het innerlijke leven 5

Hij is die hij is en zijn ik is wat het is: ik ben. Hoe is het mogelijk dat een mensenkind ervaart de bron te zijn van alle kracht die in hem is? Het is mogelijk door het zich te her-inneren. Want dit allerinnerlijkste ik, dit fundamentele en oereigenlijke trekt alle krachten automatisch tot zich. Dat weet hij als hij het ontdekt, het zich bewust wordt. Hij leert het gevoelen in de innerlijke vrede die hij zichzelf oplegt. Waartoe hij kan inkeren.
Dan deelt zich aan hem mee wat hij ervaart als de kracht van de geest en alles wat deze geest inhoudt. In de innerlijke rust van de ziel is het of alles tot weerspiegeling wordt. Het herinnert aan een uitdrukking in het Tibetaans Dodenboek: 'moge de Bhagavan Varja Sattva ons leiden langs het pad der weerspiegelende wijsheid wanneer wij door heftige toorn in Sangsara rondzwerven'. In te keren tot een innerlijke stilte en rust is hetzelfde als deel te willen hebben aan die verborgen ordening die zich daarin kenbaar maakt.

Het hele bewustwordingsproces is gelijk aan ontwaken van een uit zichzelf zijnde oer-gestalte, waarvan de gewaarwording als een mededeling, of als een gedachte die zichzelf denkt tot 'zichtbaarheid' in het bewustzijn verrijst. Dit ogenschijnlijke zichzelf denken is een geschenk dat hij van zijn God of namens zijn God ontvangt. Hier valt niets aan te nemen dat wij niet als het eigene herkennen.
Daarom moet een mens in zich geheel ontdaan zijn van de opdringerige tirannie van zijn privé-angsten of zijn lichamelijke wensen en klachten. Daardoor leert hij de onverzettelijkheid van zijn eigen wil kennen, waarin de kracht van het fundamentele zich aan hem mededeelt. Het is merkwaardig dat deze wil alle andere willen in zich opneemt en tot één maakt, waardoor we niet meer kunnen doen wat al die vele willen in ons willen. Wij verkiezen de vrijheid van die ene wil boven al het andere wat wij daarenboven nog zouden willen. Dit lijkt op een grote beperking, die we ons zelf opleggen, maar die in werkelijkheid betekent, dat alles in ons voedsel wordt voor de ontplooiing en bloei van wat zo schoon is genoemd: de gouden bloesem.

Ons denken waar de wetenschap zich op beroemt methoden te hebben gevonden om te bewijzen dat de dingen bestaan, existeren, is niet in staat tot het wezen van het bestaande door te dringen. Ook psychologisch vermag men niet vast te stellen wat het 'Ik' van de mens inhoudt, wat het is. Dit 'zijn' van het ik is alleen aan de mens zelf voorbehouden om te beleven en indien hij van deze belevenis getuigenis zou willen geven, moet hij het zwijgen er toe doen.
In dat zwijgen ligt de werkelijkheid van het eeuwig zijn besloten. Dit is een aldoordringende uiterst subtiele geestelijke potentie waarvoor geen tegenstelling en dus ook geen vijandschap in welke vorm ook bestaat. Zij komt voort uit het rijk 'dat niet van deze wereld is'. Dit is de werkelijkheid van het in zich onveranderlijke 'ik', zijn oer-zijn, geest uit oer-geest.

Het is een onbegrijpelijk wonder dat de vergankelijke mens als een tijdelijke lichamelijke verschijning niettemin een openbaringsobject kan worden van dit onnoemlijke, waar de mensen in de loop der eeuwen vele namen aan hebben gegeven, alsof zij het daarin vast wilden leggen. Lao Tse noemt het Tao, met de toevoeging: Tao dat gezegd kan worden is niet het eeuwig Tao. In de Kabbala is sprake van de goddelijke naam die niet uitgesproken worden kan. En aan het menselijk lichaam is de waarde toegekend van een tempel van de heilige geest.
Daarom, we kunnen het onnoemlijke niet uitdenken, noch uitvinden, niet als een subjectieve gewaarwording, die wij zouden vatten in iets alomvattends, noch als een object dat ergens een plaats zou hebben en omschreven zou kunnen worden.



Ik wist, dat ik als koning
stond voor mijn eigen woning,
centrum van ruimte, heerser over tijd;
Ik kwam, in smart verloren;
En 'k zag, ik was herboren,
terugvergodlijkt tot mijn wezenheid.'



JA dèr Mouw





Barend van der Meer

De uitgesproken woorden

Reacties

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN