het innerlijke leven afsluiting

Wat is toch een mens dat hem die innerlijke vrede, die onnoemlijke werkelijkheid, dit deel hebben aan het éne, waarin geen ander meer is, geschonken geworden kan? In dat geschenk moet hij noodwendig de schenker herkennen en in die herkenning ligt een eenwording besloten voor altijd. Dit voor altijd en eeuwig is in het ogenblik waaruit het levend nu bestaat. Alsof door het ogenblik, dat hij een fragment van de tijd noemt, het oog hem aanziet, dat een vreugde en een kracht uitstraalt, dat niet te omschrijven is, dat altijd op hem toeziet, niet als een strenge rechter, noch als een wreker van al zijn boze woorden en daden waarmee hij kwetste die hij liefhad, maar als een lachen dat zijn smarten doet verteren, een 'blijde boodschap' die hem voortdurend wordt medegedeeld waarin alle tegenstellingen vergaan en het verleden wordt opgelost, zodat er geen toekomst meer is.
Een eeuwig nu dat nooit uitgewist kan worden, eenvoudig omdat er geen uitwisser meer is. Daarvoor is alles geschied wat een mens ooit nog zou kunnen overkomen en niets kan hem meer worden aangedaan wat hem reeds niet aangedaan is.

Als een mens zijn geluk zoekt en hij heeft het gevonden, blijkt dat dit geluk niet speciaal zijn eigen geluk is. Het is het geluk voor en van alle mensen. Er is voor hem niets meer dat meer voldoet dan zichzelf schenken aan wat zich in zo grote volheid aan hem schenkt.
Hij is - zonder daaraan altijd te moeten denken - eigenlijk voortdurend doende zich te geven in al grotere volheid aan dat wat hem het leven geeft. De alles-gever is als een voortdurende glorie, een overwinnaar, waaraan men zich gewonnen geeft, waardoor men zelf tot overwinnaar wordt.

Het eigenaardige is dat ieder mens op zijn eigen wijze in zijn eigen leven dit doel bereiken kan. Er is niemand van uitgesloten als hij zichzelf - op welke gronden dan ook - niet uitsluit. Want een mens is geneigd in al zijn schuldgevoel en 'zondigheid' tot een ontkenning te geraken dat dit heil voor hem weggelegd zou zijn. Dan speelt hij zijn eigen rechter, omdat hij vindt dat er toch een rechter over hem moet oordelen en hij begrijpt niet dat hier een persoonlijke hoogmoed hem parten speelt die hem wel eens even vertellen zal hoe het is en hoe het moet.
Het is gewoon een kwestie van zijn eigen wil die maar al te vaak bepaald wordt door het oordeel van zijn medemensen, want het is een merkwaardig verschijnsel van een grote hypnotische kracht zich uit te moeten leveren aan wat anderen van hem denken of aan wat de vernietigende kritiek heet van de openbare mening. Immers wat hij zoekt - als hij wil - is het oord waarin alle kritiek zwijgt en alle oordeel ophoudt, niet omdat het niets ter zake doet als het gaat om wat hij naar zijn oorsprong is. Wat zal iemand gebeuren als hij een liefde ontdekt heeft die hem in staat stelt er alles voor te doorstaan en te ondervinden? Wat betekent 'anderen' als er maar één is en geen ander?

Een mens is zo toegerust - en hij weet het in de regel niet - dat hij de beschikking kan krijgen in zichzelf over een uiterst subtiel organisme dat men geneigd is bovenaards of bovennatuurlijk te noemen. Het behoort thuis in regionen van onze ziel die ons in aanraking brengen met de grootste stilte en rust en daardoor de verbinding vormen - alsof het een antenne was voor zeer hoge frequenties - met het leven van de geest. Het maakt de indruk dat dit geestelijk bewustzijn doorvloeid wordt van een verlichting en vrijheidsgevoel dat zijn weerga niet heeft en alles wat deze werkzame verbinding zou willen belemmeren, wordt door deze niet te weerstreven kracht omgekeerd en tot een nieuwe orde geroepen, waardoor het innerlijke leven zich voortdurend als een vernieuwende toestand voordoet.
Er is geen scheiding meer in dat geval tussen zijn z.g. aardse instelling en zijn bovenzinlijk vermogen. Er heeft een vereniging plaats, doordat het aardse zich aan het bovenaardse schenkt, waardoor het z.g. aardse leven in een nieuw licht verschijnt.
Uit dit alles blijkt, dat wij niet elkander te overwinnen hebben, maar dat we ons zelf vrij kunnen maken van alle dwaling die ons van de oorsprong scheidt.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden

Reacties

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN