven de wolkennevels of staat plotseling in een onbetreedbaar ravijn'.
Maar de herder heeft hem overwonnen en maakt hem gehoorzaam en rustig. Ongeboeid volgt hij tenslotte zijn meester en deze zet zich schrijlings op zijn rug. Hij haalt zijn fluit tevoorschijn en melodiërend komt de herder thuis.
O, dat thuiskomen. De deur is open en niets is er dat hem weerhoudt. Het uitzicht is schoon en vrede ademen aarde en hemel. De verre bergen doen alle strijd en lijden vervagen. De os ligt vertrouwd te herkauwen in zijn stal. Alles is terug. En in die heerlijkheid vergeet de herder de os, verlaat zijn huis en keert zich naar het vele en de mensen om te vertellen hoe hij zijn verdwaalde os gevonden had en hoe blij hij was.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Er is veel overeenkomst met de tien fasen van de verloren os zoals die in de Zen-leer tot ons is gekomen. De herder gaat uit om zijn weggelopen os te zoeken. Hij is 'verdwaald op de onbegaanbare paden van de verre bergen'. Wie weet was ook hij op weg de grazige weiden te ontdekken. De herder is vele malen het spoor bijster maar eindelijk vindt hij het.
Het eerste spoor is gering en nauwelijks te herkennen. Het is moeilijk het niet over het hoofd te zien. Is het niet altijd als het zoeken naar iets kleins, een zachte klank, een stille klop? Speuren we niet altijd naar de ontmoeting als naar een kiem, een gering geworden leven, een tarwekorrel die verging in de aarde, een penningske, een muntje, waarvoor het hele huis werd ondersteboven gehaald? Iets dat pasgeboren was? Het kindje dat nog niet eens geglimlacht heeft? Het stille uitzien, het wondere sentiment, het nog onberoerde en zachte. Het zachte overwint het sterke, zegt Lao Tse. Het geringe overwint het grote. Het kleine spoor leidt tot de overwinning al is het dan na hevige strijd.
Want de herder vond de os. In het Zen-beeld was het een verschrikkelijke strijd hem te overmeesteren en te temmen. Hij was n.l helemaal verwilderd geworden. Maar het gelukte. Het is het ogenblik 'dat het lied van de nachtegaal klinkt'. Hier op deze schone plaats kan niets zich verbergen. De wind is zacht en de wilgen zijn groen langs de oever. Maar de kracht van de os is onuitputtelijk. 'Hij stormt naar het hoge plateau boven de wolkennevels of staat plotseling in een onbetreedbaar ravijn'.
Maar de herder heeft hem overwonnen en maakt hem gehoorzaam en rustig. Ongeboeid volgt hij tenslotte zijn meester en deze zet zich schrijlings op zijn rug. Hij haalt zijn fluit tevoorschijn en melodiërend komt de herder thuis.
O, dat thuiskomen. De deur is open en niets is er dat hem weerhoudt. Het uitzicht is schoon en vrede ademen aarde en hemel. De verre bergen doen alle strijd en lijden vervagen. De os ligt vertrouwd te herkauwen in zijn stal. Alles is terug. En in die heerlijkheid vergeet de herder de os, verlaat zijn huis en keert zich naar het vele en de mensen om te vertellen hoe hij zijn verdwaalde os gevonden had en hoe blij hij was.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Reacties