uit het Licht 3

Verwacht ook niet dat u bij elke bocht een zedemeester tegenkomen zult. U wordt helemaal uw eigen zedemeester en u weet zelf wel wat u te doen en te laten hebt, naarmate u vorderingen maakt. Eén ding kan ik u wel zeggen: soms lijkt uw gang op een gang door een eindeloze woestijn, maar laat u niet verstrikken. De rotsbodem die u onder u gevoelt is de zekerheid van uw eigen vastbeslotenheid. De woestijn kan u niets doen. Er zullen kwellende voorstellingen komen en menig fata morgana zal u verleiden en verblinden. Men zal u schone glinsteringen aanbieden en als marktkooplui zal men u die aanpraten dmv allerlei verlokkingen. Ge zult er zeker wel eens voor bezwijken maar op uw weg naar het licht zult u onderscheiden leren wat echt en wat onecht is. In de woestijn kunt ge niets meenemen of aannemen. Waarom zult ge dat doen? En u zult zeker op uw hoede zijn voor allen die u willen bedreigen of angst willen aanjagen of hun uiterst geraffineerd en cynisch ongeloof in u uitspreken.

Ge moet u innerlijk zeer arm durven te gevoelen en zeer duister, want in die armoede en duisternis worden uw innerlijke zintuigen op wonderbaarlijke wijze gescherpt en vatbaar voor het eerste stralen van de nieuwe dag. En ofschoon ge de weg gaat voor u zelf en alle mensen, zijn die mensen toch zeer wonderlijk. U staat versteld over de velerlei pluimage, over de vele wegen die de mensen begaan en die soms moeilijk als lichtwegen zijn te herkennen. Wij zijn gekomen uit het licht waar het Licht uit zich zelf is ontstaan. Het wil zeggen, dat de bron van het Licht, dat in ons binnen kan schijnen, onuitputtelijk, oneindig en ondoorgrondelijk is. De bron van het Licht van de geest is eeuwig. Dit is door het verstand niet te begrijpen. Alle verstandswijsheid wordt tot dwaasheid in het licht van de geest des levens. Wat ons hier verder brengen kan is alleen het leven zelf waardoor en waaruit wij leven. Iedereen die het ervaart zal wonderdadige krachten deelachtig worden. Maar iedere mens anders en op andere wijze. Alleen de inwonende goddelijke geest weet welke gaven voor de mens nodig zijn op zijn weg. Het is echter noodzakelijk dat hij zich verenigd weet van ogenblik tot ogenblik met de geest des levens en zich het geluk van die vereniging bewust wordt. Dit geluk is meer dan de gaven. Uit de innerlijke vreugde wordt het vermogen geboren in het dagelijkse leven er vorm voor te vinden en ze daardoor mede te delen. Deze vorm ligt niet in het spreken erover maar in een wijze van zijn.

Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=37VXALOG

Reacties

Walter zei…
Ook dit heb ik weer tot mij genomen, dank "jullie".

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN