het verloren schaap 1

Het was een kudde van honderd schapen en een ervan was ongehoorzaam en onttrok zich aan de troep en werd tot een zondig schaap. Het deed niet meer mee en nam zijn weg naar de bergen.
Waarom? Het was eigenzinnig en wilde weg zijn, waarschijnlijk helemaal weg en niet meer aanwezig. Het zocht niet de dood maar de eenzaamheid. Het zocht de verlorenheid. Het mankeerde, het was er niet meer. Dat nu was de eigenlijke zonde. Er niet meer zijn. 'Chata' dat eenvoudig betekent mankeren, een fout maken, iets doen ontbreken.

Het verloren schaap heeft inbreuk gemaakt op de bestaande gang van zaken. Het luisterde nergens meer naar en waar blijf je dan. Het sloeg geen acht op het geboren zijn in de collectiviteit van het dagelijks leven, in de veiligheid der gehoorzaamheid aan de clan, de stam, de familie.
Wat is dat voor een drang die het schaap verleidt de bergen in te trekken of de woestijn? Was het gebeten door de slang die het verward had met de vruchten van de boom der kennis van goed en kwaad? Of had het gehoord van de levensboom met zijn overvloed aan goddelijke gaven? Of had het vernomen van een leven dat men moest verliezen? 'Want zo ge niet verlaat alles wat ge hebt...'. Was het daarom?

Of zocht het de schoonheid van het ware leven waarvoor het zich moest kunnen losmaken van allerlei banden die hem willen weerhouden oprecht te zijn omdat in het gebonden zijn de angst schuilt. Was het een moedig schaap die de banden met zijn zusters en broeders achter zich had gelaten, de vermeende veiligheid voor zich in gevaar bracht en de geborgenheid vaarwel zei? Volgde het toch een stem in zich zelve dat het leven iets anders moest zijn dan een ingeslotenheid, een eigen huid onder vele andere huiden, een eigen hachje en de zorg daarvoor en de moeiten en de onrust en de wanorde?

Een eigen stem volgen is een hachelijke onderneming. Is het koppigheid of herinnering? Is het eigenwijsheid of geweten? Geweten niet als een affect der opvoeding van: 'dat alles niet mag', maar geweten als de stille stem van het gewetene, de stille stem die herinnert aan waar-zijn en vrijheid, aan een andere wereld, misschien in het generzijds in ons zelf.
Ligt er op de bodem van onze ziel niet een schoon rijk, een rijk van licht en vreugde en helderheid en onbevangenheid en openheid? Was er misschien, zo'n schaap toch, een gemis, een afwezigheid, een zonde in bovengenoemde zin en kende het de onweerstaanbare drang naar deze leegte aan te vullen en compleet te maken om dan weer terug te keren tot de verlaten kudde waardoor voor hem het honderdtal weer volledig was. Dat ene schaap, een op de honderd, had dat enig vermoeden van die missing link in zichzelf, van het ontbrekende en zette het alles op alles? Dwz het verliet alles, om deze schakel ' met alles' weer terug te vinden. Wat was die schakel?

Barend van der Meer


De uitgesproken woorden

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE