6-10-73 heel
Er staat een enkele boom in het groene veld die ruim veertig are in beslag neemt; hij is oud en wordt door de andere bomen op de heuvel zeer gerespecteerd. In zijn eenzaamheid domineert hij het luidruchtige riviertje, de heuvels en het huisje aan de overzijde van de houten brug. Als je er langs loopt bewonder je hem, maar als je terugkomt bekijk je hem wat meer op je gemak: zijn stam is erg omvangrijk, diep in de aarde geworteld, massief en onverwoestbaar; zijn takken zijn lang, donker en gebogen; hij geeft veel schaduw. 's Avonds is hij in zichzelf gekeerd, ongenaakbaar, maar overdag is hij open en ontvankelijk. Hij is heel, door geen enkele zaag of bijl aangetast.
Op een zonnige dag zat je onder hem, je voelde zijn eerbiedwaardige ouderdom en omdat je alleen met hem was werd je je bewust van de diepte en schoonheid van het leven.
De oude dorpeling liep moeizaam voorbij, terwijl je op een brug zat en naar de zonsondergang keek; hij was bijna blind, kreupel, droeg een buidel in de ene hand en een stok in de andere. Het was een van de avonden waarop de kleuren van de zonsondergang door elke rots, boom of struik werden weerkaatst; het gras en de velden leken hun eigen innerlijk licht te hebben. De zon was achter een ronde heuvel ondergegaan en toen, temidden van deze extravagante kleuren, werd de avondster zichtbaar.
De dorpeling bleef voor je staan, keek naar die verbazingwekkende kleuren en naar jou. Je keek elkaar aan en zonder een woord te zeggen sjokte hij verder. In die communicatie was genegenheid, tederheid en respect. Geen onbenullig respect maar dat van religieuze mensen. Op dat moment was aan alle tijd en denken een einde gekomen. Jij en hij waren volslagen religieus, onbedorven door geloof, voorstellingen, woorden, of armoede.
Je kwam elkaar daar vaak tegen op die weg tussen de stenen heuvels en elke keer dat je elkaar aankeek, was er de vreugde van volmaakt inzicht. Er is noch het uiterlijk noch het innerlijk maar alleen het geheel. Degene die ervaart is de ervaring. Fragmentatie is krankzinnigheid. Deze totaliteit is niet louter een woord. Zij is er als het onderscheid tussen innerlijk en uiterlijk volkomen verdwenen is. De denker is de gedachte. Terwijl je verder wandelde, zonder een enkele gedachte, slechts waarnemend zonder waarnemer, werd je je plotseling bewust van een heiligheid waarvan het denken nooit een voorstelling heeft kunnen maken. Je stopt, je observeert de bomen, de vogels en de voorbijganger; het is geen illusie of iets waarmee de geest zichzelf misleidt. Het is in je ogen, in je hele wezen. De kleur van de vlinder is de vlinder. De kleuren die de zon had achtergelaten verflauwden en voor het donker werd liet de nieuwe maan zich zien om daarna achter de heuvel te verdwijnen.
Krishnamurti
Reacties