het verloren schaap 3

Maar in de geschiedenis zoals wij die kennen is het kalf, het schaap, het lam weerloos. Het is stil en rustig als het wordt gevonden en de herder neemt het op zijn sterke schouders en vlijt het om zijn hals en brengt het weer thuis.
Wat heeft het lam gevonden door gevonden te worden? De open deur die toegang geeft tot de eeuwig grazige weiden! De volheid van het ware leven waarin geen verboden zijn, geen angsten en geen overtredingen. Want alles ademt er harmonie en de goedheid van het leven. Wat is er dan te overtreden en wat voor zin heeft daar de angst? Daar is het binnengaan in een nieuwe wereld. In ons het geringe spoor, het niet geziene dat toch de oorsprong is van alle werkelijk zien. Het verbindt ons met de andere wereld in ons over de drempel van de open deur.

De mensenzoon is de innig liefdevolle en zeer schone en stille mens, de mens van het ontkiemen van het verrijzende leven, van de wedergeborene. Als de grote verandering heeft plaatsgehad is er geen onderscheidenheid meer voor het schaap in zijn verlorenheid, de zoekende herder en de mensenzoon als open deur. Het is alles één geworden.
De geschiedenis van het verloren schaap leert ons dat het leven bij het einde begint. Het leven loopt ten einde en dat is tot aan de grens. Maar de grens van wat? De grens van ons lichaam? Onze huid? Blijven we in onze huid tot ontbinding overgaan of is er een moment, een moment der verlorenheid dat wij over een drempeltje ontsnappen naar 'de andere wereld'? En wat is eigenlijk die andere wereld?

Het is dezelfde wereld waarin ook de naakte jongeling ontsnapte die het nachtgewaad achterliet in de grijpende handen van zijn achtervolgers. Er is een moment binnen in ons waarop we over het drempeltje gaan als we tenminste willen. We hebben dan 'als de kinderen' onze kleren onder de voeten als een bundeltje gelegd en naakt gaan we over de drempel.
Deze overgang is een einde en tegelijk een nieuw beginnen. Iemand die dit moment vindt in het ogenblik waarin hij leeft, heeft het voor altijd gevonden. Want het afscheid staat altijd voor de deur. Dit behoeft niet zijn neerslag te vinden in een zwaar op de hand memento mori. Het gaan van onze levensgang is als het vallen van de ene voet op de andere. En ligt daarin niet het hachelijke moment? Want er is een ogenblik dat we op één voet staan. Dat behoeft niet te betekenen: met de ene voet in het graf, nee, maar met de ene voet in wat nog niet eerder is geweest. In het nieuwe. Het binnengaan in het nieuwe bij iedere stap; dat is ieder ogenblik.



Barend van der Meer

De uitgesproken woorden

Reacties

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN