het lijk(t) 2

Omdat we het rijk willen waar de dood niet heerst, hebben we de wereld nodig. Want alleen daar leert de mens de krachten kennen die hem vernietigen en tot het diepste willen vernederen. Want de verlossing ligt in de diepste vernedering, d.i. de diepste ontbinding in letterlijke zin. Dat is de dood en daarin gevoelt de mens zich wereldverwant. Want wat daarna van hem is overgebleven is niet meer aan te tasten.

Het is een groot dilemma. Indien we de wereld erkennen als de behuizing van de macht die het leven bedreigt - en geen mens kan zich aan die indruk onttrekken - dan moeten we in die wereld onze vijand en tegenspeler zien. Deze tegenspeler triomfeert ogenschijnlijk altijd door de dood. Er is een merkwaardige uitlating van Jung als hij spreekt over het geboortetrauma, dat hij een waarheid vindt als een koe en even weinig verklaart als de hypothese, dat het leven een ziekte is met een noodlottige prognose, omdat het leven altijd met de dood eindigt.
Het is een kortzichtige levensopvatting die ogenschijnlijk instemming suggereert met het 'stof zijt gij en tot stof zult ge wederkeren'. Voor mensen die deze opvatting huldigen is het leven inderdaad niet meer dan een dodelijke ziekte en de wereld een groot ziekenhuis, een sterfkamer of een kerkhof, waarin wij lopen over de as onzer ontelbare voorvaderen. Zonder twijfel stelt Jezus deze visie aan de orde om de mens er beter van te kunnen doordringen en hem dat als mogelijkheid in uitzicht te stellen hoe hij een onsterfelijke ziel bezit en het voor alles zaak is deze op het vergankelijke leven te veroveren. Dit brengt noodwendig mee een rotsvast geloof in zich zelve betreffende het onvernietigbaar deel van de mens en als gevolg: zich met dit geloof op weg te begeven die door het 'anders zijn' van de wereld heen gaat. In de praktijk zou het betekenen dat hij de wereld, in welke aanzichten ook, niet behoeft te vrezen, noch de mensen die het doden en vernietigen voorstaan van het lichaam.

Na iedere oorlog zijn de mensen doordrongen van ontzetting en het onnoemelijke kwaad en toch is er maar één weg voor hen: de weg die door de wereld in hen zelf loopt. Dan moet hij noodwendig tot de ontdekking komen hoe gebonden hij leeft, hoe geketend zijn bestaan is. Wat hem zo gebonden houdt is in het verzamelwoord 'de wereld' tot uitdrukking gebracht. De macht der wereld is de vorst der duisternis genoemd, die niets van vrijheid, niets van God, niets van onsterfelijkheid weet. Hij zal het dogma huldigen dat hij zelf onsterfelijk is en er zich op laten voorstaan dat hij zeggingschap heeft over 'wel en wee, geboorte en dood, een eeuwige zee van wisselend weven, een gloeiend leven, een scheppen aan de suizende weefstoel van de tijd' (Goethes Faust). De mensen weten het niet wie zij aanbidden, gedachtig aan een woord van Jezus: gij lieden aanbidt wat gij niet weet, wij aanbidden wat wij weten.

Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=CONPRQ0V

Reacties

Populaire posts van deze blog

de golf en de oceaan

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS