ont-moeting
Zien we elkaar wel?
Of nog belangrijker, willen we elkaar wel zien?
Laten we elkaar werkelijk toe, dat wat is, zonder invulling, zonder verbeelding. Werkelijk elkaar proberen te begrijpen, begrip voor elkaar te hebben.
Echt je openstellen voor de ander, zonder bevooroordeeldheid.
Echt elkaar ont-moeten, zonder moeten.
Elke keer weer elkaar opnieuw, als nieuw ont-moeten.
Alsof er niks gebeurd is.
Niet vastgezet in een beeld, niet vastgezet in het verleden, maar steeds weer totaal de ander toelaten in dat wat is.
Wat nu is.
Waarin zijn we werkelijk onbevangen?
Zijn we die onbevangenheid niet kwijtgeraakt?
Het vertrouwen in de ander, in het leven?
Zijn we het daarom zelf gaan doen. Hebben we ons daarom gepantserd, gevangen gezet in al die beelden over die ander, over het leven?
Daarachter zijn we veilig, maar kan t daar ook niet heel koud zijn, geïsoleerd, afhankelijk?
Afhankelijk van zoveel.
Omdat het leven niet totaal door ons heen kan stromen.
Omdat het Leven ons daardoor ook niet totaal kan vervullen.
Leven we dan nog?
Of zijn we dood gegaan en denken dat we nog leven?
Leeft dan niet nog slechts dat verleden, alles wat zich hierin heeft opgebouwd?
Vullen we van daaruit het leven in, maken we onze keuzes, zetten we onze stappen.
Maar wie zijn wij werkelijk?
Waar is dat onbevangen kind gebleven, dat zich totaal had over gegeven.
In vol vertrouwen, zonder angst, aan het leven.
Kagib
De uitgesproken woorden:
Reacties