27-8-61 Stilte



Bij het oversteken van de brug naar het hoger gelegen zonbespikkelde bos was meditatie iets heel anders. Zonder verlangen en ongezocht, zonder enige tegenwerping van het brein, was er een ongedwongen stilte.
De vogeltjes tjilpten lustig, de eekhoorns joegen elkaar na in de bomen, de wind speelde met de bladeren en er was stilte. Het beekje, dat van ver kwam, was opgewekter dan ooit en toch was er stilte, niet buiten, maar diep, ver binnenin.

Het was een volkomen stilte binnen de totaliteit van de geest, die geen grenzen had. Die stilte lag niet binnen de ervaring, om herkend en bewaard te worden. Ze zal zich misschien nooit meer voordoen en als ze dat wel zou doen, zou ze heel anders zijn. Stilte kan zich niet herhalen; alleen het brein kan via het geheugen en de herinnering herhalen wat geweest is, maar wat geweest is is niet wat nu is.
Het denken kan die stilte niet tot stand brengen; het brein met al zijn verfijnde en ingewikkelde werkingen moet vanzelf tot rust komen, zonder de belofte van de een of andere beloning of van veiligheid. Alleen dan kan het gevoelig, levendig en rustig zijn. Dat het brein zijn eigen werkingen, de verborgen en de waarneembare werkingen, begrijpt, is onderdeel van meditatie. Het is de basis van de meditatie, zonder dat is meditatie alleen zelfbedrog, zelfhypnose, zonder de minste betekenis.
Er moet stilte zijn wil schepping kunnen losbarsten.

Krishnamurti

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE