sensitiviteit
Het was een mooie tuin, met verzonken grasvelden en oude schaduwrijke bomen. Het huis was groot en had ruime, frisse kamers, die goed van verhoudingen waren. De bomen boden aan veel vogels en eekhoorns beschutting en de fontein werd bezocht door vogels van allerlei afmetingen; soms adelaars, maar meestal kraaien, spreeuwen en lawaaiige papegaaien. Het huis en de tuin waren enigszins afgelegen, des te meer omdat ze werden omsloten door hoge, witte muren. Het was heel prettig binnen die muren en van de andere kant ervan klonk het geluid van de weg en het dorp.
De weg liep langs de toegangspoort en een paar meter verderop aan diezelfde weg lag het dorp, aan de rand van een grote stad. Het dorp was smerig, met open riolen langs zijn smalle hoofdstraat. De huizen hadden rieten daken, aan de voorkant een stoep met versieringen, en in het smalle straatje waren kinderen aan het spelen. Het was een vrolijk toneeltje, fleurig, lawaaiig en onfris ruikend. Er waren er een paar die zich, toen het tegen de avond liep, bedronken en luidruchtig en baldadig werden.
Het was maar een dunne muur, die de mooie tuin van het bruisende dorp scheidde. Als je het lelijke afwijst en alleen oog hebt voor wat mooi is, ben je niet sensitief. Het cultiveren van het tegendeel moet onvermijdelijk het bewustzijn vernauwen en het hart verharden. Deugdzaamheid is geen tegendeel; als ze een tegendeel heeft, houdt ze op deugdzaamheid te zijn. Als je je bewust bent van de schoonheid van dat dorp, zal je ook gevoelig zijn voor de bloeiende groene tuin.
Wij willen ons alleen bewust zijn van schoonheid en sluiten ons af voor iets wat niet mooi is. Die verdringing leidt alleen tot ongevoeligheid, ze brengt ons niet tot waardering voor schoonheid. Het goede zetelt niet in die tuin, daar buiten het dorp, maar in de sensitiviteit, die boven de tegenstellingen uitreikt. Iets afwijzen of je ergens mee vereenzelvigen leidt tot bekrompenheid, anders gezegd: tot ongevoeligheid.
Krishnamurti
Reacties