Zelfkennis 2

Ge zijt het, maar de mens is in verwarring. Hij lijdt, hij heeft pijn, hij sterft van armoede en koude. Hij zegt: ik heb pijn en ik ben ziek en arm en verlaten en alleen en dood. Maar hij schijnt niet echt te willen leven. Hij moet zijn pijnen verlaten, zijn hardnekkige. Hij moet zijn armoede verlaten, die kale liefdeloze armoede. Hij moet zijn afhankelijkheden verlaten, alles waaraan hij zich vasthoudt, en zelfstandig gaan worden als hij zich zelf, d.i. het zelf wil leren kennen. Deze weg kan ieder mens gaan, maar ook ieder mens missen.
Er zijn enorm veel herinneringspunten voor de mensen, merktekenen langs de moeizame weg. Waarom wil men die niet zien? Wanneer zullen de ogen zich openen? O, ik geloof zeker dat de ogen zich openen zullen. En dan komt een ieder voor zich tot de ontdekking dat hij iets nieuws is in de grote wereld. De kleine mens, de onwaarschijnlijk geringe mens. Hij doet de ontdekking, dat hij een zelfstandigheid is met een eigen stem en een eigen woord. Het is zijn stem. Die heeft hij niet aan een ander ontleend. Een mens kan niet zijn stem gaan verloochenen. Natuurlijk, hij kan haar verdraaien, en anders laten klinken. Hij kan ermee toneel spelen, maar het is in werkelijkheid toch alleen zijn eigen stem.

Ik zou haast zeggen: verloochen nooit uw eigen stem. En deze stem is niet alleen een uiting van zijn aardse persoonlijkheid. Ook in hem wordt een verborgen woord gesproken, een zacht woord, een mild woord, een goed woord omdat het uit de diepte is van wat hij zelf is. Waarom moeten wij toch bevangen zijn door de geesten van anderen? Wat zijn dat voor barbaarse geesten die niet dulden, dat de mens zich zelf is, maar de plaats van hemzelf willen innemen en over hem heersen en tot uitspraak in hem willen komen? Met welk recht?
Een edele geest zal dat nooit doen. Die kent geen enkele dwang, geen enkele bedreiging. Er is geen ijdele en interessante allure in de edele, verlichte geest. Hij zal nooit verlangen dat ge spreken zult als hij, dat ge de dingen doet zoals hij het heeft gedaan. Hij zal niets verlangen, maar zich verheugen met u, als u tot u zelf gaat komen, zodat de woorden die u spreekt, uw eigen woorden zijn, opkomend uit het eigen ontwaakte geestelijk bewustzijn. Want het geestelijke leven is van de grootste zelfstandigheid. Het is de zelfstandigheid bij uitnemendheid en het zelf is het lichtpunt, de aanraking in de ziel van waaruit het licht van het geestelijk leven bewegend en scheppend werkzaam gaat zijn. Uit zichzelf staat de innerlijke eeuwige gestalte op die de werkelijke mens is, waardoor een ieder die er ook maar een weinig van ervaart een wonderdadige bevestiging krijgt in het vertrouwen dat hij in zichzelf had. En als ge dat mist, mist ge alles.

Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=9URQ7TOM

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE