zoeken en vinden afsluiting

Hij die de blikseminslag van zijn komst beleefde gevoelt alle belevenissen vergaan in dit opperste moment waarin zelfs de dood sterft. Wie zal hem welkom heten?Wie naar hem verlangen?Wie aan zijn liefdevolle wet gehoorzamen, wetend, dat hij daarmede voor eeuwig het recht verspeelt aanspraak op liefde te kunnen maken of op tederheid of op alle pure menselijkheid, ook al wordt hem die in overvloedige mate geschonken. Hoe zeer zal hij, de mens, steeds weer herinnerd worden aan het magische moment der grote ontmoeting, als aan de al-machtige, al-verzengende en al-doordringende, die niets heel liet van het hart, die de heerschappij nam over zijn bloed en al zijn gedachten en gewaarwordingen door de suprematie van zijn aanwezigheid, die alle eeuwen aan zich onderwierp.Als de mensenzoon verschijnt, schijnt het gouden licht over de toppen der bergen en dringt door tot in de diepte der koele en schaduwrijke dalen. Het lichtgeflonker van edelstenen tegen de donkere wouden is slechts door hem. Het lichtgeluk dat de mens doorstroomt en hem niet ontziet is van de gloed uit zijn ogen. Het woord dat als een tweesnijdend zwaard het hart doorklieft is het woord van zijn onsterfelijke lippen waarop Gods adem is.Waar zullen de mensen blijven als hij verschijnt? Zullen zij wegkruipen in hun duistere holen? Zullen zij het hoofd ter aarde buigen om hem niet te zien? De ogen sluiten als voor een te fel licht? De harten vergrendelen en liever de koude zoeken van hun duistere liefdeloosheid en dood blijven tot hij voorbijgegaan is?

In het verloren hart zal zijn bliksem toeslaan. Het hart dat alles had gegeven en niets meer vroeg. Dat alles had uitgestort en niets genomen. Het hart dat zich had opgebrand om plaats te bereiden voor zijn komst, opdat de mensenzoon zou zetelen in zijn hoogte en zijn diepte en de hemel zou verlichten van oost naar west en van noord naar zuid voor één enkel ogenblik der eeuwigheid. Want het ongemeten ogenblik der eeuwigheid is alle, alle eeuwigheden.Na de ontzetting volgt de grote verwondering.Zoals na een grote vernietiging iemand tot de ontdekking komt dat hij niet vernietigd is. Integendeel, dat na het sterven van die vele doden het eigenlijke leven pas begint, het onverwoestbare, he onverstoorbare, het vreugdevolle en eeuwig blijmoedige leven. Het is een onuitspreekbare beleving een te zijn geworden met het grote, wederom opgenomen te zijn in zijn oorsprong, teruggekeerd tot het Vaderhuis of in welke termen men dit ook zou willen beschrijven. Het verlorene is wederom teruggevonden. In de verlorenheid heeft het gevonden zijn zich voor altijd geopenbaard, waardoor het eeuwig éne, waaruit de tegenstellingen in de zichtbare en beleefbare wereld zich scheppend manifesteren, als werkelijke Al-macht wordt ervaren. Heersen over het Al beduidt het handhaven van de harmonie als grondtoon der schepping in zichzelf. Dit is de zin der eigenlijke verlossing. Vrijmaking van zich zelf in zich zelf door de liefde Gods. Dan is de breuk tussen hemel en aarde, tussen mens en wereld, tussen man en vrouw geheeld. Naar deze grote beterschap is het dat ieder schepsel bewust of onbewust uitziet.

Barend van der Meer

En de uitgesproken woorden:

http://media.putfile.com/zoeken-en-vinden-afsluiting

http://www.megaupload.com/?d=EOU1UCG8

Reacties

Populaire posts van deze blog

de golf en de oceaan

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS