natuur en mens
De rijstvelden aan weerskanten van de weg lagen weelderig groen te blinken in de warme zonnestralen en de rijstvogeltjes met hun trage vleugelslag tekenden zich wit af tegen de blauwe heuvels voorbij de velden. Een lange bruinige slang was het water uit gekropen en lag te rusten in de zon. Op het bruggetje was een schitterend blauwe ijsvogel neergestreken, die zich gereedmaakte voor een nieuwe duikvlucht.
Het was een heerlijke ochtend, niet al te warm, en de eenzame palmen hier en daar tussen de velden hadden veel te vertellen. De groene velden en de blauwe heuvels vormden een harmonische eenheid, als een lied. De tijd leek heel snel voorbij te gaan. In de blauwe lucht cirkelden de haviken; zo nu en dan streken ze neer op een tak om hun veren glad te strijken; dan opeens gingen ze er weer vandoor, roepend en rondjes vliegend. Er waren ook diverse adelaars, wit van hals en goudbruin van lijf en vleugels. Tussen het pas opgekomen gras zag je grote rode mieren; ze renden schokkerig een bepaalde kant op, hielden dan plotseling stil en gingen er in de tegenovergestelde richting vandoor. Er was zo'n rijkdom aan leven, zo'n overvloed - en het bleef ook zo onopgemerkt, wat al die grote en kleinere levensvormen misschien wel zo lief was.
Een jonge os met bellen om zijn hals trok een lichte kar, heel verfijnd van constructie; de twee grote wielen waren met elkaar verbonden door een dunne stalen stang, waarop een houten verhoging was aangebracht. Op die verhoging zat een man, trots op de snel dravende os en op de equipage. Die stoere en toch slanke os maakte hem een persoon van gewicht; iedereen zou nu naar hem opkijken en dat deden de voorbijkomende dorpelingen dan ook. Ze bleven stilstaan, keken met bewonderende blikken, maakten een opmerking en liepen dan weer door. Wat zat die man trots en rechtop strak voor zich uit te kijken!
Of je nu trots bent op kleinigheden of op grote prestaties, dat blijft in wezen gelijk. Wat je doet en wat je hebt, geeft je gewicht en prestige, maar de mens zelf, in zijn totaliteit, lijkt nauwelijks iets te betekenen.
Krishnamurti
Reacties