medegevoel



Heel rustig was het die avond onder de boom. Even schoot een hagedis omhoog en weer omlaag op een nog warme rots. Maar de nacht zou fris zijn en het zou heel wat uren duren eer de zon weer opkwam. Het vee was loom en traag teruggekeerd van de verafgelegen akkers, waar het met zijn manvolk had gezwoegd. De basstem van een uil kraste vanaf de heuveltop, die zijn vaste verblijf was. Hij placht daar iedere avond om deze tijd mee te beginnen en bij het donker worden werd zijn roep minder veelvuldig; al hoorde je hem af en toe nog wel eens midden in de nacht. De ene uil placht de andere te roepen van de overkant van het dal; het was of hun hese en diepe geluid de nacht nog groter stilte en schoonheid verleende. Het was een mooie avond en de nieuwe maan ging onder achter de donkere heuvelrand.

Intens meegevoel is niet moeilijk te ervaren wanneer je hart niet vol is van de slimme bedenksels van het verstand. Het is immers het verstand, de geest met zijn eisen en angsten, zijn gehechtheden en ontzeggingen, zijn neigingen en driften, die de Liefde ondermijnt. En wat is het moeilijk dit alles simpel tegemoet te treden! Voor vriendelijkheid en zachtheid hebben we geen filosofieën en leerstellingen nodig.
De slagvaardigen en machtigen in het land zullen alles wel organiseren om het volk te voeden en te kleden en te zorgen voor onderdak en medische verzorging. Gezien de snelle toename van de productie is dat onvermijdelijk; dat is nu eenmaal de functie van een goed georganiseerde overheid en een evenwichtige maatschappij.
Maar gulheid van hart en hand ontstaat niet door de zaak te organiseren. Gulheid ontstaat uit een heel andere bron, een bron van een andere orde dan die van maatstaven. Eerzucht en na-ijver ondermijnen die gulheid, dat staat zo vast als de wetenschap dat vuur brandt. Die Bron moet aangesproken worden, maar je kunt haar alleen benaderen met  lege handen, zonder gebeden en zonder offers. Boeken kunnen ons niets leren en er bestaat geen enkele goeroe die ons de weg tot die Bron kan wijzen. Zij is niet aan te boren door het aankweken van deugden, ook al is deugd wel noodzakelijk, en al evenmin door bekwaamheid en gehoorzaamheid. Zij dient zich aan wanneer de geest sereen is en roerloos. Serene rust kent geen beweegreden, geen drang naar meer.


Krishnamurti

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE