brieven D 1

Eigenlijk ligt een mens wel vaak overhoop met zijn lichaam. Het is zelden dat het deugt. Het is te mager of te dik, te onhandelbaar of te ziek, te angstig en te onvolmaakt, te hongerig of te oververzadigd. Haast geen mens weet waarvoor het lichaam dient. Het is een huisdier dat zich al te vaak als een tiran gedraagt. Je moet er altijd achterheen. Iedereen loopt zijn lichaam achterna. Het wil meer hebben, lekkerder eten, zich behaaglijker en mooier kleden, zich omhangen met mooie en lelijke dingen. Het lichaam speelt onmiddelijk op als er wat aan de hand is dat het niet zint en dan klaagt de eigenaar of de eigenares - wat op zichzelf een zeer betrekkelijke opvatting is - want je bewoont het tijdelijk steen en been.

Het lichaam is heel wat anders dan je denkt. Je beseft niet welk een schoon en uiterst gevoelig instrument het is, maar het is heel gemakkelijk het te bederven. Een knoeier vermag niet een viool te spelen die voor een meester geschapen is. Je lichaam is geschapen en het is een meesterstuk al zijn de chirurgen er niet altijd over te spreken.
Het is een middel ter verbinding van een buiten en een binnenwereld. Het is een geleider. Je ogen zijn bemiddelaars zoals ook je andere zintuigen. Je lichaam registreert indrukken die het ontvangt en bezit binnen in zich een uiterst gevoelig en subtiel organisme dat meer gewaarwordt en opneemt dan al je uiterlijke zinnen tegelijk. Je zorgt goed voor je ogen, je oren, je neus, je mond en je handen. Is je lichaam niet een organisme dat veel van buiten kan opnemen en daarop reageren?

Is het dan niet bemiddelend tov je bewustzijn en ben je er zelf niet om in die veelheid van indrukken een orde te scheppen en er wat van te maken? Maar dat is lang niet alles. Als je je lichaam als een bemiddelingsorganisme tot je beschikking krijgt zou je het kunnen gebruiken als een prachtige klankbodem indien je je daarop zou willen toeleggen. Als je dat doet met aandacht en zorgvuldigheid, mijn hemel wat zou je dan niet kunnen horen en zien en beleven hoe schoon en heerlijk het leven is.
Maar daarvoor moet je wel leren over je lichaam te beschikken, en je niet laten overheersen door allerlei vreemde en veeleisende bewoners die er zo'n janboel van maken kunnen. Wat wonder dat het lichaam ziek wordt als je er geen zeggenschap meer over hebt. Je weet natuurlijk niet dat je zelf ijverig in de weer bent geweest om het te kiezen. Je zult me trouwens niet geloven maar ik kan het je toch met grote stelligheid verzekeren.

Nu, juist nu, kun je gevoelen hoe zeer je lichaam dit nodig heeft. Ik weet het zo stellig omdat ik het in mijzelf heb ontdekt. Het wil wel gebruikt worden maar niet als een woning der verachting of vervloeking. Het hunkert naar de werkelijke bewoner en wil zich in alles naar hem schikken zodra hij zich voordoet en zijn stem laat horen. Die werkelijke bewoner ben je zelf en geen ander. Geen enkel ander. Er is geen ander. Al de anderen zijn indringers en veroveraars, vreemde mogendheden en overweldigers die er niet thuis horen en die ge uit uw lichaam moet verjagen of aan u onderwerpen.
Het leven in je heeft een stem, een oereigen stem. Het is een stille maar zeer zuivere stem. Daarom is er een innerlijke stilte voor nodig ze te leren horen. Alleen maar stilte. Nog stiller. Al het andere moet er voor zwijgen. Het is niet een of andere geest, alstublieft niet. Het is nooit de stem van een ander, geloof het niet, maar in wezen uw eigen, uw zielsvertrouwde stem. Je weet toch dat je een eigen stem hebt.



Barend van der Meer

De uitgesproken woorden

Reacties

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

BEET VAN BEWUSTZIJN

KARMA NEMESIS