brieven B 1
Het woord intellect, waaraan in de regel nogal een abstracte overschatting wordt toegekend en waarin een einddoel van alle menselijke streven als een verstandelijk begrijpen der werkelijkheid wordt samengevat, heeft alleen maar de zin van in-zicht. En het mens 'ken u zelf' kan op die wijze teruggebracht worden tot 'zie u zelf' of: 'wat je zoekt is in je zelf, vind het en zie het'.
En dan word je weer herinnerd aan het boek dat de mens zelf is en waarvan het beeld is overgeleverd in de Apocalypse dat letterlijk ontsluiering betekent en op niets anders berust dan het openen der ogen opdat wij beter zullen zien. Daarin wordt ons vermeld hoe aan Johannes een boekje te eten werd gegeven. Er is sprake van een engel die met zijn ene voet op de zee en met de andere op de aarde stond. 'En ik ging heen tot de engel, zeggende tot hem: Geef mij dat boeksken. En hij zeide tot mij: neem en eet het op; en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing'.
Kun je een duidelijker en doordringender beeld geven van wat lezen, verteren en proeven is, alles in één? Het moge waar zijn dat ons verstand oneindig vele begrippen en voorstellingen kan verzamelen, maar wat heb ik aan het begrip water wanneer ik dorst heb, aan het begrip liefde wanneer ik er naar snak en aan het begrip leven wanneer ik in mijzelf de essentie en oorsprong ervan zoek.
Het is wel te begrijpen dat er zaken zijn, werkelijkheden die, als wij ze lezen, in de zin van tot ons nemen, consumeren, voor de mond zoet zijn en voor de buik bitter. De buik kent zo zijn eigen domein. Het is dat gedeelte van ons lichaam dat het meest verwant is met het dier. De buik protesteert tegen veel wat wij lezen als er werkelijk sprake is van smaak, lezen en verzamelen. Er zijn zaken die toch werkelijk ons zelf betreffen, dat, wat wij zijn, onze geest onze ziel en alles wat daarmede in verband staat, waartegen de buik in opstand komt en beweert dat hij er misselijk van wordt.
Maar de smaak overwint het. De smaak is iets directs, je proeft het, al is de zoetheid ervan begrijpelijk, vaak geheel in strijd met de bitterheid die het voor de buik is. Goed lezen is proeven en er kunnen woorden zijn waarvan je gaat houden, woorden waarvan je niet gedoogt dat ze verslijten en verouderen, woorden die je levend houdt en niet tot enkel begrippen doet verstijven, woorden waarvan de inhoud je voedt en die doordat ze nieuw gehouden worden het vernieuwende onophoudelijk komen aandragen en waarover de buik tenslotte het zwijgen moet doen.
Wat dragen je woorden aan, woorden die je leest en waaruit je de inhoud verzamelt en die je kneedt, over en weer laat gaan en die je eindeloos vernieuwen kunnen en tenslotte uit je opwellen om dragers te zijn van het zoete, echte en helende van het leven zelf, zo zoet, zo echt, zo genezend dat tenslotte zelfs de buik niet meer protesteert.
In de psychologie der geneeskunde wordt ons vaak de baarmoeder en de buik als eigenzinnige op zichzelf staande en wispelturige organen beschreven die wel een geheel eigen leven zouden willen leiden en een overheersend deel van het bewustzijn in beslag willen nemen. Niettemin behoren ze tot de eenheid van het menselijk organisme en zullen zich tenslotte aan de kracht der samenhorigheid te onderwerpen hebben.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
En dan word je weer herinnerd aan het boek dat de mens zelf is en waarvan het beeld is overgeleverd in de Apocalypse dat letterlijk ontsluiering betekent en op niets anders berust dan het openen der ogen opdat wij beter zullen zien. Daarin wordt ons vermeld hoe aan Johannes een boekje te eten werd gegeven. Er is sprake van een engel die met zijn ene voet op de zee en met de andere op de aarde stond. 'En ik ging heen tot de engel, zeggende tot hem: Geef mij dat boeksken. En hij zeide tot mij: neem en eet het op; en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing'.
Kun je een duidelijker en doordringender beeld geven van wat lezen, verteren en proeven is, alles in één? Het moge waar zijn dat ons verstand oneindig vele begrippen en voorstellingen kan verzamelen, maar wat heb ik aan het begrip water wanneer ik dorst heb, aan het begrip liefde wanneer ik er naar snak en aan het begrip leven wanneer ik in mijzelf de essentie en oorsprong ervan zoek.
Het is wel te begrijpen dat er zaken zijn, werkelijkheden die, als wij ze lezen, in de zin van tot ons nemen, consumeren, voor de mond zoet zijn en voor de buik bitter. De buik kent zo zijn eigen domein. Het is dat gedeelte van ons lichaam dat het meest verwant is met het dier. De buik protesteert tegen veel wat wij lezen als er werkelijk sprake is van smaak, lezen en verzamelen. Er zijn zaken die toch werkelijk ons zelf betreffen, dat, wat wij zijn, onze geest onze ziel en alles wat daarmede in verband staat, waartegen de buik in opstand komt en beweert dat hij er misselijk van wordt.
Maar de smaak overwint het. De smaak is iets directs, je proeft het, al is de zoetheid ervan begrijpelijk, vaak geheel in strijd met de bitterheid die het voor de buik is. Goed lezen is proeven en er kunnen woorden zijn waarvan je gaat houden, woorden waarvan je niet gedoogt dat ze verslijten en verouderen, woorden die je levend houdt en niet tot enkel begrippen doet verstijven, woorden waarvan de inhoud je voedt en die doordat ze nieuw gehouden worden het vernieuwende onophoudelijk komen aandragen en waarover de buik tenslotte het zwijgen moet doen.
Wat dragen je woorden aan, woorden die je leest en waaruit je de inhoud verzamelt en die je kneedt, over en weer laat gaan en die je eindeloos vernieuwen kunnen en tenslotte uit je opwellen om dragers te zijn van het zoete, echte en helende van het leven zelf, zo zoet, zo echt, zo genezend dat tenslotte zelfs de buik niet meer protesteert.
In de psychologie der geneeskunde wordt ons vaak de baarmoeder en de buik als eigenzinnige op zichzelf staande en wispelturige organen beschreven die wel een geheel eigen leven zouden willen leiden en een overheersend deel van het bewustzijn in beslag willen nemen. Niettemin behoren ze tot de eenheid van het menselijk organisme en zullen zich tenslotte aan de kracht der samenhorigheid te onderwerpen hebben.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Reacties